In verschillende steden is dinsdag officieel stilgestaan bij het 525-jarig bestaan van de marine. Om precies negen uur vanochtend werd in de oude admiraliteitssteden de vlag gehesen.
Als feitelijk machthebber van de Nederlanden, vaardigde de Habsburgse keizer Maximiliaan II op 8 januari 1488 de zogenaamde Ordonnantie op de Admiraliteit uit. Met deze ordonnantie werd voor de Nederlanden voor het eerst een permanente marineorganisatie opgericht. Ruim drie eeuwen later, in 1813, verleende koning Willem I, de marine de koninklijke status. Dat is dit jaar precies tweehonderd jaar geleden.
De Nederlandse marine opereerde in de zeventiende en achttiende eeuw met name in de Europese wateren en hield zich toen vooral bezig met de verdediging van de onafhankelijkheid van de Republiek en de bescherming van de vissers- en handelsvloot. Vanaf de negentiende-eeuw was de marine vooral actief in Nederlands-Indië. Na de dekolonisatie richtte de marine zich, in NAVO-verband, op de beveiliging van scheepvaartroutes op de Atlantische Oceaan en op onderzeebootbestrijding.
Admiraliteitssteden
Er zijn tien plaatsen in Nederland die het predicaat ‘Admiraliteitsstad’ hebben, omdat daar destijds één van de Admiraliteiten zetelde. Dit zijn Veere, Vlissingen, Middelburg, Rotterdam, Delft, Amsterdam, Dokkum, Harlingen, Hoorn en Enkhuizen. In al deze steden is dinsdag een vlaggenparade gehouden.
De grootste herdenking vond in Amsterdam plaats. Een bijeenkomst op de Dam werd ook bijgewoond door de burgemeester en de huidige Admiraliteitsraad. Daarna legde een verre nazaat in de Nieuwe Kerk bloemen bij het graf van Michiel Adriaanszoon de Ruyter, in de zeventiende eeuw opperbevelhebber van de marine.
Thema van het jubileum is ‘525 jaar innovatie’. De evenementen Sail en de Marinedagen in Den Helder staan dit jaar in het teken van het 525-jarig bestaan van de marine.