Hitler had hypnotiserend effect op zijn toehoorders

‘Dan komt de dag dat we opnieuw een rijk zijn van eer en vrijheid, werk en brood’
9 minuten leestijd
Adolf Hitler brengt de Hitlergroet, februari 1932
Adolf Hitler brengt de Hitlergroet, februari 1932 (Bundesarchiv, Bild 102-13166 / CC-BY-SA 3.0)
Deze week verschijnt bij Hollands Diep het boek Machtsovername. Hoe Hitler Duitsland in zijn greep kreeg. In dit boek neemt historicus Timothy W. Ryback de lezer mee naar de turbulente maanden voorafgaand aan de machtsovername door Adolf Hitler in 1933. Aan de hand van recent ontsloten bronnen schetst hij een scherp beeld van de politieke chaos, achterkamertjesdeals en persoonlijke intriges die leidden tot het einde van de Weimarrepubliek en het begin van Hitlers regime. Op Historiek publiceren we een fragment uit dit boek waarin Hitlers verkiezingscampagne van 1932 centraal staat. Hoe slaagde Hitler erin om miljoenen Duitsers voor zich te winnen?

Sterren kijken

Hier wordt ’s werelds grootste pokerspel gespeeld. Frederick T. Birchall, The New York Times, dagtekening Berlijn, 10 augustus 1932

Op een heldere dinsdagnacht medio augustus 1932 zat Adolf Hitler op de veranda van Haus Wachenfeld, zijn huis op de Obersalzberg, in de Beierse Alpen en vlak boven het dorp Berchtesgaden, met Joseph Goebbels naar de sterren te kijken. In de voorgaande week had het apocalyptisch gewaaid en geregend. Er waren aardverschuivingen in de heuvels geweest, waardoor wegen en spoorlijnen onder ruim een meter modder verdwenen. Hagelbuien verwoestten zo’n 50 procent van de wijnoogst in de Moezelvallei. Brandenburg verloor 75 procent van zijn kersenplanten. De tabaksvelden in Schwedt werden weggevaagd. In Posen kwamen een boer en een vrouwelijke landarbeider om het leven door de bliksem, daarnaast belandden een vrouw en een kind in het ziekenhuis. De Duitse krant Vorwärts kopte: ‘de dood kwam uit de wolken’.

Abendliche Studien im Hause Wachenfeld (Bundesarchiv, Bild 146-1973-034-42 / Heinrich Hoffmann / CC-BY-SA 3.0)
Abendliche Studien im Hause Wachenfeld (Bundesarchiv, Bild 146-1973-034-42 / Heinrich Hoffmann / CC-BY-SA 3.0)

En toen klaarde het op. Die zondag schreef Goebbels in zijn dagboek: ‘Met Hitler op de Obersalzberg. Prachtig zonlicht. Goed gemoed. En waarom ook niet?’ Want als alles volgens plan verliep, dan zou Paul von Hindenburg, de rijkspresident, Hitler nog voor het weekend tot rijkskanselier hebben benoemd. Bij de Rijksdagverkiezingen van 31 juli 1932 had de Nationalsozialistische Deutsche Arbeiterpartei (NSDAP) 13 miljoen stemmen gekregen, meer dan 37 procent van het electoraat. Daarmee verwierven de nationaalsocialisten tweehonderddertig van de zeshonderd zetels in de Rijksdag, een verdubbeling van het aantal nationaalsocialistische afgevaardigden. Op de verkiezingsavond verklaarde Hitler:

We hebben een gigantische overwinning geboekt. In de geschiedenis van ons volk is zoiets nooit eerder gebeurd!

Joseph Goebbels
Joseph Goebbels, 1933 (Bundesarchiv – Heinrich Hoffmann / CC-BY-SA 3.0)
Tien dagen later zaten Hitler en Goebbels op de Obersalzberg onder de met sterren bezaaide hemel te praten, plannen te maken en herinneringen op te halen, zoals Hitler graag deed in het gezelschap van zijn vertrouwelingen. De vorige dag had Hitler samen met Goebbels tot vier uur ’s ochtends strategische plannen zitten smeden met betrekking tot de ‘machtsovername’ die ophanden leek. Goebbels zou vervolgens minister van Cultuur en Onderwijs worden. Een dag later schreef hij in zijn dagboek: ‘Ik krijg de scholen en universiteiten, film, radio, theater en propaganda. Een uitgebreide portefeuille. Genoeg voor een heel leven.’ Goebbels zwoer de macht nooit meer af te geven. Hij schreef: ‘Ze zullen ons er als lijken uit moeten dragen.’

Op deze dinsdagavond halverwege augustus mijmerden Hitler en Goebbels in een ingetogener sfeer over hun respectieve kinderjaren. Hitlers vader, een douaneofficier, was gefrustreerd geweest wanneer hij nuchter was en wreed wanneer hij had gedronken. Hij had van zijn zoon geëist dat die in zijn roemloze voetsporen trad en een carrière in overheidsdienst nastreefde. Maar zoals bekend wilde Hitler kunstenaar worden. Van die ambitie kon zelfs de zwaarste afranseling hem niet afbrengen. In Mein Kampf schreef hij:

Mijn vader weigerde zijn “nooit” in te trekken, en ik reageerde overeenkomstig.

Alois Hitler sr., de vader van Adolf Hitler
Alois Hitler sr., de vader van Adolf Hitler
Een keer vertelde Hitler na opnieuw een pak slaag trots aan zijn moeder: ‘Vader heeft me tweeëndertig keer geslagen!’ Bij een andere gelegenheid werd Hitler buiten bewustzijn geslagen. Zijn moeder sleepte hem mee en beschermde hem zo goed en zo kwaad als dat ging, terwijl haar echtgenoot maar bleef slaan. Goebbels noteerde in zijn dagboek: ‘Hitler had bijna dezelfde kindertijd als ik. Zijn vader was een tiran, zijn moeder een bron van goedheid en liefde.’

Hitlers artistieke ambities zouden langzaam minder worden en liepen uiteindelijk op niets uit, maar in zijn koppige volharding, of die nu was aangeboren dan wel erin gemept door zijn vader, zou hij altijd even onvermurwbaar blijven, alsof hij oogkleppen ophad. Na zijn gefnuikte poging in april 1932 om rijkspresident te worden, stapte hij naar de rechter om de verkiezingsuitslag te laten annuleren. ‘Hitler betwist geldigheid verkiezingen’, kopte The New York Times. De rechtbank verklaarde Hitlers aanklacht niet-ontvankelijk. De rechtbank constateerde dat Von Hindenburg Hitler had verslagen met 5.941.582 stemmen en zag daarin afdoende reden om de verkiezingsuitslag te bekrachtigen. Het verschil in stemmen was immers ‘zo aanzienlijk, dat een nationale hertelling onzinnig zou zijn’.

Het weerhield Hitler er niet van de overwinning te claimen; hij wees erop dat zijn partij bij de stembusgang 2 miljoen stemmen erbij had gekregen. ‘Die prestatie is ongeëvenaard, en ik heb dit voor elkaar weten te krijgen ondanks het ongrondwettelijke verbod op mijn radiotoespraken tijdens de campagne’, zei Hitler. Hij hekelde de vloed aan ‘leugens en lasterpraatjes die tijdens de verkiezingscampagne over mij in omloop werden gebracht door de tien partijen die tegen mijn kandidatuur zijn’. Hitler keek vooruit naar de volgende Rijksdagverkiezingen met een al even onverzettelijke vastberadenheid om via het democratische proces de democratie te vernietigen. In zijn woorden resoneerde George Jacques Dantons revolutionaire oproep tot onbeteugelde en gedurfde actie – ‘l’audace, encore l’audace, toujours l’audace’ (stoutmoedigheid nodig, nogmaals stoutmoedigheid, altijd weer stoutmoedigheid, red.) – die voorafging aan en leidde tot een stroomversnelling in het bloedvergieten van de Grote Terreur in Frankrijk. Ook Hitler formuleerde zijn voornemen om de constitutionele republiek van zijn land af te breken in een retorische stijlfiguur met drie trappen:

Ik zal verdergaan zoals ik ben begonnen, ik zal aanvallen, aanvallen en nog eens aanvallen.

Hitler in 1932
Hitler in 1932
Al dertien jaar lang, sinds zijn eerste ontmoeting in september 1919 met een handjevol mannen in een achterkamertje van een Bierkeller in München, werd Hitler gedreven door één duidelijke ambitie: korte metten maken met het politieke systeem dat hij verantwoordelijk hield voor de talloze plagen die het Duitse volk teisterden. Hij zwoer wraak te zullen nemen op de politici die de frontsoldaten door middel van de wapenstilstand ‘een dolk in de rug hadden gestoken’, op de ‘verraders’ die het Verdrag van Versailles hadden ondertekend dat het Duitse volk had opgezadeld met de ‘oorlogsschuld’ en de verplichting tot verpletterende herstelbetalingen. Hij zei: ‘Er zullen koppen rollen.’ Hij zwoer het meerpartijenstelsel te zullen afschaffen, dat volgens hem de Duitse natie had verscheurd en gepolariseerd, en ‘individu [had opgezet] tegen individu, stad tegen platteland, landarbeider tegen fabrieksarbeider, Beieren tegen Pruisen, katholiek tegen protestant, en protestant tegen katholiek’, zoals hij in juli had verkondigd, voorafgaand aan de Rijksdagverkiezingen.

Hitlers woorden werden vastgelegd op een opname van twee platen, ‘Appell an die Nation’. Daarop hoor je Hitler spreken met de hem kenmerkende cadans en strijdbaarheid, maar wel op een opvallend gematigde toon. Hij raast of tiert niet, er volgen geen stormen van applaus of koren van ‘Sieg Heil’. Tussen het ruisen en sporadische haperen van de grammofoonplaat door hoor je sporen van Beierse en Oostenrijkse stembuigingen – de r-en rollen en de t-en zijn zachter dan de heldere, staccato medeklinkers van Noord-Duitsers. Wat je hoort is Hitler die zich niet zozeer positioneert als revolutionair, maar juist als politiek leider. Zoals wordt gesuggereerd door het bruine platenlabel, waarop een swastika prijkt die bij achtenzeventig toeren per minuut wazig wordt, is dit inderdaad een ‘appel’ en geen tirade.

Harry Kessler, de zoon van een Hamburgse bankier en Britse aristocraat, was een voormalig diplomaat. Hij leidde een rondreizend leven – van Berlijn naar Londen, Parijs en Cannes en weer terug –, hield zich als burger met goede connecties op in de marges van de nationale politiek en was vooral een van de scherpzinnigste observatoren van de politiek van zijn tijd. Terwijl veel waarnemers Hitler zagen als besluiteloos, fanatiek en zo nu en dan verward, besefte Kessler dat Hitler in werkelijkheid precies wist waarmee hij bezig was. Hij betoogde dat Hitlers redenaarsstijl tijdens grootschalige politieke bijeenkomsten – ‘triviale en bombastische retoriek’ – diende om de aandacht af te leiden van zijn berekenende en zorgvuldig uitgekiende manipulatie van het moment. Dat wat Hitler zo gevaarlijk maakte, meende Kessler, was nu juist zijn geraas en tumult, want daarachter lag ‘zijn intuïtie, zijn vermogen om een situatie bliksemsnel in te schatten en zijn vaardigheid om daar vervolgens met verbazingwekkende snelheid en effectiviteit op in te spelen’.

Hans Prinzhorn was een psychiater die schreef over kunst en politiek. Zijn baanbrekende onderzoek naar waanzin en artistieke expressie is voor kunsthistorici nog altijd een referentiepunt. Toen Prinzhorn in de lente van 1930 een campagnebijeenkomst van Hitler in Weimar bijwoonde, was het hem opgevallen dat Hitler een hypnotiserend effect had op zijn toehoorders. Hitler verhief zijn stem tot op ‘demagogisch niveau’, om ineens kort stil te vallen en dan verder te gaan op ‘gematigde’ toon, ‘alsof er niets was gebeurd’. Ook merkte Prinzhorn op dat Hitler zich beperkte tot een handvol stijlfiguren die hij keer op keer herhaalde. ‘Joodse invloeden’ en het ‘verraad van Versailles’ waren favoriete frasen, evenals ‘er zullen koppen rollen’. Prinzhorn stelde dat toehoorders eerder emotioneel dan rationeel reageerden op Hitlers retorische instrumentarium – volume, ritme, stembuigingen, herhaling –, met als gevolg dat de aanvallen van politieke tegenstanders hem niet deerden. Prinzhorn schreef:

Ze blijven denken dat ze de kern van de zaak raken door te zeggen dat Hitlers toespraken leeg en betekenisloos zijn. Maar elke intellectuele beoordeling van de Hitlerervaring – ‘Hitler-Erlebnis’ – gaat volkomen voorbij aan het punt.

Bij Hitler was het medium de boodschap. Ook Bella Fromm, een journalist van de gerenommeerde Vossische Zeitung, observeerde: ‘Hitler wist wat hij deed.’

Radiotoespraak van Adolf Hitler, 1933 (Bundesarchiv - cc)
Radiotoespraak van Adolf Hitler, 1933 (Bundesarchiv – cc)

Diezelfde berekening en nauwkeurige afstemming hoor je terug in Hitlers ‘Appell an die Nation’. Met deze opname wilde hij zijn bereik uitbreiden tot voorbij zijn fanatieke trouwe achterban en hoopte hij brede lagen van de bevolking aan te spreken. Hitler laat dan ook zijn meest ontvlambare tropen achterwege. Zo dreigt hij niet dat zodra hij en zijn partij aan de macht komen, de hoofden van de ondertekenaars van het Verdrag van Versailles ‘zullen rollen’. Evenmin wordt gesproken over wraak op politieke vijanden of tot in detail uitgeweid over Joodse complotten. Sterker nog: Hitler noemt de Joden niet eenmaal. In plaats daarvan bespreekt hij de verbazingwekkende opkomst van zijn politieke beweging. Hitler zegt:

Dertien jaar geleden begon ik met zeven man te werken aan het verenigen van de Duitsers, vandaag zijn we met 13 miljoen.

Hij herinnert zich dat in die tijd de nationaalsocialisten werden ‘bespot en belachelijk gemaakt. Nu lacht er niemand meer.’

Hitler somt de gebreken op van de representatieve democratie en het meerpartijenstelsel. Hij praat over inflatie en werkeloosheid. Boeren zijn ‘in ellende gestort’. De middenklassen ‘geruïneerd’. Een op de drie mannen en vrouwen uit de beroepsbevolking zit zonder baan. ‘De verwachtingen en dromen van miljoenen zijn stukgeslagen.’ Op federaal, statelijk en gemeentelijk niveau was de overheid bankroet. ‘De staatskas is leeg.’ Je hoort, zoals Prinzhorn al vaststelde, Hitlers griezelige vermogen om ‘keer op keer te hameren’ op een paar kernthema’s op zo’n manier ‘die de gewone man kan begrijpen en onthouden’.

Machtsovername - Timothy Ryback
 
In de aanloop naar de Rijksdagverkiezingen van 31 juli wierp Hitler zich duidelijk op als toekomstig kanselier. Hij zocht contact met het land, wilde de scheidslijnen van klasse en levensovertuiging, en van socialisme en nationalisme overbruggen door middel van een speciaal beroep op het omvangrijke katholieke en protestantse electoraat, dat in het stemhokje doorgaans het vertrouwen gaf aan conservatieve centrumpartijen. ‘De Almachtige die toestond dat een beweging die dertien jaar geleden begon met zeven man inmiddels is uitgegroeid tot 13 miljoen, zal ons ook de dag gunnen dat de Duitsers wederom een verenigd volk zijn,’ zo besloot Hitler zijn toespraak. ‘Vervult het land zijn plicht’ – dat wil zeggen: stemt het nationaalsocialistisch – ‘dan komt de dag dat we opnieuw een rijk zijn van eer en vrijheid, werk en brood.’

Deze toespraak van achtenhalve minuut, verdeeld over twee platen, werd vanaf medio juli in boekhandels en krantenkiosken verkocht voor 1,60 rijksmark (zo’n 7,50 euro nu). De toespraak werd aangeprezen als ‘De eerste Adolf Hitler-plaat!’ Twee weken later hielpen bijna 14 miljoen kiezers Hitler aan een verkiezingsoverwinning: de NSDAP kreeg 37 procent van de stemmen en tweehonderddertig afgevaardigden in het zeshonderd zetels tellende parlement. Daarmee werd de NSDAP de machtigste politieke partij in het land.

Timothy W. Ryback schrijft al meer dan drie decennia over geschiedenis en politiek. Hij is medeoprichter en directeur van het Institte for Historical Justice and Reconciliation in Den Haag

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 54.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×