Na de oorlog begon op 20 november 1945 het proces van Neurenberg. Twee juristen die zelf zwaar getekend waren door de Holocaust, Hersch Lauterpacht en Raphael Lemkin, waren betrokken bij deze noviteit in het internationale recht. Nog nooit waren individuen voor een rechtbank gedaagd voor misdrijven tegen de menselijkheid die zij namens een staat hadden gepleegd.
De verdachten, onder wie Hermann Göring, Hans Frank en Alfred Rosenberg, stonden terecht voor tot dan toe ongekende gruweldaden, met als triest dieptepunt de Holocaust op de Joodse bevolking. Hans Frank was als leider van het Generalgouvernement nauw betrokken geweest bij de moord op honderdduizenden Joden, onder wie de families van Lauterpacht en Lemkin en van Leon Buchholz, de grootvader van Philippe Sands.
In het boek Galicische wetten beschrijft Sands het levensverhaal van deze vier sterk uiteenlopende personen. Hij behandelt hun betrokkenheid bij de Holocaust als slachtoffer, en in het geval van Frank als dader, en hun rol bij het proces van Neurenberg.
Philippe Sands is advocaat en tevens hoogleraar Internationaal Recht aan het University College in Londen. Hij treedt regelmatig op in zaken die spelen voor internationale gerechtshoven, zoals het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en het Internationaal Strafhof. Sands schreef meerdere juridische boeken op het gebied van het internationaal recht. Galicische wetten, oorspronkelijk in 2016 uitgegeven als East West Street, is zijn eerste geschiedkundige werk.
Veel van de hoofdpersonen die in het boek aan bod komen hebben een band met de tegenwoordig Oekraïense stad Lviv. Zij verbleven hier allemaal enige tijd, Lemkin en Lauterpacht voor studie en Frank in zijn rol als Generalgouverneur. De stad, die in de periode 1914 tot 1945 maar liefst acht keer over ging in andere handen en achtereenvolgens werd aangeduid als Lemberg, Lwów, Lvov, weer Lemberg en ten slotte Lviv, ligt in bestreden gebied. Onder meer Oekraïners, Polen, Russen en Duitsers in verschillende volgorde maakten er de dienst uit en trokken er een bloedige wissel op. Niet voor niets duidde de historicus Timothy Snyder deze stad en zijn omgeving en andere Oost-Europese streken in zijn veelgeprezen boek aan als de Bloedlanden.
Proces van Neurenberg
Het proces van Neurenberg vormt een rode draad in het boek. De Joodse hoogleraar aan de universiteit van Cambridge Hersch Lauterpacht, geboren in Zolkiew, nu Zjovkva in Oekraïne, was lid van het team van Britse aanklagers. De eveneens Joodse Raphael Lemkin, geboren in Bezwodne, nu in Wit-Rusland, trad op de achtergrond op als adviseur van de Amerikaanse delegatie onder leiding van hoofdaanklager Robert Jackson. Hans Frank stond in Neurenberg terecht voor onder meer “misdrijven tegen de menselijkheid”, een term die vooral dankzij Lauterpacht in het handvest van het tribunaal in Neurenberg was opgenomen. Lemkin had gepleit voor opname van genocide in de aanklacht.
Lauterpacht richtte zich op de bescherming van het individu, Lemkin op de bescherming van de complete (bevolkings)groep. Het doden van individuen als onderdeel van een stelselmatig plan kwam volgens Lauterpacht neer op misdrijven tegen de menselijkheid. Genocide hield volgens Lemkin het doden van veel mensen in met de intentie de (bevolkings)groep te vernietigen waarvan de slachtoffers deel uitmaakten. Ook heden ten dage wordt dit onderscheid nog gemaakt. Om te bewijzen dat sprake is van genocide moet aangetoond worden dat het doden wordt gemotiveerd door de opzet om de groep te vernietigen. Bij misdrijven tegen de menselijkheid hoeft deze intentie niet te worden aangetoond. Wat dit verschil precies inhoudt en wat het belang ervan is, zijn vragen die Sands beantwoordt in zijn boek, maar hij doet meer. Hij gaat op zoek naar de tragische (familie)geschiedenis van zijn grootvader en die van de juristen Lauterpacht en Lemkin.
De auteur voert de lezer mee op een zoektocht die begint in 2010 en terug leidt tot eind negentiende eeuw met nadruk op de jaren 1918-1946. Zijn grootvader Leon Buchholz is geboren in de stad Lemberg, destijds onderdeel van Oostenrijk-Hongarije. Later emigreerde hij naar Wenen. Na de Anschluss van Oostenrijk bij het Derde Rijk in 1939 vluchtte hij, samen met zijn paar maanden oude dochter, naar Parijs. Zijn vrouw bleef in Wenen en kwam in 1941 pas naar Parijs. Sands probeert te achterhalen waarom zij niet samen zijn gevlucht en hoe zij de oorlog alsnog overleefden, hierbij gehinderd door een gebrek aan bronnenmateriaal. Het is een verhaal van Holocaustoverlevenden dat vaker is verteld, zwijgzame personen die weigeren over hun verleden of familie te praten. Ondanks dat dit soort levensverhalen vaker zijn geboekstaafd blijven ze schokkend om te lezen.
Lauterpacht en Lemkin zijn buiten de juridische wereld goeddeels onbekend. Onder juristen, zeker die werkzaam zijn binnen het internationaal recht, hebben zij echter ook nu nog een goede reputatie. Lauterpacht kwam via een studie in Wenen ruim voor het uitbreken van de oorlog in Londen terecht. Tijdens zijn jeugd en studie was hij regelmatig het slachtoffer van antisemitisme, hetgeen hem ertoe bracht te gaan pleiten voor meer rechtsbescherming voor individuen en internationaal erkende (mensen)rechten. In 1935 protesteerde hij in een juridisch artikel tegen de discriminatie van Joden in nazi-Duitsland. Hij weigerde echter de kwestie van de Joden voor het Internationaal Hof in Den Haag te brengen, omdat dat volgens hem toch geen zin had. In 1937 werd hij benoemd tot hoogleraar internationaal recht aan de universiteit van Cambridge.
Lemkin studeerde net als Lauterpacht in de jaren twintig in Lviv, toen aangeduid als Lwów. Hierna was hij werkzaam als advocaat in Warschau. Na de Duitse inval in Polen in september 1939 vluchtte hij naar de Verenigde Staten. Daar werkte hij als hoogleraar aan Duke University. Al in de jaren dertig schreef hij over de bescherming van (bevolkings)groepen tegen geweld. Tijdens de oorlog ontwikkelde hij zijn ideeën verder en bedacht hij in 1943 de term genocide, een samentrekking van het Griekse génos (volk) en het Latijnse cide (doden of vermoorden). De familieleden van Buchholz, Lauterpacht en Lemkin die achterbleven in Galicië werden op enkele na slachtoffer van de Holocaust door kogels, of gedood in de vernietigingskampen zoals Treblinka. Sands schenkt ruime aandacht aan hun lot, wat leidt tot de meest aangrijpende passages in het boek.
Kanttekeningen
De auteur heeft ook aandacht voor de negatieve kanten van zijn hoofdpersonen. Zo nam de eigenzinnige Lemkin bewust een aantal onjuistheden op in zijn autobiografie en was Lauterpacht afstandelijk en arrogant. Laatstgenoemde had weinig op met de ideeën van Lemkin over genocide, omdat het hierbij noodzakelijk is om eerst de intentie aan te tonen van de dader om een gehele (bevolkings)groep te vernietigen. Door de groep in plaats van het individu centraal te stellen creëer je volgens hem bovendien wij-zij-denken en wordt het inzicht dat het doden van één individu al een misdrijf is vertroebeld. Hij vond het idee dan ook onpraktisch en verkeerd. Hij verzette zich er dan ook tegen (deels met succes) dat het begrip genocide deel uitmaakte van het proces van Neurenberg.
Het is interessant om over het vooroorlogse leven van de hoofdpersonen te lezen, alhoewel niet elk detail even boeiend is. Mede doordat de meeste hoofdpersonen weinig persoonlijke documenten hebben nagelaten, kost het de auteur soms moeite om door te dringen tot hun karakter en persoonlijkheid. Zijn beschrijving komt hierdoor af en toe wat droog over. Het is wel interessant om te lezen over de zoektocht van de auteur naar informatie. Met name over zijn grootvader beschikt hij over weinig bronnen, feitelijk alleen een paar foto’s en wat brieven en ansichtkaarten. Toch slaagt hij er aan de hand hiervan in om het complete levensverhaal van het gezin van Leon Buchholz en hun onderduik tijdens de Tweede Wereldoorlog te ontrafelen. Daarbij schenkt hij ook uitgebreid aandacht aan degenen die hen daarbij hielpen. Buchholz had echter, in tegenstelling tot zijn kleinzoon en Lauterpacht en Lemkin, weinig van doen met het internationaal recht, waardoor de verhalen niet helemaal op elkaar aansluiten.
Twee boeken
Sands had misschien beter twee boeken kunnen schrijven. Een waarin hij ingaat op het levensverhaal van zijn grootvader en een over Lemkin en Lauterpacht en hun bijdrage aan het internationaal recht. Nu worden er verschillende verhalen in hetzelfde boek verteld, die indrukwekkend en lezenswaardig zijn, maar weinig raakvlakken hebben. Afgezien van het feit dat de personages afkomstig zijn uit dezelfde streek. Bepaalde bijfiguren worden door de auteur ook heel uitgebreid belicht. Hoewel dit interessant is, leidt het af en toe wel wat af van het hoofdverhaal. Door de omvang en de soms gedetailleerde schrijfstijl is Galicische wetten niet bepaald een boek dat je in een keer uitleest. Het beklijft echter wel en bevat veel aangrijpende passages, zoals over de ontmoeting van de auteur en Niklas, de zoon van Hans Frank, met een Joodse familie in een restaurant in Krakau.
Philippe Sands schetst een aantal zeer boeiende levensverhalen, maar hij doet meer. Hij wijdt de lezer in in de ontstaansgeschiedenis van de mensenrechten en de misdrijven tegen de menselijkheid en het begrip genocide. Af en toe zal dit voor een leek overkomen als juridische scherpslijperij. Hij gaat bijvoorbeeld in op de discussie of in een wetsbepaling een puntkomma of komma moet worden gebruikt. Sands weet al deze kwesties echter toch duidelijk en begrijpelijk onder woorden te brengen en toont het belang hiervan voor de rechtsontwikkeling aan. Met betrekking tot de juridische aspecten van het proces van Neurenberg vertelt het boek een verhaal dat buiten juridische kringen onbekend is. Voor degenen die geïnteresseerd zijn in de Holocaust en/of het proces van Neurenberg is het boek dan ook zeker een aanrader.
Boek: Galicische wetten – Over de oorsprong van ‘genocide’ en ‘misdrijven tegen de menselijkheid’