De heilige Bonifatius wordt ook wel de apostel van de Duitsers en de architect van het christelijke West-Europa genoemd. De geestelijke stichtte een groot aantal kloosters. Niet iedereen was blij met zijn werk. Volgens de overlevering werd Bonifatius op 5 juni 754 bij Dokkum door heidense Friezen vermoord.
Volgens de priester Willibald, die een hagiografie over hem schreef, werd Bonifatius rond het jaar 672 geboren in de buurt van Exeter, in Zuidwest-Engeland. Dit onder de naam Winfrid of Wynfrith. Hij zou van adellijke komaf zijn geweest en tegen zijn vaders zin al op zijn zevende voor een leven als kloosterling hebben gekozen. Op zijn dertigste werd hij priester.
In 716 verliet Bonifatius Engeland om een eerste missie naar Friesland te ondernemen. Aangekomen in de Lage Landen werd echter duidelijk dat het vanwege politieke omstandigheden geen goed idee was om naar Friesland af te reizen. Niet veel later reisde hij naar Rome, waar de paus hem opdracht gaf om de Germanen in het gebied ten oosten van de Rijn te kerstenen. Tegelijk kreeg hij zijn nieuwe naam: Bonifatius, wat iets betekent als ‘hij die het goede doet’. In Thüringen ging hij vervolgens aan de slag als missiebisschop. In deze gebieden maakte Bonifatius snel naam. De missionaris ging ook rigoureus te werk. In verschillende gebieden liet hij heidense heiligdommen verwoesten om daar vervolgens nieuwe kerken en kloosters op te richten. Later was hij ook werkzaam in Hessen en uiteindelijk werd hij zelfs benoemd tot aartsbisschop van Mainz. In Utrecht werkte de Angelsaksische missionaris twee jaar samen met Willibrord, de bekendste missionaris in Nederland. Na diens dood in het jaar 744 nam Bonifatius het bisdom Utrecht onder zijn hoede.
Moord in Dokkum
In 754 reisde de ongeveer tachtigjarige Bonifatius alsnog met 52 andere missionarissen naar Friesland af in een poging de Friezen te kerstenen. Onderweg liet hij onder meer heilige bomen omkappen en doopte hij Friezen die zich bekeerden tot het christelijk geloof. Dat niet alle Friezen veel respect voor de bisschop hadden, bleek op 5 juni 754. Onderweg naar een doopfeest werd de aartsbisschop die dag bij Dokkum overvallen en vermoord. Ook ongeveer vijftig van zijn volgelingen, onder wie de bisschop Eoban van Utrecht, kwamen om het leven.
Volgens sommige bronnen las Bonifatius op het moment van de overval voor uit de bijbel. Of het de overvallers om buit ging of dat ze religieus geïnspireerd waren, is niet duidelijk. Na zijn dood werd de missionaris al snel heilig verklaard. Of Bonifatius daadwerkelijk op 5 juni werd gedood staat overigens niet vast. Mogelijk stierf hij iets later.
Bonifatius’ lichaam werd overgebracht naar het klooster van Fulda, dat hij tien jaar eerder zelf gesticht had. Het boek waarmee de aartsbisschop zich volgens de overlevering tijdens de aanval probeerde te verdedigen, wordt daar ook bewaard. Op deze zogenaamde Codex Ragyndrudis zouden nog sporen van zwaardslagen te zien zijn.
Bedevaartsoord
Vanaf eind negentiende eeuw werd Dokkum vanwege de marteldood van Bonifatius een bedevaartsoord. Er doken ook plotseling allerlei beenderen van de heilige op, die later overigens allemaal vals bleken. In de iconografie wordt Bonifatius vaak afgebeeld met heilig boek waar een zwaard of dolk doorheen is gestoken.
Ondanks de dood van de aartsbisschop ging de kerstening van de Lage Landen gewoon door. Eind achtste eeuw was deze vanuit institutioneel oogpunt gezien zelfs voltooid.
Christendom vóór Bonifatius
Er wordt wel eens beweerd dat het christelijk geloof in de Lage Landen werd geïntroduceerd door Bonifatius en Willibrord. In werkelijkheid gebeurde dit echter al eeuwen eerder, tijdens de laatste decennia van het Romeinse bewind. Eind vierde eeuw had de Romeinse keizer Theodosius I, die ook regeerde over een deel van de Lage Landen, het christendom zelfs uitgeroepen tot staatsgodsdienst. Hij vaardigde ook verschillende wetten tegen het heidendom uit. De basiliek op het graf van de heilige Servatius in Maastricht groeide in deze periode uit tot een pelgrimsoord. Met de terugtrekkende Romeinen werd het christendom echter steeds zuidelijker teruggedrongen. Toen Bonifatius en Willibrord in de Lage Landen arriveerden, was er voor hen dus voldoende missiewerk te verrichten.