Hij was een van de gevangen Duitse oorlogsmisdadigers die bekend stonden als de Drie van Breda: Josef Kotalla. ‘De beul van Amersfoort’ zou uiteindelijk als enige Duitse oorlogsmisdadiger in gevangenschap in Nederland overlijden. Veertig jaar na zijn dood geldt hij nog altijd als de belichaming van het kwaad. In een biografie schetst en analyseert promovendus Richard Hoving voor het eerst gedetailleerd Kotalla’s gehele leven.
De Duitse SS’er Josef Kotalla (1908-1979) – zijn achternaam is officieel zonder umlaut en niet Kotälla zoals hij doorgaans wordt genoemd – was als plaatsvervangend commandant van concentratiekamp Amersfoort buitengewoon wreed en leidde verschillende vuurpelotons. In 1948 werd hij ter dood veroordeeld voor het mishandelen en executeren van tientallen gevangenen. Drie jaar later werd zijn doodvonnis omgezet in een levenslange gevangenisstraf. Hij stierf in 1979 in de koepelgevangenis in Breda.
Mislukt
Het algemene beeld is dat Kotalla compleet gestoord was. Hoving nuanceert dat.
‘Het persoonlijke leven van Kotalla was al mislukt aan de vooravond van de Duitse inval in Polen. Hij doorliep alleen de lagere school en doubleerde tweemaal en reeg daarna de banen aaneen. Geen van alle werd een succes. Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was een zegen voor hem.’
Kotalla kampte sinds zijn jeugd met psychische problemen, maar deze waren minder groot dan wordt aangenomen. Hoving: ‘Hij liep op jonge leeftijd een organische hersenbeschadiging op, door een ongeluk in huis. Dit leidde tot dwangmatig gedrag en overpreciesheid.’
Aanzien door geweld
‘Zijn wrede optreden werd ook grotendeels in de hand gewerkt door de omstandigheden waaronder hij werkte in Kamp Amersfoort en zijn ambitie om hogerop te komen. Geweld bracht hem macht en aanzien,’ aldus Hoving. De bewakers in Kamp Amersfoort traden daarbij veel gewelddadiger op tegen de gevangenen dan kampcommandant Berg van ze verwachtte.
‘In de afgesloten gemeenschap die het kamp vormde, was sprake van een ‘Umbau des Gewissens’. De kamp-SS’ers zagen na verloop van tijd geen kwaad in hun gewelddadige optreden terwijl dat buiten hun eigen wereld nog altijd als barbaars werd gezien.’
Eigen methode
Hoewel Kotalla niet alleen stond in zijn wrede optreden, ging hij een stap verder dan de andere SS’ers. ‘Hij ontwikkelde zijn eigen methode om te kwellen en te mishandelen. Zo had hij de gewoonte gevangenen hard tegen hun geslachtsdeel te trappen, waardoor hun testikels opzwollen en ze dagenlang pijn hadden. De ‘Kotalla-trap’ was niet alleen uiterst pijnlijk, maar ook vernederend.’
Hoving levert in zijn biografie kritiek op de naoorlogse rechtspleging. ‘Kotalla’s naoorlogse proces was niet eerlijk en evenwichtig. Voormalige gevangenen namen wraak en legden valse verklaringen af voor het Bijzonder Gerechtshof.’ Kotalla werd veroordeeld voor het doodslaan van meerdere gevangenen, maar bewijs werd hiervoor niet geleverd tijdens de rechtszaak tegen hem.
Geen gratie
Kotalla’s jaren in de gevangenis werden gedomineerd door een constante hoop om vrijgelaten te worden. De Nederlandse regering weigerde hem onder druk van het voormalig verzet en oorlogsslachtoffers te laten gaan. Kotalla stierf op 31 juli 1979 in zijn cel. Hij was de enige Duitse oorlogsmisdadiger die in gevangenschap in Nederland overleed.