In de pers is al veel aandacht geweest voor dit boek dat al enkele weken via internet en de betere boekhandel verkrijgbaar is. De volledige titel van het boek luidt M.B. Rost van Tonningen (1852-1927): het familieleven van de Lombokgeneraal.
Uit de titel valt op te maken dat in het boek enthousiast is geschreven over het alledaagse leven van de generaal zoals hij dat thuis met zijn gezin had. Hoe is de man luitenant-generaal geworden en wat vond zijn familie daarvan? We leven mee met de familie aan de Haagse Groot-Hertoginnelaan waar zijn schoonouders woonden.
Den Haag was de stad met veel Indiëgangers, zowel ambtenaren als militairen. Een hechte gemeenschap waarin de nieuwtjes snel de ronde deden. Zo ervoer de Haagse familie dat toen hun schoonzoon ten strijde trok te Lombok. Het waren voor iedereen hachelijke tijden en de gemeenschap kroop dicht bij elkaar om de laatste nieuwtjes uit te wisselen. Dat was een hele klus in een tijd zonder internet, waarin men hoofdzakelijk was aangewezen op correspondentie en een enkele keer een (duur) telegram. Ook wisten ambtenaren op het ministerie van Defensie nogal eens nieuwtjes uit te lekken. Het was dus zaak om dicht bij de bron te zitten.
Overigens is het boek geen biografie. Wie uitgebreid informatie zoekt over de Atjeh-oorlogen of de gebeurtenissen te Lombok zal deze -zoals in het voorwoord reeds staat- niet vinden. Dat neemt niet weg dat we kennis nemen van de invloed van deze oorlogen op de familie. Rost van Tonningen, die zelf te Paramaribo is geboren als zoon van eveneens een militair, was een krachtdadig en voorbeeldig generaal, die rust kalmte en stabiliteit uitstraalde in zijn werk. Niemand weet dat hij het liefste thuis was bij vrouw en drie kinderen. Ook weet niemand hoe hij heeft moeten vechten om zijn jongere vrouw te veroveren. Wat zaten zijn adellijke schoonouders vol wantrouwen jegens deze versierpogingen aan te kijken.
Wie was deze Marinus Rost van Tonningen? Vanwege het grote leeftijdverschil dachten de aanstaande schoonouders dat hij wellicht elders nog kinderen had rondlopen. Die geruchten gingen in Indië nog vlak voor het huwelijk. Er was niets van waar. Marinus Rost van Tonningen heeft zich zijn hele leven moeten bewijzen jegens zijn schoonfamilie. Overal werd geïnformeerd naar de achtergrond van deze man en zijn familie. Dankzij het particuliere archief dat beheerd en geordend is door de schoondochter van de Lombokgeneraal F.S. Rost van Tonningen-Heubel en de schrijver van het boek, komen veel unieke feiten boven tafel die in de uitgebreide correspondentie te vinden is.
De koloniale families hadden het goed in Nederlands-Indië of het nu militairen waren of ambtenaren. Het was een wereldje van ons kent ons en Nederland was erg ver. Met andere woorden ze hadden zo hun eigen mores en de salarissen waren meer dan goed. Daarbij nog de tropenjaren en de baboe dan heb je een aardig beeld van de Nederlander in Indië. Natuurlijk waren er wel eens ruzies tussen de verschillende families en zeker lag de ene beter in de markt dan de andere, maar over het algemeen was het toch een gezamenlijk snoepen van de Indische taart. Rost van Tonningen was aanvankelijk goed bevriend met gouverneur-generaal Van Heutsz. Samen hebben ze heel wat bedisseld en geregeld.
De topfunctie van luitenant-generaal van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger kwam voor Marinus Rost van Tonningen dan ook niet als een verrassing. De oppercommandant vervulde de functie de laatste jaren van zijn loopbaan van 1907 tot 1909 tegen een vorstelijk jaarsalaris van ƒ 9.000,- Enkele dagen na het eervol neerleggen van zijn functie vertrok hij naar Nederland, waar twee van zijn drie kinderen reeds bij hun grootouders verbleven vanwege hun studie.
Boek: M.B. Rost van Tonningen (1852-1927) – F.J.A.M. van der Helm