Het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR), met dossiers over 425.000 Nederlanders die na de Tweede Wereldoorlog verdacht werden van collaboratie, wordt vanaf het eerste kwartaal van 2025 toch digitaal toegankelijk. Minister Eppo Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) heeft dat besloten na overleg met de Autoriteit Persoonsgegevens (AP), die vanwege privacykwesties eerder bezwaar aantekende tegen een algehele openstelling.
Er is voorlopig wel een belangrijke voorwaarde verbonden aan de digitale openstelling van het archief. De digitale dossiers mogen namelijk alleen geraadpleegd worden in de studiezaal van het Nationaal Archief (NA) in Den Haag. De archiefinstelling verwacht hierdoor extra drukte, waardoor het vanaf begin volgend jaar altijd noodzakelijk is een plek in de studiezaal te reserveren.
Het CABR is het grootste oorlogsarchief van Nederland en bevat informatie over rechtszaken tegen vermeende collaborateurs. Tot nu toe konden onderzoekers en nabestaanden alleen op papier dossiers inzien, op basis van de naam van een verdachte. Digitalisering maakt het archief doorzoekbaar op tekst en opent nieuwe mogelijkheden, vooral voor nabestaanden van slachtoffers.
Niet ideaal
De minister stelde het geplande online openstellen van het archief per 2 januari 2025 eerder uit, na een waarschuwing van de AP over mogelijke privacy-inbreuken voor nog levende betrokkenen. Bruins noemt de tijdelijke oplossing “verre van ideaal”, maar ziet het als een belangrijke stap:
Dit oorlogsarchief is van onschatbare waarde voor historisch onderzoek, het levend houden van de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog, en voor nabestaanden die op zoek zijn naar informatie.
De tijdelijke voorziening biedt beperkte capaciteit: inzage moet vooraf worden aangevraagd en het maken van kopieën of foto’s van de digitale dossiers is niet toegestaan. De minister onderzoekt of er extra locaties kunnen worden ingericht waar mensen het archief kunnen raadplegen.
De zienswijze van de AP heeft grote gevolgen voor de archiefsector, waar veel archieven persoonsgegevens bevatten. Om archieven zoals het CABR uiteindelijk digitaal toegankelijk te maken, bereidt Bruins een wetswijziging voor die een belangenafweging tussen openbaarheid en privacy mogelijk maakt.
Tot die tijd blijft ook het papieren CABR-archief in de studiezaal van het Nationaal Archief beschikbaar. Onder dezelfde voorwaarden kunnen verzoekers de dossiers inzien, maar zonder kopieermogelijkheid.