De jaren zestig en zeventig kenden een nogal uitgesproken visie rondom woningbouw. Het leidde in het plaatsje Blerick, bij Venlo, tot de grootste wooneenheid die in Nederland bestaan heeft: De Knoepert. Vijfentwintig jaar later leidde het tot de grootste dynamitering die de Nederlandse sloopgeschiedenis kent.
Bijna 500 appartementen telde de ongekend grote flat. Het zou begin jaren zeventig het paradepaardje zijn van de moderne woningbouw. De woningnood in de gemeente Venlo zou er in een klap mee worden opgelost. De komst van de flat ging niet zonder protesten maar die werden niet erg serieus genomen. De bouw begon in 1972 en het zou tot 1974 duren tot de eerste bewoners erin konden. De flat heette officieel “Vleugelflat St. Annakamp”. De buurtbewoners noemden de kolossale flat al snel “De Knoepert, wat lokaal dialect is voor iets enorms. De flat was niet alleen enorm groot, de woningen waren voor hun tijd ook bijzonder ruim en luxe. Het idee was een soort gemeenschap onder een groot dak. Daaromheen gedeeld groen waar men elkaar kon ontmoeten. Het was de woonvisie die in die jaren dominant was. De Bijlmermeer in Amsterdam is er landelijk gezien nog steeds de bekendste exponent van.
De bloeiperiode duurde echter maar kort. Bewoners vonden het verblijf in de kolossale flat onprettig en ook werd er veel overlast van buren ervaren. Van gemeenschapszin kwam weinig terecht. De wachtlijst ging al snel over in een leegstand. Vanaf dat moment werd de ruimte opgevuld met mensen die geen alternatief hadden. De sociaal zwakkeren. De concentratie daarvan zorgde voor een grote hoeveelheid problemen en overlast. Ook kregen veel voormalige cliënten uit de geestelijke gezondheidszorg een flat. Daardoor vonden er ook veel zelfmoorden plaats. Ook vrouwen uit het blijf-van-mijn-lijf huis kregen er woningen toegewezen, wat tot diverse incidenten leidde.
Pogingen in in de jaren tachtig om het tij te keren hielpen niet. Een investering van twee miljoen maakte de flat niet aantrekkelijker. De leefbaarheid in en rondom de de flat stond sterk onder druk. Alle hoeken en gaten rondom de flat waren een ideale plek voor drugsdealers. De Knoepert werd synoniem voor verloedering, overlast en onveiligheid. In 1990 was de leegstand opgelopen tot meer dan de helft van de woningen. En voor zover er woningen verhuurd werden kampten veel bewoners met huurachterstanden die bij elkaar in de tonnen liepen.
Blerick en de gemeente Venlo zaten behoorlijk in de maag met de flat. Slopen zou een flinke kostenpost worden. Daarom werd de Knoepert in 1996 verkocht aan de firma Hazeleger. De laatste bewoners verlieten de flat dat jaar. Die had plannen om de flat te renoveren en om er dure appartementen van te maken. Maar er kwam weinig van de grond. De spookflat had aantrekkingskracht op vernielingen, graffiti, junks en nog meer narigheid.
In plaats van er appartementen van te maken verhuurde Hazeleger de flat door aan het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA). In 1998 had Nederland namelijk te maken met een piek in het aantal asielzoekers. Dus een flat met zoveel wooneenheden was een interessante noodoplossing. Venlo ontving het bericht dat ze 2000 asielzoekers konden verwachten om in de Knoepert onder te brengen. Daar had de gemeenteraad enkel kennis van te nemen want het was een landelijke bevoegdheid. Het besluit zorgde echter voor grote onrust in Blerick. Men zag dit enorme aantal in een flat zonder voorzieningen, niet zitten. De gemeente wist het COA echter van een alternatieve locatie te overtuigen waardoor de opvang in de Knoepert van tafel ging. Elders in de stad werd een tijdelijke locatie gebouwd op een plaats die meer geschikt was.
Het einde van de flat
Nadat de rust terug was gekeerd laaide de discussie in de gemeenteraad op over wat men met de Knoepert aanmoest. Uiteindelijk werd het ultieme middel ingezet: sloop. Een pijnlijk besluit want er moesten miljoenen afgeboekt worden. Er was echter geen enkele hoop meer dat het nog iets werd met de Knoepert dus werd het verlies maar genomen. Sloopbedrijf Van Hees uit Tilburg werd ingehuurd. Ze kregen de eer om de grootste sloopklus uit de Nederlandse geschiedenis te klaren.
In de vroegste maanden van 1999 werden de lage gedeeltes met shovels gesloopt. Voor het hoge middengedeelte was die methode niet geschikt. Daar moest springstof aan te pas komen. In de dragende palen van de flat werd de springstof aangebracht. Op 26 mei 1999 brak de dag aan dat de flat neer zou gaan. Dit zorgde voor een grote toeloop aan publiek uit de regio, dat wilde zien hoe de gehate flat zou verdwijnen. Ook de pers was er vanuit het hele land op afgekomen. De explosie liep grotendeels volgens plan. Een klein deel wist de explosie echter te weerstaan. Dit deel was zeer weerbarstig want ook de pogingen om het flatdeel met scheepskettingen omver te trekken mislukte. Dit moest de dagen daarna nog met de sloopkogel worden weggehaald.
Op het terrein van de voormalige Knoepert verrees een woonwijk die in geen enkel opzicht meer wijst op het gevaarte dat er ooit stond. De problemen in de flat stonden niet op zichzelf en deden zich voor in meerdere soortgelijke eenheden in Nederland. In meerdere steden gingen de galerijflats tegen de vlakte waaronder ook in de Bijlmermeer. Maar nergens werd het zo spectaculair als in Blerick. De vleugelflat St. Annakamp was een dure les over woningbouwprojecten die vooral niet werken. Al hadden we dat zonder dit soort experimenten natuurlijk nooit kunnen weten.
Boek: Canon van Limburg