In de Nederlandse wateren is vrijwel geen zalm meer te vinden. Vroeger was dat wel anders. Lang ging men ervan uit dat de zalm uit Nederland verdween vanwege watervervuiling, die ontstond als gevolg van de industrialisatie. Ecologen van de Radboud Universiteit denken nu ontdekt te hebben waarom de zalm werkelijk verdween.
Volgens de ecologen is de zalm grotendeels uit onze wateren verdwenen door de komst van watermolens. De onderzoekers bestudeerden alle bronnen vanaf 1260 over aantallen en prijzen die ze konden vinden in Noordwest-Europa. Van pachtovereenkomsten tot vergunningen en van visveilingverslagen tot het beroemde Domesday Book. Ook verbonden ze allerlei bestaande, kleine datasets.
Onderzoeker Rob Lenders:
“Van ecoloog ben ik een halve historicus geworden. Voor deze studie heb ik meer in archieven gezeten dan in het veld. We bekeken overal alleen maar achteruitgang en nooit, in geen enkele periode, een stijging. Ik schat dat begin 1900 99 procent van de aantallen uit het midden van de dertiende eeuw verdwenen was. Ook is er een verhaal dat sinds de zeventiende eeuw steeds weer opduikt. Dienstboden zouden in hun contracten laten opnemen dat ze niet te vaak zalm voorgezet wensten te krijgen. Een verhaal om te illustreren dat er vroeger zoveel meer zalm was.”
Dammen
Volgens de ecoloog kan de zalm niet zijn verdwenen als gevolg van overbevissing, door bevolkingstoename.
“In Schotland, waar net zo veel gevist werd als elders, bleef de zalmstand op peil – vanaf het jaar 1311 zijn daar data van. We zijn toen gaan kijken naar wat er veranderde in de watersystemen. Vanaf het jaar 1000 zie je dat er overal watermolens gebouwd worden. Het moeten er uiteindelijk tienduizenden zijn geweest. In Schotland werden ook wel watermolens gebouwd maar veel minder en van een ander type dat veel minder impact had op die watersystemen.”
Voor watermolens werden op veel plekken in Nederland speciale dammen aangelegd. Deze vormden een hindernis voor de zalm die stroomopwaarts zwemt om eitjes te leggen. Zalm kan goed springen, waardoor een aantal dieren de zware tocht naar de paaigronden wel succesvol kan afleggen. Ter plekke ontdekten ze dan echter dat hun paaiplaats ongeschikt was geworden. Lenders:
“Omdat de watermolens, met hun dammen en vijvers, de vaart uit de stroom halen, bezinkt er bovenstrooms veel meer sediment. De grindbedden die de zalm nodig heeft om de eieren in te leggen, zijn verdwenen onder een dikke laag zand en slik.”
Volgens de onderzoeker heeft de teruggang van de zalmstand grote gevolgen gehad, niet alleen voor de mens maar voor het hele ecosysteem.
“De honderden tonnen zalm die ooit jaarlijks de beken opzwommen, brachten in feite voedingsstoffen van de zee de bergen in. De teruggang van beren, wolven en arenden kan mede verklaard worden door het gebrek aan zalm.”