Een verward en lichtelijk hysterisch debat
“Theo van Gogh was een vriend van me, en ik vond het vreselijk dat hij werd vermoord. Maar ik heb me ook geërgerd aan de lulkoek die na zijn dood werd verkocht. Journalisten en de onvermijdelijke ‘deskundigen’ waren volkomen in paniek. Ze beweerden dat de vrijheid van meningsuiting in gevaar was; dat er sprake was van een botsing der beschavingen.
De gruwelijke moord op Theo van Gogh door een ernstig gestoorde adolescent met radicaal-islamitische opvattingen en de daaropvolgende aanslagen op diverse moskeeën en een islamitische school hebben in Nederland geleid tot een verward en lichtelijk hysterisch debat over de toestand van de natie. Nederland zou Nederland niet meer zijn, Nederland zou op de verkeerde weg zijn en Nederland zou zijn onschuld hebben verloren.
Laten we met dat laatste beginnen. Het zou ronduit merkwaardig zijn als Nederland pas in 2004 zijn onschuld zou hebben verloren, voor zover naties althans onschuldig kunnen zijn en die onschuld kunnen verliezen. Nederland heeft een omvangrijk koloniaal verleden, dat niet bepaald onschuldig was. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn gruwelijke dingen gebeurd, die weliswaar het werk van de Duitse bezetter waren, maar die desondanks de Nederlandse natie niet in perfecte onschuld lieten voortexisteren.
De Nederlandse onschuld lijkt vooral een vaag concept dat gekoppeld is aan de eerste paar naoorlogse decennia en misschien wel bovenal aan de jaren vijftig. Het gaat hier om een periode in de vaderlandse geschiedenis toen vadertje Drees tot ieders tevredenheid regeerde, kerkgang nog vanzelfsprekend was, geluk nog heel gewoon was en iedereen dolgelukkig was met een boterham met tevredenheid. Het behoeft geen betoog dat dit paradijs een mythe is die haar bestaan dankt aan de simpele noodzaak een opmerkelijk contrast te creëren met een als zeer onbevredigend ervaren heden. Ooit waren we gelukkig en tevreden, nu zijn we ongelukkig en ontevreden. Ooit waren we even onschuldig als Ot en Sien, en nu zijn we die onschuld verloren.
Wanneer we precies het paradijs hebben verlaten wordt nooit duidelijk. Volgens sommigen al in de rumoerige en pretentieuze jaren zestig, volgens veel anderen pas met de moord op Pim Fortuyn in 2002. De moord op Theo van Gogh werd direct gekoppeld aan de moord op Fortuyn, op het eerste gezicht wellicht een voor de hand liggende gedachte, bij nader inzien een onverantwoorde constructie, zeker wanneer die suggereerde dat politieke moord in Nederland nu een min of meer normale aangelegenheid was geworden. De moordenaars van Fortuyn en Van Gogh kwamen uit totaal verschillende maatschappelijke sectoren en hadden al even totaal verschillende motieven. We zouden hoogstens kunnen zeggen dat beide moordenaars per definitie gestoorde fanatici waren.
Geen verdwaalde eenling
In hoeverre is er nu reden om aan te nemen dat de Nederlandse samenleving werkelijk ingrijpend is veranderd of daadwerkelijk op de verkeerde weg is? Dat veel Nederlanders dat denken betekent immers nog niet dat het ook zo is. Aan het dagelijks leven van het overgrote deel der Nederlanders is immers door de dramatische gebeurtenissen niets veranderd.
Dat veel Nederlanders vinden dat het vaderland op de verkeerde weg is, is niet het gevolg van eigen ervaringen maar van de beelden die de eindeloze televisie-uitzendingen van de gebeurtenissen hebben gegeven. Ten gevolge van die beelden denken veel Nederlanders ook dat hun eigen veiligheid door mogelijke terroristische acties wordt bedreigd.
Het gevoel dat er iets fundamenteel mis is met Nederland en dat het allemaal nog veel erger zou kunnen worden is het gevolg van het feit dat de moordenaar van Van Gogh geen verdwaalde eenling was, zoals de moordenaar van Fortuyn, maar een Nederlander van Marokkaanse afkomst die al jaren onderdeel vormde van een soort terroristische cel, die in de loop van de afgelopen jaren allerlei wilde plannen had bedacht. Van deze radicaal-islamitische jongeren is het maar een stap naar radicale imams in radicale moskeeën. Vervolgens is het een kwestie van suggestie: een paar procent van de in Nederland wonende moslims zou een radicaal potentieel hebben en dan kan afgesloten worden met de beangstigende constatering dat er in Nederland een miljoen moslims zijn.
Zitten we dan in de naaste toekomst in Nederland met botsende beschavingen? Wordt de essentie van het Nederlandse cultuureigen bedreigd door intransigente islamitische immigranten die er uiteindelijk op uit zijn hun normen en waarden aan Nederland op te dringen? Zo beschouwd zou Nederland, althans de Nederlandse cultuur, inderdaad in gevaar zijn. In hoeverre is er reden dit scenario serieus te nemen?
Jeugdige warhoofden
De moordenaar van Van Gogh was inderdaad onderdeel van een terroristische cel. Die cel was bekend aan de autoriteiten en diverse leden van die cel waren zelfs al eens opgepakt en tijdelijk opgesloten. De moordenaar werd door de autoriteiten beschouwd als een ongevaarlijke meeloper. Dat bleek een fatale misrekening, al blijft dat een gemakkelijke constatering achteraf. Uit alle berichtgeving werd duidelijk dat de terroristische cel niet groot was en vooral bestond uit jeugdige warhoofden. Geen van hun megalomane plannen maakte een realistische indruk. Dat Van Gogh is vermoord komt omdat iedereen een ongewapende fietser kan vermoorden. Iedere gek met een pistool kan een enorme hoeveelheid maatschappelijke narigheid veroorzaken.
Hoeveel Nederlandse moslims radicale neigingen hebben is onbekend, elke schatting is een slag in de lucht. Laten we echter eens aannemen dat het er enkele tientallen zijn, tot op heden is er geen enkele reden om aan te nemen dat het er meer zijn. In het ergste geval zitten we dan in de naaste toekomst met een probleem dat zich goed laat vergelijken met de problemen die eerder in andere Europese landen werden veroorzaakt door de IRA, de ETA, de RAF, de Rode Brigades of de Revolutionaire Cellen. Dergelijke organisaties kunnen, ook als zij slechts een zeer beperkt aantal leden hebben, jarenlang maatschappelijke overlast en grote ellende veroorzaken.
Als de overheid echter het hoofd koel houdt en tot redelijk effectieve bestrijding komt, is er geen enkele reden om aan te nemen dat dergelijke terroristische activiteiten tot een blijvende ontwrichting van de samenleving zullen leiden. Zelfs als er in Nederland per jaar twee terroristische moorden zouden worden gepleegd, wat mij voorlopig niet waarschijnlijk lijkt, is dat slechts één procent van het jaarlijks aantal moorden.
Een onveilig gevoel
Hiermee raken we aan het probleem van de veiligheid en het merkwaardige feit dat veel doodgewone Nederlanders zich onveilig voelen. De kans dat de modale Nederlander om het leven zal komen door terroristisch geweld is statistisch verwaarloosbaar klein. We hebben hier te maken met de volkomen gestoorde risicoperceptie van de moderne mens. Die maakt zich druk over spectaculaire risico’s die uiterst onwaarschijnlijk zijn en juist helemaal niet over de aanzienlijke risico’s van het dagelijks leven: het verkeer, klussen in huis, de barbecue et cetera.
In plaats van zich te laten verleiden tot wilde retoriek over de meedogenloze oorlog tegen het terrorisme zou de Nederlandse regering er verstandig aan doen duidelijk te maken hoe groot de risico’s werkelijk zijn. Uiteindelijk worden de gevoelens van angst en ongemak van de Nederlanders wellicht toch het sterkst gestimuleerd door de gedachte dat de miljoen moslims in Nederland geen Nederlanders willen worden. Dat zij in cultureel opzicht een soort vijfde colonne vormen. Zowel op praktische als historische gronden is er geen reden dat te veronderstellen. De meerderheid van de moslims in Nederland belijdt die godsdienst in feite niet actief. De sociaal-economische positie van de recente immigranten in Nederland is niet fantastisch, maar vergelijkenderwijs ook weer niet slecht. Vorige groepen van immigranten in Nederland zijn relatief gemakkelijk geïntegreerd. Met de immigranten uit islamitische landen zal dat waarschijnlijk wat moeizamer gaan, maar de geschiedenis van de immigratie in de Verenigde Staten leert dat zelfs de moeilijkst integreerbare immigranten zich na vijftig tot vijfenzeventig jaar volledig hebben aangepast. We moeten gewoon geduld hebben en zeker niet in paniek raken.