De vrouw die een wereldrijk regeerde
Ze was er klaar voor. Maar toen Victoria voor het eerst op de troon zat, kon ze niet met haar voeten bij de grond. Al was ze niet meer dan een stipje onder de hoog oprijzende gewelven van Westminster Abbey, ze was zich intens bewust van de nieuwsgierige blikken van de toegestroomde menigte en probeerde haar benen niet te laten bungelen. De straten van Londen hadden zich al voor zonsopgang gevuld met duizenden mensen, die een goed plekje wilden bemachtigen om een glimp op te vangen van de nieuwe koningin van Groot-Brittannië, nog maar net achttien jaar oud en nog geen 1 meter 50 groot.
De koningen voor haar waren losbandige rokkenjagers geweest, aan opium verslaafd, of gek. Nu was het land helemaal in de ban van de ‘schone witte roos van volmaakte vrouwelijkheid’, hun nieuwe vorstin, de kleine tiener, die daar ongemakkelijk zat, in de grote, met gouden draperieën en exotische tapijten versierde kerk, aangestaard door een met diamanten behangen aristocratie.

Weinigen hadden kunnen vermoeden dat Victoria koningin van de Britse eilanden zou worden. Haar vader was tenslotte niet de eerste, maar de vierde zoon van de koning. Zoals zo vaak bij een erfopvolging was dit het gevolg van een reeks tragische sterfgevallen in de familie: jonggestorven kinderen, de dood van een moeder in het kraambed en het overlijden van twee vadsige ooms. Maar ook het geluk had een handje geholpen: haar vader, een militair, ontsnapte aan muitende troepen die hem wilden vermoorden. Hij had bovendien haar moeder kunnen overreden een bijna failliete prins van middelbare leeftijd te trouwen. Zo beschikte het grillige lot van de natie dat de macht uiteindelijk op 20 juni 1837 kwam te rusten op de smalle schouders van een achttienjarig meisje. Een meisje dat Charles Dickens las, zich druk maakte om het welzijn van zigeuners, dol was op dieren, het heerlijk vond om opera-aria’s te zingen, gefascineerd was door leeuwentemmers en een hekel had aan insecten en schildpadsoep. Een meisje dat zo gekoeioneerd werd door de mensen in haar directe omgeving dat ze een onwrikbare wil ontwikkelde. Een meisje met een hart vol opgekropte emotie, dat zich veel te lang had moeten beheersen.

Het was niet eenvoudig geweest. Nog geen jaar oud verloor Victoria haar vader. Voordat ze achttien was, raakte ze vervreemd van haar moeder. Vele malen leek haar de kroon bijna te ontgaan. Jarenlang hadden anderen geprobeerd hem voor haar neus weg te kapen. Ze had zich moeten verlaten op haar van nature onbuigzame karakter en zich een grote onverzettelijkheid moeten eigen maken. Maar de stampvoetende kleuter, het kind dat de pianoklep dichtsloeg, de tiener die haar kwelgeesten de ogen deed neerslaan, was nu koningin. Het eerste wat ze deed toen ze thuiskwam van de kroning was haar hond een warm schuimbad geven en ze moest lachen toen hij zich afschudde en ze de vlokken op haar gezicht en kleren kreeg.

Maar met haar grootschalige rouwvertoon creëerde Victoria ook vrijwel onmiddellijk een mythe, waarin ook nu nog velen geloven. De mythe dat ze zich niet langer van haar regeringstaken kweet toen Albert stierf en dat ze bijna al haar bevoegdheden en macht aan haar scherpzinnige man afstond toen hij nog leefde. Bij haar kroning waren mensen verbaasd dat ze helder kon denken en zonder haperen spreken. Toen ze trouwde, was men ervan overtuigd dat ze voortaan alle belangrijke beslissingen zou overlaten aan Albert. En na zijn dood kreeg ze kritiek dat ze een afwezige, treurende weduwe was. Niets daarvan klopt. Koningin Victoria was een doortastende vorstin, die weliswaar klaagde over haar werklast maar dagelijks, zo niet ieder uur, haar premiers orders gaf. ‘De koningin alleen,’ aldus premier Gladstone, ‘is al genoeg om iemand het graf in te jagen.’ Toch lijkt men in onze tijd bijna net zo slecht als in Victoria’s eigen tijd te begrijpen hoe deze vrouw haar macht met zo veel kundigheid en genoegen kon laten gelden. Deels komt dat doordat het zo moeilijk is om, door alle mythes die zich rond haar gevormd hebben heen, tot de werkelijke Victoria door te dringen.
(…)
Het karakter van koningin Victoria
Koningin Victoria blijft begraven onder een berg mythen, gecreëerd door waarnemers, vleiers, monarchisten, republikeinen en haarzelf en daarna stelselmatig in leven gehouden door de koninklijke familie. Mythes zoals dat toen Albert stierf, zij ook stierf. Dat ze een hekel aan haar kinderen had. Dat ze een onberispelijke, constitutionele, welgemanierde koningin was. Dat ze een afkeer had van macht, dat het haar ontbrak aan ambitie en dat ze niets liever deed dan in de huiselijke kring verkeren. Dat ze niet meer was dan het product van de mannen die haar advies gaven en haar vormden, als een wandelende en pratende Galatea. En natuurlijk dat haar bediende John Brown niet meer dan een goede vriend was. Dan zijn er de mythen die ze zelf creëerde: dat Albert volmaakt was en hun huwelijk perfect. Dat hij koning was en zij alleen maar onderdanig was en in zijn schaduw stond. Wat allemaal onzin is.

Victoria was zich maar al te bewust van haar tekortkomingen. Men vond dat ze zich slecht kleedde en ze was altijd dikker dan ze zou willen: ze omgaf zich met schoonheid om zo te compenseren wat ze zelf miste. Maar haar liefde was intens, ze was vriendelijk en eerlijk, had een sterk rechtvaardigheidsgevoel, verafschuwde raciale en religieuze vooroordelen en had zulke sterke banden met haar bedienden dat men het raar en zelfs verdacht vond. Ze overleefde ook acht moordaanslagen. Tegen het einde van haar regering genoot koningin Victoria een enorm aanzien. Amerikanen riepen haar uit tot de meest wijze vrouw van de wereld. Oude vrouwen geloofden dat een aanraking van haar hen zou genezen en oude mannen beweerden dat ze na een bezoek van haar beter waren gaan zien. Een zesenzeventigjarige Afrikaans-Amerikaanse vrouw had vijftig jaar gespaard voor de oversteek vanuit de Verenigde Staten om een paar minuten met haar te kunnen praten.

Victoria was de machtigste koningin en de beroemdste werkende moeder op aarde. Wanneer we haar in zwarte rouw gedompeld laten, zoals ze al zo lang herinnerd wordt, vergeten we dat Victoria sinds haar tienerjaren heeft gevochten voor haar onafhankelijkheid, aanzien en voor de eer van de Kroon, en dat ze dat met succes en voor een groot deel alleen heeft gedaan. We vergeten dan ook dat ze vocht voor een wereldrijk en de waarden waarin ze geloofde, en bleef werken tot haar ogen te ver achteruit gingen, dat ze tien premiers adviseerde en met hen in discussie ging, dat ze de koninklijke hoven van Europa met haar nakomelingen bevolkte en de Britse monarchie stabiel hield tijdens de politieke omwentelingen die Europa in de negentiende eeuw op zijn grondvesten deden schudden. We vergeten dan dat ze opnieuw liefde vond, dat ze zat te giechelen als kleinkinderen aan haar voeten speelden, dat mede dankzij haar een oorlog met de Verenigde Staten werd voorkomen en dat ze premiers ontsloeg of benoemde naar gelang het haar uitkwam. En we vergeten dan dat de uitbreiding van het kiesrecht en bewegingen tegen de armoede en slavernij allemaal terug te voeren zijn op haar monumentale regeerperiode, samen met een diepgaande herbezinning op het gezinsleven en de opkomst van religieuze twijfel. Toen ze in 1901 stierf, was ze de langst regerende monarch uit de Engelse geschiedenis en dat bleef ze tot 2015, toen haar achterachterkleindochter Elizabeth haar record brak.

Victoria liet een enorme erfenis na: een tijdperk, een rijk, negen kinderen, tweeënveertig kleinkinderen. Tegenwoordig staat er voor Windsor Castle, te midden van ijskramen en overvolle souvenirstalletjes midden op de weg een standbeeld van een gezette, ernstige vrouw die over de hoofden van de mensen heen naar de horizon blikt. Het kasteel werd in de elfde eeuw gebouwd door Willem de Veroveraar en is later door verschillende koningen verbouwd, onder wie Karel ii en George iv. Victoria vond het groot en somber, ‘net een gevangenis’,11 maar zij is de monarch die het heden ten dage beschermt. Als een moeder ziet zij toe op dit kasteel en heeft zij het Britse volk veilig door een tumultueus tijdperk geloodst terwijl het vaste koers zette richting democratie. Het was ook een moeder die haar man tijdens hevige ruzies schreeuwend van woede van het ene naar het andere vertrek achterna liep en die worstelde om de vastberadenheid die haar eigen was te verzoenen met haar lage eigendunk. Ze was een gewone vrouw die in een buitengewone positie werd geplaatst.

Ze was belust op macht en vocht daarvoor in een tijd waarin vrouwen geen enkele macht hadden. Het verhaal van Victoria is dat van een vrouw die een ongekend aanzien en immense privileges genoot, een verhaal van opstandigheid en toegeven, van bemoeizucht en voortvarendheid, van toewijding en overweldigend verdriet, en uiteindelijk van de enorme veerkracht die zij als kleine vrouw in het hart van een wereldrijk tentoonspreidde. Het is vooral het verhaal van een verbazingwekkende krachtdadigheid. Wat we tegenwoordig bovenal zijn vergeten, is dat Victoria de vrouw is onder wier toeziend oog de moderne wereld zijn beslag kreeg.