Het Eeuwig Edict (1667) – Afschaffing van het stadhouderschap

3 minuten leestijd
Aanname van het Eeuwig Edict door de Staten van Holland - Romeyn de Hooghe, 1675 (Rijksmuseum)
Aanname van het Eeuwig Edict door de Staten van Holland - Romeyn de Hooghe, 1675 (Rijksmuseum)

Op 5 augustus 1667 namen de Staten van Holland een resolutie aan waarmee het stadhouderschap in Holland werd afgeschaft. Overige gewesten werd daarnaast verzocht de ambten van stadhouder en kapitein-generaal “onverenigbaar” te verklaren. De resolutie kwam bekend te staan als het Eeuwig Edict.

Stadhouder Willem II van Oranje
Stadhouder Willem II van Oranje
In de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden begon na de dood van stadhouder Willem II in 1650 het eerste zogenaamde Stadhouderloze Tijdperk.

De regenten waren blij dat ze van de stadhouder af waren. Die was vooral lastig en duur geweest en had gedurende zijn stadhouderschap maar liefst drie staatsgrepen beraamd. De Staten van Holland, Zeeland, Utrecht, Overijssel en Gelre besloten na de dood van Willem II daarom geen stadhouder meer te benoemen.

Alleen de Staten van Groningen en Drenthe wezen nog een stadhouder aan: de Friese stadhouder Willem Frederik van Nassau-Dietz, de stamvader van het huidige koninklijk huis in Nederland.

Te oorlogszuchtig

Het Eeuwig Edict van 1667, dat de toegang van Oranje tot de regering van de Staten moest blokkeren, werd in 1674 triomfantelijk weer opgeheven, toen Willem III tot erf-stadhouder werd benoemd.
Het Eeuwig Edict van 1667, dat de toegang van Oranje tot de regering van de Staten moest blokkeren, werd in 1674 triomfantelijk weer opgeheven, toen Willem III tot erf-stadhouder werd benoemd.
Veel regenten in de andere gewesten vonden de Oranjes veel te oorlogszuchtig en machtsbelust. Vier jaar na de dood van de laatste stadhouder werd daarom in de zogenaamde Acte van Seclusie (1654), op initiatief van raadspensionaris Johan de Witt, vastgesteld dat er nóóit meer een Oranjetelg tot stadhouder kon worden benoemd. Ondanks deze maatregel hadden de regenten tijdens het Eerste Stadhouderloze Tijdperk echter nog wel rekening te houden met de Oranjes. Niet alleen veel predikanten waren namelijk gecharmeerd van de Oranjes: ook een groot deel van het gewone volk stond te boek als ‘orangist’.

Acht dagen na het overlijden van Willem II was diens zoon Willem III geboren. In zijn jonge jaren hadden de regenten weinig van deze Oranje-telg te duchten, maar naarmate de jaren verstreken werd Willem III steeds meer iemand om rekening mee te houden. Onder druk van orangisten was de zoon van de laatste stadhouder in 1666 zelfs uitgeroepen tot Kind van Staat, wat inhield dat zijn opvoeding voortaan ten late kwam van de Staten van Holland.

Nooit meer een stadhouder

Het Eeuwig Edict, dat dertien jaar na de Acte van Seclusie, van kracht werd, kan gezien worden als een poging van de Staten van Holland om definitief af rekenen met de politieke macht van de Oranjes. Met de resolutie gaf men het signaal af dat het stadhouderloze tijdperk ‘eeuwig’ moest worden voortgezet.

De ondertekening van het Eeuwig Edict vond plaats vijf dagen na het sluiten van de Vrede van Breda, die een eind had gemaakt aan de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog. Raadpensionaris Johan de Witt was tegen het Edict, maar werd er toch door de orangisten zwaar op aangekeken. Ook hij had er uiteindelijk namelijk toch op gezworen. Het Edict werd opgesteld door Gaspar Fagel (pensionaris van Haarlem) en de Amsterdamse burgemeester Gillis Valckenier. Er werden overigens ook bepalingen in opgenomen die een rol van Willem III als opperbevelhebber van het Staatse leger mogelijk maakten. Maar stadhouder kon hij wat de regenten betreft niet meer worden. Die functie bestond namelijk niet meer.

De moordpartij op de gebroeders De Witt in Den Haag (Haags Historisch Museum)
De moordpartij op de gebroeders De Witt in Den Haag (Haags Historisch Museum)

De Witt gelyncht

In het rampjaar 1672, toen de Nederlanden door Engeland, Frankrijk en Münster, werd binnengevallen werd de roep om een stadhouder echter steeds sterker en werd het Eeuwig Edict door steeds meer orangisten openlijk ter discussie gesteld. Op 20 augustus van dat jaar rekenden de orangisten uiteindelijk af met de prominente regenten Johan de Witt en zijn broer Cornelis. De broers werden door een woedende menigte gelyncht. In zijn boek Moordenaars van Jan de Witt schreef historicus Ronald Prud’Homme van Reine hierover:

“Vingers, neuzen, lippen, oren, tongen, tenen, alle lichaamsdelen werden successievelijk afgesneden en voor een goede prijs verkocht. Volgens de overlegvering werden het eerst de twee vingers waarmee de oud-raadspensionaris het Eeuwig Edict had gezworen afgesneden.”

De poging om de Oranjes buiten de politieke macht te houden, was daarmee mislukt. Nog in 1672 werd Willem III stadhouder van de Staten van Holland, Zeeland, Utrecht, Overijssel en Zutphen. In 1675 kreeg hij het ook voor het zeggen in Gelre en in 1696 volgde tot slot ook Drenthe.

Boek: Moordenaars van Jan de Witt

Bronnen â–¼

– Nederland van alle tijden – Bas Blokker e.a.
– Geschiedenis van de Nederlanden – Hans Blom e.a.
– http://www.dordrecht.net/nieuws/2017-05-16-20253-dordtenaar-johan-de-witt-verzette-zich-350-jaar-geleden-tegen-zogenaamd-eeuwig-edict-.html

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 54.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×