Deskundigen zijn het er over het algemeen over eens dat Jack the Ripper, een alias die aan de seriemoordenaar werd gegeven, in het Londense East End in 1888 zeker vijf prostituees vermoordde. Er zijn al vaker mensen geweest die beweerden de identiteit van de moordenaar te hebben achterhaald. Eind vorig jaar beweerde de Amerikaanse misdaadschrijfster Patricia Cornwell bijvoorbeeld nog dat schilder Walter Sickert achter de moorden zat.
De Daily Mail komt nu met een andere naam: Aaron Kosminski. Volgens de krant is zo goed als zeker dat hij de moorden pleegde. De Poolse immigrant was destijds 23 jaar en leefde in 1888 samen met zijn broer op amper driehonderd meter van de woning van zijn derde slachtoffer: Elizabeth Stride.
Bebloede sjaal
Dat de moord door Kosminski werd gepleegd zou blijken uit DNA-materiaal dat in 1888 op een sjaal werd gevonden. Op de sjaal zou niet alleen DNA-materiaal van slachtoffer Catherine Eddowes zitten, maar ook van de dader. De bebloede stuk textiel werd zeven jaar geleden gekocht door een zakenman die het vervolgens liet onderzoeken door de Finse DNA-expert Jari Louhelainen. Op de sjaal vond de Fin niet alleen bloed maar ook sperma. Het erfelijke materiaal werd vervolgens vergeleken met dat van afstammelingen van Kosminski. Dit leverde tot twee keer toe een match op waardoor volgens de onderzoeker nu vrijwel zeker is dat Kosminski de moorden pleegde.
Het is niet voor het eerst dat de naam van Kosminski in verband wordt gebracht met de moorden. Kosminski was in 1888 al een van de zes hoofdverdachten maar sluitend bewijs was er destijds niet. Volgens de Daily Mail werkte Kosminski als kapper in de wijk Whitechapel. Hij overleed op 53-jarige leeftijd in een gesticht.
Of de Jack the Ripper-case nu definitief gesloten is, moet de toekomst uitwijzen.
