Mijn opa was een Duitser

5 minuten leestijd
De opa van Alex Dekker
De opa van Alex Dekker

In februari 2011 verscheen de eerste druk van Mijn opa was een Duitser, het verhaal over mijn verdwenen Duitse opa, de militair die mijn oma in de oorlogsjaren zwanger had achtergelaten. Opa’s verhaal en mijn zoektocht had ik beschreven. Nu is de herdruk uit. Tijd voor wat achtergronden, het boek had nogal wat impact.

Het jaar 2011 is als een roes voorbij gegaan. Interviews, gesprekken en aandacht die ik eigenlijk niet wilde. Ik probeerde mijzelf terug te vinden. Opa had een impact gehad en het boek vervolgens ook. Mijn zoektocht had ik opnieuw beleefd, mijn gevoelens over opa, van woede en teleurstelling tot vergeven en vergeten waren in een hoog tempo voorbij gekomen tijdens het schrijfproces. De interviews en gesprekken deden dat nog eens dunnetjes over. Uiteindelijk stortte ik helemaal in. Ik was op.

Foto: Archief Alex Dekker
Foto: Archief Alex Dekker
Het verhaal van opa is in het kort de volgende geschiedenis. Herbert Noah (1908-1985) was een Duitse onderofficier die tijdens de oorlogsjaren in Alkmaar was gelegerd. In Alkmaar ontmoette hij mijn oma, die hij in augustus 1944 verliet. Herberts divisie werd naar België overgeplaatst om de Amerikanen te stoppen. Zonder succes. Zijn divisie werd vernietigd, Herbert ontkwam naar Duitsland en mijn oma raakte zijn spoor kwijt. Op 15 februari 1945 werd mijn vader geboren. Hij werd vernoemd naar zijn vader: Herbert. Herbert Noah heeft zijn zoon nooit gezien. Mijn oma zweeg heel lang over haar grote liefde, totdat mijn vader zich wilde verloven. Pas toen verbrak ze haar stilzwijgen over de oorlogsjaren. Mijn vader deed hetzelfde. Pas toen ik een puber was hoorde ik voor het eerst over opa. Een Duitse opa.

Na een opmerking over Duitsers werd ik ingewijd in het ‘geheim’. Deelgenoot van de familiegeschiedenis die zich nooit openlijk afspeelde. Een verhaal waar ik lange tijd zelf ook over zweeg. Totdat ik halverwege de jaren negentig voorzichtig begon te zoeken en opa op het spoor kwam. Toen ik vlak voor kerstmis 2009 begon met het uitgebreid beschrijven van zijn leven besefte ik niet wat ik teweeg zou brengen. Mijn vader en mijn oma waren overleden. En dus durfde ik het verhaal op te schrijven.

Voor mij speelden natuurlijk de effecten op mij een grote rol. Ik had iets blootgelegd. Een probleem waar wellicht nog duizenden anderen mee te maken hadden. Voor de duidelijkheid: Mijn vader heeft een gelukkige jeugd gehad. Ik ook. Mijn opa bestond als het ware niet. Pas in de jaren negentig bespraken we opa op verschillende momenten. Toen mijn vader op 20 januari 2000 overleed, wisten we nog niets. Pas in 2003 had ik meer duidelijkheid, toen de WASt Dienststelle (het archief verantwoordelijk voor het bewaren van dossiers over Duitse militairen) informatie kon opsturen.

Toen het boek in februari 2011 uitkwam, kwamen langzaam maar zeker reacties op het boek. Lezers en lezeressen benaderden mij met hun verhaal. Terwijl ik de ellende van en over opa van mij af probeerde te schudden, hoorde en las ik vergelijkbare geschiedenissen van andere kinderen en kleinkinderen. Ook bij anderen was zwijgen de norm geweest. Mensen vroegen mij om tips om hun vader of opa te zoeken. Ik kende de wegen ten slotte?

De e-mails en gesprekken die volgden, waren stuk voor stuk heel bijzonder. Bepaalde dingen hoefden we niet meer aan elkaar uit te leggen. We kenden het gemis (voor zover we iets kunnen missen dat we niet kennen), we kenden elkaars frustraties en deels elkaars ideeën over ‘onze Duitsers’. Emotioneel zwaar en toch luchtte het op.

Thuiskomen

Het hoogtepunt van mijn zoektocht naar opa kwam in de zomer van 2012. In het boek citeerde ik uit een brief van Ilse Schreiber. Zij had foto’s van opa gestuurd, opnames van na de oorlog. Opa was in 1963 hertrouwd met Adolfina Schreiber. Adolfina had een zus wiens zoon getrouwd was met Ilse. Zij was de laatste in de lijn en als enige overgebleven. In die bewuste zomer van 2012 waren wij op vakantie op de Hühnsrück, de streek die bekend werd door de Duitse serie ‘Heimat’. Op een zondag reed ik, met mijn vrouw en twee kinderen, richting Frankfurt. In een klein dorpje woonde Ilse, ik had met haar afgesproken om haar op te zoeken.

Wat volgde was een hartelijk bezoek. Een soort thuiskomen bij familie die we lang niet hadden gezien. Ilse, dik in de tachtig, had even ervoor onderhandeld over de verkoop van haar huis. Ze zou intrekken bij haar vriend Erhard, die twee dorpen verder woonde. We dronken wat en vertrokken naar het lokale Chinese restaurant. Onder het genot van een uitgebreid buffet en een alcoholvrij biologisch biertje bespraken we wat ik gedaan had, hoe Ilse opa mee had gemaakt en praatten we over ‘vroeger’. Ilse had geen gemakkelijk leven gehad. Een groot gezin van veertien kinderen, van wie verschillenden al als kleuter overleden. De oorlog die de leraar had laten ‘verdwijnen’. De man was sociaal-democraat, waarschijnlijk omgekomen in een kamp. De jongens uit het dorp die naar een front moesten en nooit meer terugkwamen. De luchtbescherming die zonder enige uitrusting het dorp moest beschermen tegen bommen van vliegers. De oorlog die Ilse’s leven overhoop had gehaald. En die van opa.

Familienhaus

Na het eten vertrokken we naar het dorp van Erhard. Erhard was weduwnaar en had drie dochters. Zijn huis had hij begin jaren zeventig zelf gebouwd met behulp van vrienden en buren. Groot genoeg om drie families onder te brengen. Zijn ‘Familienhaus’ herbergde, naast hemzelf, twee van zijn dochters. Een was jarig. Of wij anders ook kwamen? Een nieuwe hartelijke ontvangst en het schudden van handen volgde. In eerste instantie zaten we samen met Ilse en Erhard te praten. Zo bleek dat Ilse mijn opa in zijn laatste maanden intensief had verzorgd. Hij was overleden aan kanker en Adolfina kon niet alleen voor hem zorgen. Ilse had al als verpleegster gewerkt en kon haar wel ontlasten.

Na dit tweede zware gesprek schoven we aan in de versierde garage. Aan biertafels gezeten kregen we koffie en de uitnodiging om vooral maar enkele stukken (!) taart te nemen. We keuvelden wat verder, het boek over opa kwam uiteraard ter sprake, naast het Nederlands koningshuis en de kwaliteit van het Nederlands voetbalelftal. Toen we terugreden naar het vakantiepark was ik blij en uitgeput. Blij dat ik Ilse had mogen ontmoeten. Uitgeput van de indrukken die we opgedaan hadden.

Mijn opa was een Duitser - Alex Dekker
 
Het bezoek werd een afsluiting. Opa. Zijn verhaal, onze familiegeschiedenis: Het had een plaats gekregen. Afgerond. Alles viel op zijn plaats. Opa had zijn rechtmatige plek in mijn belevenis ingenomen. Hij was opa, zoals een opa hoort te zijn. Alleen hadden de omstandigheden hem nooit dichterbij kunnen brengen, ondanks de hoop van oma, mijn vader en ik.

In de jaren die volgden heb ik meerdere lezingen over opa gegeven. Voor 2011 had ik het nooit gedaan. Niet gewild, niet aangedurfd. Na de zomer van 2012 werd dat anders. De eerste keer was spannend, alle volgende presentaties waren leuk en uitdagend. En dan nu ook nog een herdruk van Mijn opa was een Duitser? Mijn vader zou trots zijn geweest. Opa ook denk ik zomaar.

Alex Dekker (1971) studeerde geschiedenis in Amsterdam. Woont met zijn gezin in Alkmaar. Publiceerde de boeken Ook Gij behoort bij ons, over Nederlandse vrijwilligers bij het NSKK en Mijn opa was een Duitser.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×