De Nederlander Jan Beukelszoon (1509-1539) is verantwoordelijk voor het spreekwoord dat zegt dat ‘iemand zich er met een Jantje-van-Leiden van afmaakt’. Deze Jan was enige tijd kleermaker in Leiden en leverde geregeld fout werk af. Door middel van mooie praatjes wist hij echter steeds te voorkomen dat hij zijn werk opnieuw moest doen. Hij maakte zich er zogezegd ‘met een Jantje-van-Leiden’ van af.
De Leidenaar vertrok in 1534 naar de Duitse plaats Münster waar hij zich aansloot bij een anabaptistische groepering. Deze groep christenen verwierp de kinderdoop en vond dat christenen als volwassenen gedoopt moesten worden.
Reformatie
In 1534 richtte ‘Jan-van-Leiden’ in Münster het theocratische rijk Sion op en riep hij zichzelf tot koning van dat rijk uit. De Reformatie was niet erg gediend van de praktijken van de zogenaamde Wederdopers. Veel aanhangers werden verjaagd of belandden op de brandstapel. Ook Jan Beukelszoon werd ter dood gebracht. Het spreekwoord ‘dat loopt nog met een jantje-van-leiden af’, wat zoveel betekent als ‘dat loopt met een sisser af’, ging dus niet voor hem op.