Dark
Light

Hunse bruiden

2 minuten leestijd
Vervormde vrouwenschedel (Nationaal Museum van Hongarije, Boedapest) - Foto: Jona Lendering
Vervormde vrouwenschedel (Nationaal Museum van Hongarije, Boedapest) - Foto: Jona Lendering

Eerlijk gezegd houd ik er niet zo van als menselijke resten in musea liggen tentoongesteld. Zo ga je niet om met de doden. Van de andere kant begrijp ik ook wel dat bijvoorbeeld mummies en het botmateriaal uit pakweg Herculaneum belangrijke informatie bieden. Vandaar dat ik toch maar een foto heb gemaakt van de schedel hierboven, die ligt in een vitrine in het Hongaarse Nationaal Museum in Boedapest (waar u, bij een bezoek, vooral het lapidarium in de kelder moet bekijken).

Wat we tot voor kort zeker wisten was dat deze vervormde schedel dateerde uit de Late Oudheid en dat het gaat om een vrouw. Meteen na haar geboorte is haar hoofd ingebonden, waardoor het deze aparte vorm heeft gekregen. Er zijn er meer gevonden. Vermoedelijk gaat het om de resten van Hunnen, de steppenomaden die vanaf de late vierde eeuw vanuit Centraal-Azië naar het westen kwamen en wel voor eeuwig geassocieerd zullen blijven met moord en doodslag, ook al is allang bekend dat de praktijk genuanceerder was. De reputatie van koning Attila als “gesel Gods” vlak je echter niet meer uit.

Waarom?

Waarom de Hunnen hun hoofden vervormden, is niet goed bekend. Een extra complicatie is bovendien dat zulke schedels niet alleen zijn gevonden in Hongarije, Servië en Oekraïne (waar de Hunnen woonden) maar ook in het zuiden van Duitsland (waar ze niet woonden).

Eén hypothese was dat in Duitsland een Hunse gewoonte in de mode is geraakt: de mensen uit die contreien imiteerden hun oosterburen. Dat kan zo zijn maar heeft een consequentie: als je immers aanneemt dat we te maken hebben met een mode, moet je er tevens rekening mee houden dat de vervormde schedels uit Hongarije, Servië en Oekraïne ook afkomstig zijn van mensen die een mode volgden en dus mogelijk geen Hunnen waren. Waarbij ik dan nog aanteken dat de Hunnen eigenlijk maar een raar allegaartje waren van Oost-Europese en Centraal-Aziatische stammen.

De bovenstaande alinea is een mooi voorbeeld van de oude archeologie, zoals die tot een paar jaar geleden heeft bestaan. Daarin ging men uit van imitatie als een van de belangrijkste mechanismen om culturele overeenkomsten te verklaren. Inmiddels is er DNA-onderzoek en is alles anders.

Uitgehuwelijkte meisjes?

Onderzoekers – u leest hun bevindingen hier – hebben gekeken naar eenenveertig mensen uit de vijfde- en zesde-eeuw, gevonden in zes Beierse grafvelden. Veertien daarvan waren vrouwen met een vervormde schedel. Mannen hadden normale schedels. Sterker, de resultaten

“…indicate that while men generally had ancestry that closely resembles modern northern and central Europeans, women exhibit a very high genetic heterogeneity; this includes signals of genetic ancestry ranging from western Europe to East Asia.”

Kan het gaan om uitgehuwelijkte meisjes, afkomstig uit het gebied dat we identificeren met dat van de Hunnen? Dat is mogelijk en verklaart bovendien waarom deze schedelvorm niet te vinden is bij de tweede generatie: de bruiden namen de gewoonten over van hun nieuwe, Beierse omgeving en zagen ervan af de hoofden van hun dochters in te binden. In elk geval lijkt migratie de verklaring te zijn voor deze wonderlijke hoofden – en dat was een conclusie die we een paar jaar geleden niet hadden verwacht.

Het oudheidkundig DNA-onderzoek verandert alles. De archeologie herziet haar verklaringsmogelijkheden. Mobiliteit, lange tijd een verwaarloosd thema, is ineens een trendy onderwerp. Ik weet niet of de conclusie die ik nu samenvat juist zal blijken te zijn, maar wie niet blij wordt van dit soort onderzoek, heeft niets van de Oudheid begrepen.

×