Als het niet lukt om de oorspronkelijke eigenaren of erfgenamen te vinden van kunstwerken die tijdens de Tweede Wereldoorlog werden geroofd, worden de cultuurgoederen die in bezit zijn van de Nederlandse Staat voortaan teruggegeven aan de Joodse gemeenschap. Dat heeft het kabinet vrijdag bekendgemaakt. Hiervoor is het zogeheten restitutiebeleid aangepast.
Het restitutiebeleid maakt de teruggave aan oorspronkelijke eigenaren of hun erfgenamen mogelijk. Het gaat om cultuurgoederen die in de aanloop naar- en tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn geroofd, verkocht onder dwang of op andere wijze onvrijwillig zijn verloren. Op voorstel van minister Van Engelshoven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft de ministerraad ingestemd met enkele maatregelen die het restitutiebeleid voor de komende jaren “effectiever en toegankelijker” moeten maken.
Hiermee wordt een eerder advies van de Raad voor Cultuur en de commissie Kohnstamm gevolgd. Die constateerde eind vorig jaar dat onder meer dat structureel onderzoek naar naziroofkunst, ondanks internationale afspraken, al sinds 2007 stil ligt. De regering kreeg het advies om de herkomstonderzoeken zo snel mogelijk weer te hervatten. Ook werd gepleit voor invoering van een nieuw en eenduidig beoordelingskader voor teruggave-verzoeken. Bij deze restitutiezaken zou, anders dan voorheen, verder geen rekening meer gehouden moeten worden met de museumbelangen. Minister Van Engelshoven:
‘We moeten ons blijven inzetten om cultuurgoederen, die rondom de Tweede Wereldoorlog onvrijwillig zijn verloren of op een onrechtmatige manier zijn verkregen, terug te geven aan de juiste personen. Dat gaan we doen door structureel onderzoek en betere communicatie. En wanneer we echt niet weten van wie het is, ben ik blij om nu te kunnen zeggen dat we dan gaan kijken hoe we roofkunst van oorspronkelijk Joodse eigenaren terug kunnen geven aan de Joodse gemeenschap. Dit is een belangrijke stap in het denken over het restitutiebeleid.’
Met deze stap sluit minister Van Engelshoven aan bij de uitgangspunten van de Washington Principles (1998). Artikel 9 stelt dat een eerlijke en rechtvaardige oplossing moet worden gevonden voor verweesde roofkunst.
Herkomstonderzoek hervat
Het structurele herkomstonderzoek wordt weer hervat. In dit onderzoek zullen alle objecten in de huidige collectie van na de oorlog naar Nederland teruggebrachte cultuurgoederen, de Nederlands Kunstbezit (NK)-collectie, opnieuw worden bekeken. Het gaat om ruim 3700 kunstwerken. Het onderzoek wordt uitgevoerd door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). Er is 1,5 miljoen euro voor uitgetrokken.
Het Centraal Joods Overleg (CJO) is blij met de nieuwe stappen en spreekt van “een doorbraak”. Dit samenwerkingsverband van Joodse organisaties wordt betrokken bij de overdracht van ‘verweesde objecten’ en zal dus bekijken aan welke organisaties de werken overgedragen moeten worden. Dit kan bijvoorbeeld gaan om het Joods Historisch Museum of het Holocaustmuseum in oprichting.
Helpdesk
Met een nieuwe helpdesk en betere ontsluiting van alle informatie wil minister Van Engelshoven het doen van een restitutieverzoek verder laagdrempeliger maken. Personen met vragen over restitutieverzoeken kunnen hier straks terecht, maar ook collectiebeheerders over de te volgen procedures.
Ook interessant: Canadezen wilden in WOII Goudstikker-collectie vorderen
…of: Museum de Fundatie betaalt erfgenamen nazi-roofkunst
Boek: De plunderaars. De nazi-obsessie met kunst
Video: Kunstschatten terug uit Duitsland (1950)
Bronnen â–¼
-https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2386588-joodse-gemeenschap-krijgt-geroofde-kunst-als-eigenaren-niet-op-te-sporen-zijn
-https://twitter.com/CJO_NL
-https://www.nrc.nl/nieuws/2021/06/25/staat-doet-afstand-van-alle-resterende-joodse-roofkunst-a4048833