Als je ‘om des keizers baard’ speelt, staat er niet op het spel. Er is geen belang verbonden aan het spel, de uitkomst doet er eigenlijk niet toe. Eigenlijk is de activiteit die om des keizers baards plaatsvindt, vaak is dat een wedstrijd, nutteloos. De herkomst van de zegswijze ‘om des keizers baard’ is niet helemaal duidelijk. De winnaar krijgt bijvoorbeeld helemaal geen baard van een keizer na afloop… Maar de diverse theorieën zijn interessant.
Keizersbaard of geitenbaard?
Het gezegde ‘om des keizers baard’ is waarschijnlijk afkomstig uit de Duitse taal, waar een soortgelijke uitdrukking bekend is, namelijk um des Kaisers Bart streiten. Wellicht is deze uitspraak, zo oppert het Groot Uitdrukkingenwoordenboek van Van Dale (2006), weer een verbastering van um den Geissenbart streiten, om de geitenbaard strijden. Daarop voortbordurend is deze zegswijze vermoedelijk een vertaling van het Latijnse de lana caprina rixari – ‘ruziemaken over geitenwol’ – een woordcombinatie die voorkomt in Epistulae van de Romeinse dichter Horatius (65-8 v.Chr.), een boek waarin hij allerlei volkse dwaasheden bekritiseerde.
In dit boek stelt Horatius de schertsende vraag of je geitenhaar ook ‘wol’ mag noemen, net zoals bij schapenvacht. Deze discussie ging later symbool staan voor een nutteloze discussie in het algemeen. Diverse woordenboeken, waaronder de Van Dale, geven bij de lana caprina dan ook de betekenis ‘ruziemaken over iets nutteloos’.
Haal ‘des keizers baard’ maar op!
Grammaticus en lexicograaf Pieter Weiland (1754-1842) kwam in de negentiende eeuw, in diens Kunstwoordenboek, met een interessante verklaring over de uitdrukking, een verklaring die later ook in het bekende spreekwoordenboek van F.A. Stoett werd overgenomen. Een duel met als inzet de baard van de keizer, was een wedstrijd die nergens over ging omdat je sowieso geen rechten kon laten gelden op die baard. De keizer was immers het hoogste gezag. Je zou wel gek zijn om je na afloop van de wedstrijd naar de keizer te begeven om hem te zeggen dat je zijn baard gewonnen had. In sommige gevallen wordt er dan ook wel gesproken van…
wedden om des Keizers baard; die het wint, zal hem halen.”
Karel de Grote of Frederik Barbarossa?
In navolging van de verklaring van Weiland, is wel naar voren gebracht dat het om een daadwerkelijke baard van een keizer zou kunnen gaan in de zegswijze ‘om des keizers baard’. Welke keizers komen in dat geval in aanmerking? Het Woordenboek der Nederlandsche Taal komt met de volgende twee suggesties: ‘de witte baard’ van Karel de Grote (ca. 745-814) of ‘de roode’ van Frederik Barbarossa (1122-1190).
Lijst met historische uitdrukkingen (en scheldwoorden)
Bronnen ▼
-http://onzetaal.nl/taaladvies/om-des-keizers-baard
-Biografische informatie over Pieter Weiland: http://www.dbnl.org/tekst/anro001bioe01_01/weil004.php
-http://www.dbnl.org/tekst/anro001bioe01_01/weil004.php>