Begin juni 2020 verscheen de biografie van generaal Jo van Heutsz, geschreven door schrijfster en onderzoekster Vilan van de Loo. Nog geen twee weken later werd het Amsterdamse Monument Indië-Nederland, in 1935 onthuld als blijvende herinnering aan de wapenfeiten van de generaal, beklad met rode verf. “Van Heutsz leeft! Stop alle vormen van racisme!” Ondanks het feit dat het borstbeeld van Van Heutsz al jaren geleden is verwijderd, blijft zijn naam nog steeds verbonden aan het monument. De bekladding van het monument was onderdeel van een wereldwijde protestbeweging tegen racisme. Standbeelden van “koloniale helden” liggen in die protesten opnieuw zwaar onder vuur. Keer op keer wordt in het publieke debat gevraagd: wat moeten we met die beelden?
In de inleiding op haar biografie geeft Van de Loo een duidelijk antwoord: de beelden moeten blijven staan. De discussie over de monumenten tonen het maatschappelijk ongemak aan ten opzichte van het koloniale verleden. Dat ongemak moeten we niet wegpoetsen, maar juist vergroten. Dat ongemak, zo betoogt Van de Loo, leidt tot meer onderzoek en daarmee tot meer inzicht in ons verleden en wie wij nu zijn.
Een onvergankelijk gedenkteeken
In haar boek beschrijft de auteur Van Heutsz als militair, bestuurder en zakenman. Haar doel is om hem in zijn tijd te plaatsen en daardoor te proberen die tijd beter te begrijpen. Niet alleen aan Van Heutsz, maar ook aan zijn familie, beschermelingen en tegenstanders wordt volop aandacht besteed. Hiervoor diept Van de Loo veel nieuw materiaal op uit kranten en archieven. Deze bronnen worden in het boek rijkelijk aan de lezer aangeboden in de vorm van lange citaten. Ze geven een prachtig tijdsbeeld, zoals een citaat uit de toespraak van koningin Wilhelmina tijdens een welkomstdiner voor Van Heutsz in 1910, waarin ze haar dankbaarheid uitspreekt:
“Het vele door u gewrocht, zoowel in vorige betrekkingen als in de laatste door u bekleed, zal in dankbare herinnering in koloniën en moederland blijven voortleven en het zal u in de geschiedenis van N.-I. als het ware een onvergankelijk gedenkteeken oprichten.”
Wie was Jo van Heutsz?
Wie was deze man, die in 1910 zo lovend werd toegesproken door niemand minder dan koningin Wilhelmina? Jo van Heutsz werd in 1851 in Coevorden geboren. Zijn vader was officier in het Nederlandse leger, dus een militaire carrière lag voor de hand. Na zijn opleiding in Kampen tekende hij voor het Oost-Indische leger en reisde hij af naar de kolonie, waar hij in 1873 aankwam. Op dat moment was de oorlog in Atjeh in volle gang en Van Heutsz wilde niets liever dan dáár naar toe. Eind 1874 werd hij overgeplaatst naar Atjeh, waar hij zich ontplooide als een uitstekend commandant en snel promotie maakte. Hij nam geen blad voor de mond en uitte een geheel eigen visie op de oplossing van het slepende conflict in Atjeh. Dat legde hem geen windeieren.
In 1898 werd Van Heutsz – inmiddels opgeklommen tot de militaire rang van kolonel en meermaals gedecoreerd – benoemd tot gouverneur van Atjeh. Met inzet van grootschalig militair geweld wist Van Heutsz uiteindelijk Atjeh te ‘onderwerpen’. Zijn optreden kwam onder kritiek te staan: kapitein J.J.B. Fanoy beschuldigde Van Heutsz dat hij wreedheden toepaste in zijn optreden, onder meer door het zonder waarschuwing beschieten van huizen waarbij onschuldige burgers om het leven kwamen.
Bestuurder en zakenman
In 1904 zette Van Heutsz een volgende stap in zijn carrière. Hij werd benoemd tot gouverneur-generaal van Nederlands-Indië. Hij wilde een nieuwe beleidslijn uitzetten: heel de kolonie, inclusief de Buitengewesten, moesten onder Nederlands gezag komen. Nederland was in de visie van Van Heutsz verplicht om zorg te dragen voor het welzijn van alle nieuwe onderdanen. Na zijn aftreden als gouverneur-generaal in 1909 ging Van Heutsz niet met pensioen. Hij startte, in de woorden van Van de Loo, zijn derde carrière. Ditmaal als zakenman. Met zijn enorme netwerk was hij een interessante zakenpartner voor bedrijven die internationaal handel dreven. Met name in de nog prille luchtvaartsector had Van Heutsz interesse, alhoewel niet altijd met succes. In 1924 overleed hij. Op dat moment is hem als “bekende Nederlander” meerdere malen uitgebreide hulde ten deel gevallen.
Een veelzijdig boek
De carrière van Van Heutsz maakt de biografie tot een veelzijdig en boeiend boek. Het beschrijft diverse aspecten van de koloniale geschiedenis: die van het koloniale leger, het koloniale bestuur en de economie. Juist het persoonlijke perspectief van Van Heutsz laat zien hoe deze werelden samenhingen. De militaire praktijk van het koloniale leger wordt gedetailleerd beschreven aan de hand van militaire verslagen. Hierbij krijgt ook het aspect van militair geweld volop aandacht – met name hierop richt zich de kritiek die Van Heutsz later ten deel zou vallen.
Gedegen biografie
De biografie eindigt in Amsterdam, in 1968. Op 3 februari, de geboortedag van Van Heutsz, was het Amsterdamse monument voor Van Heutsz mikpunt van rookbommen, stenen en bekladding. “Van Heutsz moordenaar”, werd er geroepen. Is er iets nieuws onder de zon? Het is de verdienste van Van de Loo dat zij Van Heutsz op basis van grondig onderzoek beschrijft en daarmee inzicht biedt in een ongemakkelijke periode uit de Nederlandse geschiedenis. In haar biografie kiest Van de Loo geen partij voor of tegen Van Heutsz, maar beschrijft ze eerlijk de zwarte en witte bladzijdes uit het leven van deze omstreden generaal. Ze bewijst hiermee dat gedegen historisch onderzoek veel meer oplevert dan het bekladden van een monument.
Boek: Uit naam van de majesteit. Het leven van J.B. van Heutsz 1851-1924 – Vilan van de Loo
Ook interessant: Van Heutsz aan het woord: Wreedheden door de troepen te Atjeh bedreven