De Hagia Sophia, ook wel Aya Sophia, is een beroemde kerk in Istanbul. Tijdens de Byzantijnse tijd de belangrijkste kerk van de stad. Werd later een moskee en is momenteel een museum.
De Hagia Sophia, kerk van de Heilige Wijsheid, werd in 360 na Christus gewijd. Dik veertig jaar later werd deze eerste Hagia Sophia echter door brand verwoest. De kerk werd in 416 herbouwd maar werd korte tijd later vernield.
De bouw van de huidige Hagia Sophia startte in 532 na Christus. Opdrachtgever voor de bouw was Justinianus I, keizer van Byzantium in de periode 527-565. De keizer wilde dat de kerk het godsdienstig middelpunt van zijn rijk zou worden. Verantwoordelijk voor de bouw, die tot 537 duurde, waren Anthemius van Tralles en Isidorus van Milete.
Eenentwintig jaar nadat de kerk was ingewijd stortte de koepel van de Hagia Sophia in. In 562 was dit probleem hersteld.
De kerk heeft een vrijwel vierkante plattegrond en de in het oog springende koepel wordt gedragen door vier pijlers van ongeveer 25 meter hoog. In de koepel zelf, die een doorsnee heeft van 33 meter, zijn veertig ramen gemaakt waardoor in de kerk een boeiend lichtspel ontstaat. In de kerk werden veel mozaïeken aangebracht. Een aantal van deze mozaïeken zijn momenteel vrijwel onzichtbaar vanwege dikke lagen Turks witkalk.
In 1453 kwam Constantinopel in handen van de Turken. De Hagia Sofia werd toen, net als veel andere kerken in de stad, een moskee. Het kruis op de koepel werd vervangen door een halve maan en de mozaïeken werden door de Ottomanen overgekalkt. Verder werden bij de Hagia Sofia vier minaretten geplaatst en binnen werden onder meer een gebedsnis en sultansloge gebouwd.
In de periode 1839-1848 werd de Hagia Sofia grondig gerenoveerd. In 1934 werd het gebouw in opdracht van Atatürk geseculariseerd. Momenteel is de Hagia Sofia niet meer in dienst als kerk of moskee, mar herbergt het een museum.
De Hagia Sofia, vaak gezien als het hoogtepunt van de Byzantijnse bouwkunst, maakt sinds 1934 onderdeel uit van de werelderfgoedlijst van UNESCO.