‘Geef geschiedenis voormalig Nederlands-Indië prominentere plek in onderwijs’

3 minuten leestijd
1
Reproductie van een plattegrond van Batavia uit circa 1627
Reproductie van een plattegrond van Batavia uit circa 1627 (CC BY-SA 3.0 - Tropenmuseum - wiki)

De geschiedenis van Nederlands-Indië en Indonesië moet een prominentere plek krijgen in het onderwijs. Dat adviseert de commissie ‘Versterking kennis geschiedenis voormalig Nederlands-Indië’ in een rapport dat vandaag wordt aangeboden aan het kabinet.

De aanbeveling is niet heel verrassend. De commissie, onder leiding van oud-minister Jet Bussemaker, werd in 2021 speciaal door de regering in het leven geroepen om aanbevelingen te doen om de kennis van de geschiedenis van voormalig Nederlands-Indië te vergroten. Volgens de commissie valt er wel wat te doen in het onderwijs. Hoewel er veel educatief materiaal beschikbaar is, komt het verhaal van Nederlands-Indië op scholen namelijk “zeer versnipperd aan bod”.

“Het ontbreekt leraren aan tijd om hier zelf goed invulling aan te geven. Het hangt daardoor sterk af van de persoonlijke betrokkenheid van leerkrachten en docenten of het thema aan bod komt. Door deze geschiedenis stevig te verankeren in het nieuwe curriculum, wordt de aandacht ervoor beter geborgd.”

De commissie adviseert om de komende tijd al werkvormen, handreikingen en bronnenmateriaal te laten ontwikkelen die dan later kunnen worden ingepast in het onderwijs.

Advies 'Deel en verbind'
Advies ‘Deel en verbind’
Op het vmbo en mbo is volgens de commissie een flinke inhaalslag te maken. In vergelijking met havo en vwo wordt daar nog minder geschiedenis gegeven. Als het aan de commissie ligt wordt in het mbo de geschiedenis van de voormalige kolonie straks expliciet behandeld in het zogeheten burgerschapsonderwijs. Ook de dekolonisatie met de doorwerking ervan in het heden moet daarbij aan bod komen.

Voor het vmbo is het advies om een apart examenvak Mens & Maatschappij te ontwikkelen. Uit het adviesrapport, getiteld Deel en verbind:

“De vakken aardrijkskunde en geschiedenis komen nauwelijks voor in de bovenbouw vmbo basis-kader, terwijl maar liefst 55 procent van de Nederlandse leerlingen op het vmbo zit. We adviseren voor deze leerlingen een mogelijkheid te creëren om kennis te nemen van (aspecten van) de geschiedenis van Nederlands-Indië/Indonesië.”

Belang

De commissie benadrukt in het advies het belang van betere kennis van de koloniale geschiedenis in voormalig Nederlands-Indië omdat deze geschiedenis “altijd doorwerkt in onze samenleving”.

“Naar schatting twee miljoen Nederlanders zijn verbonden met dat verleden doordat zijzelf, hun ouders of hun grootouders daar leefden, de roerige tijd van dekolonisatie meemaakten en door de omstandigheden gedwongen naar Nederland kwamen. Met alle trauma’s en verliezen die dat met zich meebracht.”

In de cultuursector wordt volgens de commissie al veel gedaan. Zo onderzoeken verschillende musea en erfgoedinstellingen de herkomst van de eigen collecties, wordt bekeken welke toelichting bij museale objecten passend is en neemt men de eigen rol binnen de koloniale geschiedenis onder de loep. In exposities wordt ook geregeld aandacht besteed aan het koloniaal verleden. Een kanttekening die de commissie daarbij maakt is echter wel dat veel tentoonstellingen tijdelijk van aard zijn en dat opgedane kennis en inzichten daarna weer snel dreigen te verdwijnen.

Jaarlijkse themaweek

Het advies is om een duurzaam museaal netwerk op te bouwen om collecties en archieven met betrekking tot voormalig Nederlands-Indië te bundelen. Dit zodat de informatie landelijk voor een breed publiek toegankelijk en zichtbaar kan worden gemaakt. De commissie meent ook dat een betere samenwerking tussen het onderwijs en culturele en erfgoedinstellingen haalbaar is.

Verder pleit de commissie voor een jaarlijks terugkerende, landelijke themaweek over de koloniale geschiedenis van Nederland en doorwerking daarvan. Dit zou moeten worden georganiseerd door onderwijs en musea, samen met bibliotheken en de NPO.

Nederlands-Indië
Kaart van Nederlands-Indië, 1893 (Publiek Domein – wiki)

Terminologie

Ook de vraag welke termen het best gebruikt kunnen worden wanneer gesproken wordt over geschiedenis van voormalig Nederlands-Indië kwam aan bod. Volgens veel personen en instellingen waarmee de commissieleden sprak is ‘Nederlands-Indië’ eigenlijk niet geschikt. Bussemaker deelt die mening, zo laat ze weten tegenover de Volkskrant:

De term voormalig Nederlands-Indië is eigenlijk een koloniale term. En als je Indisch zegt, dan verwijs je naar Nederlanders met ten minste één Europese ouder. Je mist dan de geschiedenis van de Molukkers, de Chinezen, de Papoea’s en de Indonesiërs. Er zijn vanuit heel veel verschillende invalshoeken verhalen over deze geschiedenis te vertellen.”

Hoe het dan wel moet is niet helemaal duidelijk. Volgens de commissieleden is er niet één enkel woord te bedenken dat de lading helemaal dekt. De commissie geef daarom vooralsnog voorkeur aan de benaming Nederlands-Indië/Indonesië omdat daarin…

“…wordt meegegeven dat het om een geschiedenis gaat van een archipel die momenteel Indonesië heet en gedurende een bepaalde periode onder betwist Nederlands gezag stond als Nederlands-Indië.”

Digitaal platform

Een te ontwikkelen digitaal platform moet straks gaan fungeren als een kenniscentrum, online museum en platform voor dialoog en discussie. Als het aan de commissie ligt wordt dit platform, dat gericht is op het brede publiek, verbonden aan het geplande Slavernijmuseum

Overzicht van boeken over de geschiedenis van Nederlands-Indië

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
1 Reactie
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 54.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
1
0
Reageren?x
×