In de tuin van een bakker uit Burgh-Haamstede (Zeeland) blijkt jarenlang de kever te hebben gestaan van de vrouw van Arthur Seyss-Inquart, de Rijkscommissaris van Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dat meldt de Provinciale Zeeuwse Courant.
De ontdekking werd gedaan door Eef Peters, eigenaar van het Arnhems oorlogsmuseum 40-45. Tijdens zijn vakantie in Zeeland zag Peters de wagen en informeerde ernaar bij de lokale bakker, Mathieu Sonnemans. Die vermoedde al wel dat de wagen van Seyss-Inquart was geweest, maar zocht het nooit precies uit. Sonnemans tegenover de krant:
“Peters heeft het aan de hand van het kentekennummer uitgezocht. Mijn broer en ik zijn Volkswagengek. Het Kevertje heeft altijd als aandachttrekker voor de winkel gestaan. Maar we waren nooit zo handig op de computer en bovendien hadden we het veel te druk. Je moet dan ook de fabriek in Wolfsburg bellen en daar zitten ze echt niet te wachten op vragen over hun oorlogsverleden.”
Na de oorlog blijkt de wagen terecht te zijn gekomen in Tholen, waar hij werd gebruikt als bestelauto. Via een particulier kwam de auto eind jaren zestig bij de bakker uit Burgh-Haamstede en zijn broer terecht. De bakker heeft de kever inmiddels verkocht aan het Arnhems oorlogsmuseum 40-45. Wanneer de wagen daar te zien zal zijn is nog niet bekend. Hij moet eerst grondig gerestaureerd worden.
Lees ook: Het geheim van Hitlers Volkswagen
Boek: De Oorlog – Ad van Liempt
Seyss-Inquarts kever duikt op in Burgh-Haamstede https://t.co/tYht19U1D8 pic.twitter.com/SAJCmHXfYk
— PZC (@pzcredactie) 14 september 2016
