De Schotse uitvinder John Shepherd-Barron ontwikkelde in 1967 zijn de eerste succesvolle Automated Teller Machine (ATM), in Nederland beter bekend als geldautomaat.
John Shepherd-Barron werd in 1925 geboren in India en studeerde onder meer aan de universiteiten van Edinburgh en Cambridge. In 1967 ontwikkelde hij de eerste geldautomaat. Naar eigen zeggen werd hij geïnspireerd door automaten die chocoladerepen konden uitgeven.
Hoewel Shepherd-Barron algemeen gezien wordt als de uitvinder van de geldautomaat werd in 1939 door Luther George Simjian (1905-1997) ook al een apparaat ontwikkeld dat bankbiljetten kon uitgeven. Het apparaat werd in New York geplaatst maar amper gebruikt en verdween daardoor al snel.
Geldautomaat veranderde relatie klant-bank
De Automated Teller Machine (ATM) van John Shepherd-Barron werd wel een doorslaand succes. De uitvinding veranderde de relatie klant-bank definitief. Voortaan hoefden klanten niet langer een bank binnenlopen om geld op te nemen.
Het eerste exemplaar werd in 1967 geïnstalleerd in Enfield (Noord-Londen). De geldautomaat werkte ook al met een viercijferig persoonlijk identificatienummer, maar nog niet met een plastic kaart. In plaats daarvan maakte de automaat gebruik van een speciaal soort cheques waaraan de pincode was gekoppeld.
Kort na John Shepherd-Barron ontwikkelde de Amerikaan Donald Wetzel geldautomaten die wel werkten met plastic kaarten. Sommigen zien deze Texaan daarom als uitvinder van de geldautomaat. In Amerika ontving Wetzel patent op de uitvinding.
John Shepherd-Barron overleed op 15 mei 2010 op 84-jarige leeftijd.