Oekraïne is naast Polen de plek waar het Europees kampioenschap voetbal in 2012 zal plaatsvinden. Een land waarvan de geschiedenis voor de gemiddelde voetballiefhebber vermoedelijk grotendeels onbekend is. Welke genocide hier plaatsvond tijdens de Tweede Wereldoorlog zal het gros van de feestende supporters niet weten. Het was niet in de gaskamers van Auschwitz waar de massamoord op de Joden begon, maar in de massagraven van Oekraïne en andere delen van het Sovjetterritorium waar de nazi’s in de zomer van 1941 binnenvielen. De troepen van het reguliere Duitse leger werden gevolgd door moordeskaders van de SS, de Einsatzgruppen, die een massaslachting aanrichtten met de Sovjet-Joodse bevolking als voornaamste doelwit. Een tragedie die zelfs in Oekraïne bij slechts weinigen bekend is.
Dat de Oekraïense bevolking weinig besef heeft van het lot van de Joodse bevolking onder de Duitse bezetting is niet verbazend. In de decennia van communistische onderdrukking was het taboe om het lot van een minderheid te gedenken. In de Sovjetstaat moesten slachtoffers collectief herdacht worden; niet als Joden, maar als Sovjetburgers. Dat echter ook Amerikanen nauwelijks iets weten van de Oekraïense Holocaust wekte de verbazing van krantencolumnist Greg Dawson (1949). Hij publiceerde in 2009 een boek, Hiding in the Spotlight, over hoe zijn Joodse moeder ontsnapte aan de nazi’s in Oekraïne. Tijdens boekpresentaties ervoer hij hoe weinig zijn toehoorders wisten van wat er met de Joden in Oekraïne gebeurd is. En dat is opmerkelijk gezien het feit dat de Holocaust een veelvuldig behandeld onderwerp is in de Amerikaanse media en haast elke grote stad in de VS wel beschikt over een Holocaustmuseum of -monument.
Tijdens het schrijven van zijn eerste boek stuitte Dawson op een militair tribunaal tegen nazi-oorlogsmisdadigers dat al in december 1943 door de Sovjets gevoerd werd in Charkov, de tweede stad van Oekraïne (en de plek waar Nederland tijdens het EK speelt tegen onder andere Duitsland). Dat was dus midden in de oorlog en twee jaar voordat het proces van Neurenberg begon. De aangeklaagden waren betrokken bij de massamoord op de Joden in Charkov en omstreken, waar ook zijn grootouders vermoord werden. Dawson constateerde dat dit tribunaal in de vergetelheid geraakt is, overschaduwd door de massale aandacht die het proces in Neurenberg kreeg. En dat terwijl internationale media op het moment van plaatsvinden volop aandacht besteedden aan de rechtszaak, die toen gezien werd als inleiding op de door Roosevelt, Churchill en Stalin voorgenomen naoorlogse berechting van nazimisdaden. Geïntrigeerd door dit onbekende tribunaal besloot Dawson zijn tweede boek hieraan te wijden.
Veel meer dan een beschrijving van dit tribunaal is Judgment before Nuremberg een verslaglegging van een persoonlijke zoektocht. De schrijver vertelt over de totstandkoming van zijn eerste boek en hoe hij pas op 30-jarige leeftijd erachter kwam dat zijn moeder een Holocaustoverlevende is. Hij beschrijft zijn twee reizen naar het geboorteland van zijn moeder. Wat hij tijdens zijn eerste bezoek niet had aangedurfd, deed hij wel tijdens zijn tweede bezoek; hij daalde af in Drobitsky Yar, het ravijn ten zuidoosten van Charkov, waar de Joden uit de stad en de omliggende omgeving vermoord werden en hun lichamen begraven. Het is de plek waar ook zijn grootouders en overgrootouders gedood werden. Zijn moeder wist tijdens de mars naar deze executieplaats te ontsnappen en emigreerde na de oorlog naar de VS. Haar zus wist eveneens te ontsnappen, maar heeft hier nooit over willen spreken. De auteur beschrijft deze persoonlijke geschiedenis op aangrijpende wijze.
Pas in de laatste hoofdstukken van het boek komt het tribunaal ter sprake. Het vond plaats van 15 tot 18 december 1943 in het operagebouw van Charkov, één van de weinige gebouwen die het oorlogsgeweld ongeschonden doorgekomen waren. De stad was op 24 oktober 1941 in Duitse handen gevallen, op 16 februari 1943 heroverd door het Rode Leger, voor de tweede keer veroverd door de Duitsers op 15 maart 1943 en op 23 augustus 1943 definitief bevrijd door de Sovjets. Het waren drie Duitsers (Hauptmann Wilhelm Langfeld, SS-Untersturmführer Hans Ritz en Obergefreiter Reinhard Retzlaff) en een in Kazachstan geboren collaborateur (Mikhail Petrovich Bulanov) die terecht stonden. De Duitsers waren afkomstig uit verschillende onderdelen van de Duitse bezettingsmacht, respectievelijk: de Abwehr, de Schutzstaffel, en de Geheime Feldpolizei. Ze werden beschuldigd van het vermoorden van burgers en krijgsgevangenen en het martelen van gevangenen om valse getuigenissen te verkrijgen.
Retzlaff en ook Bulanov, de collaborateur, werden ook verdacht van het hebben bijgedragen aan de inzet van de zogenoemde gaswagen. Een vrachtwagen die ingezet werd aan het Oostfront en waarin slachtoffers, vooral Joden, in het gesloten laadcompartiment vergast werden door middel van het uitlaatgas van de motor. Opmerkelijk genoeg werden de Joden echter nergens genoemd in de aanklacht tegen het viertal. Geheel in lijn met de Sovjetstandaards werd er gesproken van “Sovjetburgers” of “vredelievende burgers”. De propagandawaarde van het tribunaal wordt ook benadrukt door het feit dat de beschuldigden niet zozeer als individuen, maar als representanten van het naziregime berecht werden. Dat ze de doodstraf zouden krijgen, stond van tevoren al vast. Onder toezicht van een uitzinnig publiek werden ze op 19 december 1943 opgehangen op een plein in de stad. Wraak uit naam van het volk dat zo geleden had onder de wrede Duitse bezetting.
Dawson juicht bijna zeventig jaar later in gedachten mee met het publiek op het plein. Voor hem symboliseren de vier aangeklaagden de moordenaars van zijn grootouders. Nazi’s zijn volgens hem zoals Hans Landa, de sadistische maar charmante SS-officier uit Quentin Tarantino’s film Inglourious Basterds (2009). Niet onbegrijpelijk gezien Dawsons achtergrond, maar een meer objectieve benadering had meer wetenschappelijk inzicht kunnen geven in het proces. De schrijver laat zich teveel leiden door wraak en het lukt hem daarom niet om het proces in juridische zin objectief en kritisch te benaderen. Want waarom legden de beschuldigden zonder enige terughoudendheid voor zichzelf belastende verklaringen af? Het doet denken aan de showprocessen van voor de oorlog, waar de aangeklaagden onder martelingen gedwongen werden tot het bekennen van misdaden die ze niet gepleegd hadden. En juist van het martelen van getuigen werden de verdachten in Charkov ook beschuldigd. Niet dat zij onschuldig waren, maar de schrijver had meer kanttekeningen kunnen plaatsen bij de geloofwaardigheid van het Sovjettribunaal.
Lezers met wetenschappelijke belangstelling voor de Holocaust of de berechting van oorlogsmisdaden hebben dit boek niet nodig om een beeld te krijgen van het tribunaal in Charkov. Veel algemene informatie die in het boek over het proces gegeven wordt, is ook op internet te vinden of in meer gespecialiseerde literatuur. Dat wil echter niet zeggen dat dit boek overbodig is. Integendeel, het is een mooi persoonlijk verslag van wat het met iemand doet om er op 30-jarige leeftijd erachter te komen dat je een kind bent van een Holocaustoverlevende. Het boek is niet geschreven voor een wetenschappelijk publiek, maar voor een breed en minder goed geïnformeerd publiek: de lezer die slechts weet heeft van Auschwitz en voor wie de moorden door de Einsatzgruppen in Oekraïne en andere delen van de voormalige Sovjet-Unie onbekend zijn. Dawsons relaas vormt een goede introductie op dit onderwerp en slaagt erin om deze vergeten geschiedenis bij een breder publiek bekender te maken. Het boek is vooralsnog enkel in het Engels gepubliceerd.
~ STIWOT – Kevin Prenger