Een bijnaam van de patriot Herman Willem Daendels luidt ‘de kleine Napoleon’. Dat is ook de ondertitel van een biografie die Hans Redeker over hem schreef. Of de vergelijking met de ‘grote’ Napoleon (Bonaparte) wel helemaal rechtvaardig is, kun je je afvragen. Anders dan de Franse keizer – hoe verder ook over hem geoordeeld mag worden – is Daendels zelfs bij benadering niet uitgegroeid tot een van de grootste militaire strategen uit de geschiedenis. Om nog te zwijgen van de talrijke andere verdiensten die Bonaparte volgens zijn vele biografen heeft gehad. Daendels was niet meer dan een bijfiguur in de vaderlandse historie. Zij het wel een interessante, al is hij zeker niet onomstreden.
Daendels werd in 1762 geboren in het toen (net als nu) kleine Gelderse stadje Hattem als zoon van een magistraat. Hij studeerde rechten in Harderwijk en vestigde zich vervolgens in zijn geboorteplaats als advocaat. Al in zijn studententijd raakte hij in de ban van het patriottische gedachtegoed. Toen stadhouder Willem V een Oranje-aanhanger benoemde op de positie van zijn (overleden) vader in plaats van hemzelf, kwam Daendels in opstand. Hij riep zijn mede-ingezetenen op zelf een stadsbestuur te vormen en verzette zich militair tegen de stadhouder. Later zette hij koers naar Amsterdam, waar hij het eveneens tegen de Oranjetroepen opnam.
Nadat Willem V zijn gezag had weten te herstellen (mede dankzij de hulp van het Pruisische leger) vluchtte de ter dood veroordeelde Daendels naar Frankrijk. Van daaruit wist hij als brigadegeneraal terug te keren naar Nederland. Zijn militaire en politieke gaven kwamen hier verder tot ontplooiing, al wisselde zijn fortuin. Zo leed hij in 1799 als bevelhebber een gevoelige nederlaag tegen Britse troepen bij Den Helder, waarna hij zelfs van verraad beschuldigd werd.
Na de troonsbestijging van Lodewijk Napoleon in 1806 keerden zijn kansen, want deze broer van keizer Bonaparte zag hem helemaal zitten. Hij roemde zijn gaven en benoemde hem in 1808 tot gouverneur-generaal van Indië.
Ambtelijk apparaat
Het verblijf van Daendels in die toenmalige kolonie heeft gezorgd voor zeer uiteenlopende commentaren. De een vond dat ‘rechtvaardigheid en billijkheid’ onder zijn bewind ver te zoeken waren, de ander prees hem zo ongeveer de hemel in. Vooral zijn reorganisatie van het ambtelijk apparaat en zijn rol bij de aanleg van de Grote Postweg op Java werden als verdiensten gezien. ‘De wegenaanleg van Daendels in Indië wordt vaak vergeleken met die van Napoleon in Europa,’ merkt Redeker op.
‘De Javanen noemden Napoleon zelfs de Daendels van Europa.’
In die zin zou Bonaparte dus zelf ‘de kleine Napoleon’ moeten heten.
Na zijn vertrek uit Indië in 1811 nam Daendels nog deel aan de (gruwelijk mislukte) veldtocht van Napoleon naar Rusland. Nadat zijn idool definitief was verslagen, vroeg hij aan het teruggekeerde staatshoofd Willem I (de zoon van Willem V) om een andere functie. Niet geheel vrij van opportunisme, maar Daendels was nu eenmaal een ‘kameleon’, altijd erop uit ‘zijn hachje te redden’, zoals Redeker opmerkt.
Helemaal zonder resultaat waren zijn inspanningen niet, want Daendels werd in 1815 benoemd tot gouverneur-generaal van de Nederlandse bezitting aan de Afrikaanse Goudkust (in het tegenwoordige Ghana). Daar stierf hij in 1818 als gevolg van een ernstige ziekte.
Onbarmhartig
Hoewel Redeker de dictatoriale en op persoonlijk voordeel gerichte neigingen van Daendels niet verbloemt, kiest hij toch vooral partij voor diens aanhangers. Hij vindt volgens zijn gedegen, zij het niet al te vlot geschreven boek, dat veel auteurs ‘onbarmhartig’ over zijn personage hebben geschreven ‘zonder zich te bekommeren over beschikbare bronnen’. Daendels was volgens de auteur…
‘…een fascinerende persoon, waar men in onze en internationale geschiedenis beslist niet omheen kan’.
De schrijver Multatuli zegt in een voetnoot van zijn Max Havelaar: ‘de levensloop van Daendels was ’n drama. (…) Al verdient hij geen plaats onder beroemde mannen, een vreemde verschijning was-i zéker’. Dat lijkt mij een juister oordeel.