In het gehucht Mont-Saint-Jean, iets buiten Brussel, hebben archeologen een veldgraf gevonden met daarin de resten van een militair die tijdens de Slag bij Waterloo om het leven zou zijn gekomen. Volgens onderzoekers van Waterloo Uncovered, een organisatie die doorlopend onderzoek doet naar het historische slagveld, gaat het om een zeer zeldzame vondst.
Op de vindplaats bevond zich tijdens de slag volgens de onderzoekers een veldhospitaal van de Britse hertog Arthur Wellesley, die aan het hoofd stond van de geallieerde troepen die het opnamen tegen Napoleon. Tijdens een onderzoek bij een boomgaard vlakbij de hoeve van Mont-Saint-Jean troffen de onderzoekers een intact skelet van een soldaat aan, liggend tussen munitiekisten, medisch afval. Ook werden losse ledematen gevonden, stille getuigen van de amputaties die chirurgen hier uitvoerden in de hoop het leven van gewonden te redden. Tot slot zijn er ook beenderen van paarden of muilezels gevonden.
De bij het onderzoek betrokken professor Tony Pollard van de Universiteit van Glasgow, is onder de indruk van de vondsten:
āIk ben al twintig jaar slagveldarcheoloog en heb nog nooit zoiets gezien. We kunnen niet dichter bij de kille oorlogsrealiteit van de Slag bij Waterloo komen dan dit.ā
Kunstmest
Archeologen denken dat rond het voormalige slagveld van Waterloo nog verschillende massagraven liggen die nooit ontdekt zijn. Lang niet alle slachtoffers van de slag belandden echter in dergelijke graven. Grote aantallen slachtoffers werden verbrand op grote brandstapels en ook is bekend dat veel stoffelijke overschotten na de slag werden opgegraven om naar het Verenigde Koninkrijk overgebracht te worden. Daar werden de beenderen vermalen en verwerkt in kunstmest.
De Slag bij Waterloo van 18 juni 1815 is een van de belangrijkste en meest bekende veldslagen uit de moderne tijd. De slag betekende de definitieve ondergang van de Franse generaal Napoleon Bonaparte, die verslagen werd door een Europees coalitieleger van Engelse, Pruisische en Nederlandse troepen.