Zonnebrandcrême zit bij elke bergwandelaar in de tas. Op hoogte is de UV-straling veel heftiger dan in de lage Benelux. Sterker nog, de zonnebrandcrême is bedacht door een bergbeklimmer!
De Zwitsers chemicus en bergbeklimmer Franz Greiter, beklom in 1938 de Piz Buin, een berg met een hoogte van 3312 meter op de Oostenrijkse-Zwitserse grens. Tijdens de klim verbrandde hij ernstig, door de felle weerkaatsing van het zonlicht op de bergtop. Na deze ervaring zwoor hij een manier te vinden om de huid te beschermen tegen zonnebrand. Dit resulteerde in het eerste zonnebrandproduct dat in 1946 op de markt kwam onder de naam Gletscher Creme. Uitstekend was het niet te noemen met een Sun Protection Factor 2.
Firma Piz Buin
Greiter was een uitzonderlijke combinatie van chemicus, wetenschapper en zakenman. De Zwitser zette een bedrijf op in zonnebrandprodukten en noemde het heel toepasselijk Piz Buin, naar de Oostenrijkse berg. Greiter kwam in 1962 ook op de proppen met SPF, Sun Protection Factor. Een term en standaard vandaag de dag nog steeds gebruikt wordt. Maar Greiter was niet de enige, die op zoek was naar een product dat bescherming zou bieden tegen de uv-straling van de zon.
Commercial voor Piz Buin-zonnebrandcrème
Amerikaans middel
In Amerika werkte een apotheker, Benjamin Green, eveneens aan een middel om Amerikaanse soldaten die in de Stille Zuidzee opereerden te beschermen. We zijn dan in het jaar 1944, middenin de Tweede Wereldoorlog. Green’s middel werd bekend als Red Vet Pet en bestond uit rode vaseline, een zalf op basis van petroleum. Het was een onaangenaam goedje om aan te brengen en werd in de loop der jaren verbeterd. De firma Coppertone kocht het patent en commercialiseerde het middel.
Nieuwe Doelgroepen
Zowel Piz Buin als Coppertone zijn ontwikkeld voor specifieke doelgroepen namelijk soldaten en bergbeklimmers. Door maatschappelijke ontwikkelingen werd de markt voor deze middelen sterk vergroot. Tot de Tweede Wereldoorlog was een witte huid de norm. Met een witte huid liet je zien dat je je dagen binnen spendeerde en dus niet buiten op het land hoefde te werken. Om die reden gegoede burgers soms ook een parasol bij de hand als ze wel een uitstapje in het zonlicht maakten. Mocht er onverhoopt toch een bruin tintje op de huid ontstaan dan werd dit opgelost met wit poeder, dat zowel door mannen als vrouwen veel gebruikt werd.
Deze opvatting is na de Tweede Wereldoorlog radicaal veranderd. Tegenwoordig vinden veel mensen een bruin tintje mooi en gezond staan. Daarom zoeken zij de zon juist op en hebben meer behoefte aan zonnebrandcrêmes. De brede invoering van de vakantie als arbeidsvoorwaarde gaf het zonnen een nieuwe impuls. Het massatoerisme bracht de Europeanen massaal naar zonnige oorden. Bruin moest je zijn. Wie bruin was liet zien dat hij zich een vakantie kon veroorloven. Een bruine huid geeft je daardoor meer status.
Ook interessant: Machtiger dan de zon – De geschiedenis van zomer- en wintertijd