Wetenschappers zeggen in Australië fossielen van maar liefst 3,4 miljard jaar oud te hebben gevonden. Dat meldt de universiteit van Oxford.
De vondst is gedaan door een team wetenschappers van de Universiteit van Oxford en de Universiteit van Western Australia. Hun studie is zondag gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Geoscience.
De oeroude fossielen werden gevonden tussen rotsen bij een van de oudste stranden ter wereld, in het westen van Australië. Volgens de onderzoekers bewijzen de fossielen dat er op aarde al bacteriën leefden in de periode dat er nog nauwelijks zuurstof was. Het organisme zou hebben kunnen overleven door zich als het ware te voeden met zwavel.
De aarde was 3,4 miljard jaar geleden nog een hele hete planeet met enorm veel vulkanische activiteit. Boven de aarde zou constant een dik, grijs wolkendek hebben gehangen waardoor de temperatuur op aarde constant hoog bleef. Het water in de oceanen was zeker een stuk hoger dan vijftig graden. Land was er bovendien niet veel en daarnaast was er in deze periode nauwelijks zuurstof aangezien er nog geen planten of algen waren die dit produceerden.
De vondst van de minuscule fossielen toont volgens de wetenschappers aan dat er in deze levensvijandige tijd dus toch leven mogelijk was. In plaats van zuurstof zouden de bacteriën zwavel hebben gebruikt voor energie en groei. Volgens professor Martin Brasier van de Universiteit van Oxford komen dit soort bacteriën vandaag de dag wel vaker voor.
De onderzoekers zijn er vrij zeker van dat de fossielen 3,4 miljard jaar oud zijn omdat de rotsen waar ze gevonden werden gevormd in twee bekende vulkanische periodes.