Geflirt op de fiets met Anne Frank

De fietsrepubliek – Pete Jordan
5 minuten leestijd
Witte fietsen in Nationaal Park de Hoge Veluwe - cc
Witte fietsen in Nationaal Park de Hoge Veluwe - cc

“Nederland fietsland.” Wie kent deze slogan niet? Voor de gemiddelde Nederlander is het zien van fietsers in allerlei soorten en maten een vertrouwd beeld. Rutte en Donner op de fiets richting het Binnenhof? Volstrekt normaal toch? Buitenlanders daarentegen wrijven zich de ogen uit bij het zien van al die maffe Nederlandse fietscapriolen.

De Fietsrepubliek - Pete Jordan
De Fietsrepubliek – Pete Jordan
Pete Jordan, een Amerikaan die inmiddels elf jaar in Amsterdam woont, schreef met De fietsrepubliek een boeiende cultuurgeschiedenis over een oer-Hollandse fenomeen. Jordan groeide op in San Francisco. In die miljoenenstad vrat hij honderden kilometers op zijn gifgroene stalen ros. Het fietsje, dat hij ‘Augurk’ doopte, leverde hem algemeen onbegrip op van familie en vrienden; de communis opinio in Amerika is immers dat je alleen iets hebt aan een rijbewijs en een auto. De ´Augurk´ overleefde Jordans enthousiasme niet lang: ‘Uiteindelijk heb ik het ding vroegtijdig zijn graf ingereden. We kregen niet eens de kans samen zijn verjaardag te vieren.’

Naar Amsterdam

In 2001 begon Jordan een studie stedenbouwkunde aan San Francisco State University. Als fietsfanaticus was hij vooral geïnteresseerd in stadsinrichtingen waarbij het autoverkeer wordt beperkt en ruime faciliteiten bestaan voor fietsers en voetgangers. Toen Jordan in een Amerikaans boek een mooie foto zag van een enorme colonne fietsers in Amsterdam – hij had geen idee waar de stad lag – besloot hij zich (na wat vooronderzoek) in te schrijven aan de Universiteit van Amsterdam. Hier vervolgde hij zijn studie stedenbouwkunde, in het Engels natuurlijk.

Grappig is dat Jordans kennismaking met Amsterdam bestond uit een aanrijding op het Spui – met Jordan als slachtoffer – en dat hij al heel snel zijn eerste Hollandse fiets verloor aan een ‘zwijntjesjager’ (Amsterdams Bargoens voor fietsendief). Beide voorvallen weerhielden hem en zijn vriendin Amy Joy er niet van om naar Amsterdam te emigreren.

Paarden op fietspad

In de eerste hoofdstukken lezen we dat, met dank aan onze oosterburen, zich in de jaren 1920 een fietsrevolutie voltrok in Nederland. Omdat de Weimarrepubliek leed onder hyperinflatie, overspoelden relatief goedkope Duitse fietsen de Nederlandse markt en maakten van ons land een fietsrepubliek. Beginjaren 1920 kwam liefst negentig procent van de lagelandenfietsen uit Duitsland, terwijl de prijzen kelderden van gemiddeld 129 gulden in 1919 naar 61 gulden in 1925. Tegelijkertijd verdrievoudigden de prijzen van ritten met de Amsterdamse tram, voorheen hét vervoersmiddel in de hoofdstad. De tram had als nadeel dat deze telkens moest stoppen voor passagiers én voor mensen die hun brieven wilden posten. In de jaren 1920 en 1930 zat er namelijk – hoe ingenieus – een brievenbus gemonteerd op de derrière van Amsterdamse trams. Ga toch fietsen, dachten veel Amsterdammers.

Vanwege het veronderstelde gevaar verbood het stadsbestuur het fietsen in diverse straten in de binnenstad. Gelukkig kwamen er vanaf 1925 fietspaden in Amsterdam en begon het straatbeeld in de jaren 1920 te veranderen door verkeersborden. In 1932 werd het eerste verkeerslicht in Amsterdam feestelijk ingehuldigd. Veelbelovende initiatieven, maar de talloze handkarren en paarden bleken nog vaak een obstakel te zijn voor fervente fietsers.

Affiche Hinde-Rywielenfabriek Amsterdam - Johann Georg van Caspel, 1896-98 (Wiki Commons)
Affiche Hinde-Rywielenfabriek Amsterdam – Johann Georg van Caspel, 1896-98 (Wiki Commons)

Vrouwenbenen

Interessant is het perspectief van buitenlanders op Nederlandse fietsers. Wat Jordan en andere observanten opvalt, is dat er in Nederland enorm veel fietsers zijn, dat Nederlanders snel en behendig met hun stalen ros omgaan en dat ze – in de steden althans – gewoon schijt hebben aan de verkeersregels, mede omdat de politie deze niet kan handhaven.

Zelfs zwangere Nederlandse vrouwen durven op de fiets te stappen, iets dat in Amerika not done is want zoiets is veel te risicovol. Diezelfde Nederlandse vrouwen – zwanger of niet – beschikken door al dat gefiets over de mooiste benen ter wereld. En verliefde meisjes springen nonchalant op de bagagedrager bij hun vriend (dit meeliften op bagagedragers is overigens in veel andere landen verboden, net als de in Nederland doodgewone terugtraprem).

Frank en vrij

Fietsers aan het einde van de 19e eeuw (Wiki Commons)
Fietsers aan het einde van de 19e eeuw (Wiki Commons)
De historie en het belang van de fiets krijgen ruimschoots aandacht. Zo speelde de fiets tijdens de bezetting van 1940-1945 een belangrijke rol in de strijd tegen de nazi’s. Verzetslieden namen geallieerden dikwijls mee op de bagagedrager om ze snel in veiligheid te brengen. Engelsen en Amerikanen zelf laten fietsen zou natuurlijk meteen argwaan wekken bij de Duitsers. Wie niet fatsoenlijk kan fietsen, is zeer wel mogelijk geen Nederlander…

Over de Tweede Wereldoorlog gesproken: Nederlanders deden reeds toen alles op de fiets, tot en met flirten aan toe. Zo is een pagina uit het dagboek van Anne Frank, van juni 1942, gewijd aan dit fenomeen. De dertienjarige Anne – toen nog niet ondergedoken – stelde dat ze bij ongewenst fietsflirten met een tactische stuurbeweging haar tas op de grond liet vallen. Dat gaf haar de gelegenheid om frank en vrij van gespreksonderwerp te veranderen. Door deze onderbreking zou het geflirt van de medefietser volgens Anne wel ophouden.

Roken en kratjes pils

Diverse andere aspecten van de fietsgeschiedenis komen aan bod. Zoals de nationaalsocialistische fietsendieven en het roemruchte wittefietsenplan van de Provo’s. Verder vergelijkt Jordan autoland Amerika met fietsland Nederland. Waarom sloeg de fiets in de Verenigde Staten niet aan, maar wel in Nederland? Jordan noemt een keur aan plausibele verklaringen: de massaproductie van Ford en Dodge auto’s in de VS (kort na 1900) drukte de prijzen, de goedkope benzine, de grote afstanden in Amerika, de brede wegen, oneindige ruimte, en ten slotte het verschil in levensritme: in 1928 al constateerden Amerikanen dat Nederlanders nooit haast lijken te hebben en hun zaken op hun fietsje afhandelen.

Naast de historische invalshoek die de auteur hanteert, verlevendigt hij de tekst met allerlei zelf uitgevoerde steekproeven op basis van observatie. Zo blijken Amsterdamse vrouwen op de fiets relatief vaak een mobieltje, paraplu of aangelijnde hond vast te houden, terwijl mannen naar verhouding vaker roken, een kratje pils vervoeren en een tweelingfiets of ladder meesleuren.

Jordans verhaal eindigt bijzonder en maakt de cirkel mooi rond. Zijn vriendin Amy Joy besloot namelijk een opleiding te volgen tot fietsenmaker. Op 1 januari 2008 werd ze de trotse eigenaar van een fietsenwinkel in Amsterdam. Als Pete zin krijgt in een verse augurk, kan hij dus gewoon bij zijn vriendin aankloppen.

Fietsfiles

Qua bronnenmateriaal is het vooral gebaseerd op krantenartikelen en niet op wetenschappelijke literatuur. Jordan mist daardoor interessante publicaties zoals de RIVM-uitgave Fietsverkeer in praktijk en beleid in de twintigste eeuw uit 1999. Dit boek is een vergelijkend onderzoek naar fietstrends van 1900-2000 in steden als Amsterdam, Eindhoven, Enschede, Kopenhagen, Manchester, Hannover, Basel en Antwerpen. Met dit vergelijkende perspectief en met de grafieken en tabellen had Jordan veel voordeel kunnen doen.

Ook had een literatuurlijst toegevoegd mogen worden en verdient de periode 1960-2000 meer aandacht. Juist omdat de afgelopen drie decennia weer een groei van het fietsgebruik te zien geeft en nu, in 2013, de eerste echte fietsfiles ontstaan in steden als Amsterdam, Den Haag en Utrecht.

Boek: De fietsrepubliek – Pete Jordan

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×