Het begrip huisnijverheid is een historische term uit de economische geschiedenis. Wat betekent dit woord precies en waar komt het vandaan?
Betekenis van huisnijverheid
Bij huisnijverheid gaat het om mensen die thuis producten maken in opdracht van een ondernemer of opdrachtgever. Als synoniem voor huisnijverheid wordt ook wel eens de term huisarbeid, thuiswerk, huisindustrie gebruikt. Een algemeen geaccepteerde definitie van het begrip is:
“…Nijverheid van arbeiders die thuis werken en daar grondstoffen tot (eind)producten verwerken…”
Voorbeelden van huisnijverheid
Met name voor agrariërs leverde de huisnijverheid in de Middeleeuwen en vroegmoderne tijd extra inkomsten op. Wat voor werkzaamheden deden deze boeren zoal? Vaak waren boer(inn)en – de boerendames zaten tóch thuis – actief met het bewerken van wol en katoen tot kleding, het brouwen van bier in de thuissetting of maken van touw of houten meubilair. Een tussenhandelaar of ondernemer zorgde ervoor dat de arbeiders die thuis aan nijverheidswerk deden de grondstoffen aan huis geleverd kregen. Dat kon gaan om wol, vlas, hennep, hop/granen voor het maken van bier, garnalen pellen, et cetera.
Toen vanaf het midden van de achttiende eeuw de Industriële Revolutie van de grond begon te komen, kwam het nijverheidswerk thuis onder flinke druk te staan. Via fabrieken en hun machines kon er namelijk veel sneller geproduceerd worden. Hierdoor trokken – zeker in de negentiende eeuw – steeds vaker boeren van het platteland naar de stad. Er trad dus urbanisatie op, omdat steden aanzienlijk meer kansen op werk boden.
Lees ook: Mercantilisme: betekenis & uitleg
Meer artikelen over economische geschiedenis
Bronnen â–¼
Gedrukte bronnen
-Yvonne Bouw (ed.), Feniks. Tijdvakken en historische contexten. 4/5 havo (ThiemeMeulenhoff, 2019) 143, 156.
Internet
-https://www.ensie.nl/betekenis/huisnijverheid
-https://nl.wikipedia.org/wiki/Huisnijverheid
-https://www.encyclo.nl/begrip/huisnijverheid