Hoe een woningbouwcorporatie met bouwplannen onderzoek liet doen op een monument, en zo een vondst deed die nieuw licht werpt op de vroege geschiedenis van Woerden.
Van roestklomp tot slagzwaard
Aan het eind van een koude winterdag in januari 2012 slaat de metaaldetector heftig uit in de werkput aan de Hoge Woerd: het signaal komt van een langwerpige roestklomp, begraven in de bodem. De vinder kan zijn ogen niet geloven: hij denkt direct aan een zwaard. Toch houden de archeologen er rekening mee dat de roest wellicht maar een flinke deurscharnier verbergt. Dat er iets heel bijzonders is opgepiept aan de Hoge Woerd, blijkt als specialisten van Restaura de vondst onder handen nemen. Op röntgenfoto’s is onder de dikke roestaanslag een versierd zwaard te zien. Het zwaard gaat bijna een jaar in een ontzoutingsbad voordat het schoongemaakt en gerestaureerd kan worden. Het eindresultaat is een fraai ijzeren slagzwaard uit de achtste eeuw, ook wel spatha genoemd. Het is 90 centimeter lang en aan twee kanten geslepen. In de roest is de houten schede deels bewaard gebleven. De gevestplaat en -knop zijn ingelegd met zilveren plaatjes en er zitten twee geometrische versieringen op. In Nederland is slechts een klein aantal soortgelijke zwaarden gevonden in graven of opgebaggerd uit rivieren.
Castellum Laurium
Woerdenaren kijken niet vreemd op van bodemvondsten uit de Romeinse tijd. Midden in het stadscentrum aan de Hoge Woerd heeft immers het Romeinse castellum Laurium gestaan. Overblijfselen van dit fort zijn bij diverse opgravingen ontdekt. Als woningbouwcorporatie GroenWest in 2011 plannen maakt om een appartementencomplex aan de Hoge Woerd te bouwen, is dan ook het vanzelfsprekend dat voorafgaand aan de bouw een archeologisch onderzoek plaatsvindt. De bouwlocatie ligt deels op de plek waar zo’n 2000 jaar geleden het castellum stond en is een beschermd archeologisch monument.
De archeologen van RAAP vinden veelvuldig puin van het castellum als ze in 2012 de bouwwerkzaamheden begeleiden. Uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd vinden ze nog meer terug: de resten van funderingen, kelders en vloeren van een huis met bijbehorende (beer)putten. Een ware verrassing is echter een zwaard dat uit de achtste eeuw blijkt te dateren. Een opzienbarende vondst, omdat er tot dan toe nauwelijks overblijfselen uit die periode in de Woerdense geschiedenis bekend zijn. Als de Romeinen rond 300 na Chr. uit Woerden vertrekken, breekt een periode van ‘historische ruis’ aan. Wat er dan in Woerden gebeurt, is onbekend.
Begraven edelman
Met het zwaard, waar bovendien menselijke skeletresten bij liggen, heeft Woerden plotsklaps een duidelijk bewijs dat daar in de Vroege Middeleeuwen mensen verbleven. De botjes bij het zwaard en ook de skeletdelen van twee andere opgegraven individuen blijken na koolstofdatering namelijk ook uit de achtste eeuw te stammen. De archeologen gaan er van uit dat de botten afkomstig zijn van mensen die begraven lagen op een voorheen onbekend vroegmiddeleeuws grafveld rond de kerk van Woerden. Het zwaard was vermoedelijk een bijgift in het graf van een lokale edelman. Zo’n zwaard was immers uiterst kostbaar en alleen weggelegd voor mannen met een hoge status en macht. Het past ook in de traditie van elitegraven zoals die in de achtste eeuw in het West-Nederlandse kustgebied voorkomen. Het graf van de edelman met zwaard kan symbool staan voor de inlijving van de plaatselijke elite van Woerden in de Frankische machtsstructuur.
Bonifatius
Woerden en het omliggende gebied was in de achtste eeuw in handen van Frankische koningen. Zij waren aanhangers van het christendom en missionarissen van elders mochten het christelijk geloof in hun rijk verspreiden. Zo ook Bonifatius, die volgens een historische bron tussen 719 en 722 na Chr. in Woerden verbleef om er te prediken. Wellicht is door toedoen van Bonifatius in Woerden een kerk gesticht, zoals missionarissen toen gewoon waren te doen. Naar de precieze locatie van dat vroegste kerkje is het vooralsnog gissen. Maar wie weet schept toekomstig bodemonderzoek nabij de huidige Petruskerk meer duidelijkheid over de vroegste kerk en het grafveld in Woerden.
Alexander Paling, projectleider bij GroenWest:
“Bij de start van het project was het nog een gemeentelijk monument. Tijdens de ontwikkeling werd het een rijksmonument, waardoor de procedures verzwaarden en de proceduretijd opliep. De goede afstemming met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed vergde omwille van de zorgvuldigheid veel tijd en ook de aanvullende eisen leverden ons hoofdbrekens.”
Zo stelde de Rijksdienst dat er niet dieper ontgraven mocht worden dan 67 centimeter onder huidig maaiveld. Ook moest de paalfundering zo ontworpen worden dat je in de toekomst, als dat gewenst is, met een minigraver tussen de funderingspalen onder het gebouw kunt rijden. En verder zijn de funderingspalen geboord en niet geslagen om de trillingen in de ondergrond tot een minimum te beperken.
“Dit alles betekende voor het ontwerp en de uitvoering veel aanvullende maatregelen en dus kosten. We wisten bij de start wel dat we een extra uitdaging hadden, maar voor ons was het de eerste keer om op zo’n locatie te ontwikkelen. Zeer leerzaam, en bij vergelijkbare locaties in de toekomst weten we waar we rekening mee moeten houden, zowel qua financiën als tijd.”
Om de historische achtergrond van deze plek levend te houden, zorgt GroenWest samen met Bébouw Midreth en de gemeente Woerden, voor een paneel aan de gevel van het appartementencomplex met informatie over het archeologisch onderzoek. RAAP ontwerpt niet alleen dit gevelpaneel maar ook een publieksbrochure.
“Het is in Woerden een veelbesproken project en wij willen de Woerdenaren de informatie van de gedane vondsten niet onthouden. Een stukje vroege geschiedenis van Woerden wordt zo blijvend verbeeld op deze plek.”