In Bernissart, een dorpje in de Belgische provincie Henegouwen, werd in 1878 enigszins per toeval een belangrijke paleontologische ontdekking gedaan. In een kolenmijn werden naast talrijke beenderfragmenten vrijwel volledig nog in verband liggende fossiele resten van Iguanodons aangetroffen. Tot op heden blijft het echter een raadsel hoe een dergelijke grote groep van deze sauriërs tegelijkertijd de dood vond.
Een unieke vondst

Het enigma
Sinds enkele jaren voeren verscheidene wetenschappers een diepgaand onderzoek uit om te achterhalen hoe deze dieren nu eigenlijk de dood vonden. Kwamen deze plantenetende dinosauriërs om het leven door een plotselinge klimaatwisseling of moet de oorzaak elders gezocht te worden? De eerste dinosaurussen kwamen voor in het Trias, circa 250 miljoen jaar geleden. In die periode waren alle continenten verenigd in het supercontinent Pangea. Tijdens het daaropvolgende tijdperk, de Jura, viel dit supercontinent uiteen in verschillende kleinere delen. Het was in het vroege Krijt, ongeveer 125 miljoen jaar geleden, dat de Iguanodons onze contreien bevolkten. Het Krijt was het derde en laatste tijdvak van het zogenaamde Mesozoïcum. Een periode die gekenmerkt werd door nog veel vulkanische activiteit en een warm klimaat. Tevens werd deze era getypeerd door deels droge landstroken afgewisseld met een relatief vrij hoge zeespiegel waardoor de meeste kustgebieden tot betrekkelijk ver landinwaarts met ondiepe zeeën waren bedekt.
Hoewel het einde van het Krijt ook de doodsklok inluidde voor de dinosauriërs, is de meerderheid van de onderzoekers het grotendeels eens dat dit niet het “mysterie” van de Iguanodons uit Bernissart kan verklaren.

Theorieën bij de vleet

Een mogelijke plausibele verklaring
Recentelijk denkt men dat waterstofsufide (H2S) de mogelijke oorzaak zou kunnen zijn. De kleilagen waarin de Iguanodons zijn teruggevonden blijken na een onlangs uitgevoerd onderzoek immers een hoog gehalte aan pyriet of ijzerdisulfide (FeS2) te bevatten dat gevormd wordt door rood ijzeroxide (Fe2O3) hetgeen met H2S toxische gassen kan ontwikkelen. Meer en meer denken wetenschappers dan ook dat de kudde dieren het slachtoffer werd van deze giftige dampen. Deze therie wordt ondersteund doordat naast de gefossileerde restanten van de Iguanodons eveneens fragmenten zijn gevonden van een Megalosaurus, samen met andere prehistorische reptielen en amfibieën.
Het debat blijft evenwel open
Mocht deze laatste hypothese juist zijn dan rijst de vraag waarom dan in andere voormalige moerasachtige gebieden van onze streken tot nu toe nog nooit een andere vindplaats is gevonden van zo’n groot aantal fossiele overblijfselen van éénzelfde diersoort. Een andere vraag die in wetenschappelijke kringen wordt gesteld is waarom deze kudde Iguanodons enkel uit volwassen exemplaren bestond. Dit opent dan weer nieuwe perspectieven want uit recent onderzoek zou blijken dat H2S in bepaalde concentraties bij dieren reproductieproblemen kan veroorzaken. Hoe de Iguanodons nu exact aan hun einde zijn gekomen blijft dus nog altijd een onderwerp van controverse.
Brusselse stadsgids | Rondleidingen op aanvraag | rudi.schrever@skynet.be
Boek: De botten van de Borinage – De iguanodons van Bernissart
Bron: Science Connection Nr 48