Op de ets van Jan Luyken is te zien hoe de beul een zakje buskruit op de borst van de ongelukkige tot ontploffing brengt. Hoewel gruwelijk kwam Eemkens daarmee eigenlijk nog goed weg.
Van maart tot juni 2014 organiseerde het Amsterdam Museum een tentoonstelling rond de ‘eerste Hollandse meester’ Jacob Cornelisz. van Oostsanen (1505-1553). Hij was de eerste Amsterdamse schilder wiens naam algemeen bekend werd.
Al vanaf het begin heeft de Beeldenstorm eerder een georganiseerd en geregisseerd, dan een spontaan karakter. In veel plaatsen in Noord en Zuid huren de prille calvinistische kerkenraden werklui in om de beelden op enigszins ordelijke manier te verwijderen.
Bij alle onderhandelingen, over wapenstilstand of om vrede, bleek steeds opnieuw dat de strijdende partijen onverzoenlijk waren en niet akkoord wensten te gaan met het naast elkaar gelijkwaardig erkennen van twee of meer godsdiensten. Dat duurde tachtig jaar.
De tegenwoordige hoofdstad van Nederland ontwikkelde zich rondom een in de dertiende eeuw aangelegde dam in de Amstel en de haringvisserij stond aan de vroege basis van de wording van een internationale handelsstad.
Bij de Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam (UvA) is vanaf eind februari 2011 een tentoonstelling te zien over de geschiedenis van de doopsgezinde gemeenschap in Nederlands.
De Nederlander Jan Beukelszoon (1509-1539) is verantwoordelijk voor het spreekwoord dat zegt dat ‘iemand zich er met een Jantje-van-Leiden van afmaakt’.