Voor de bestraffing van verzetsmensen liet de ‘Chef des Oberkommando der Wehrmacht’ veldmaarschalk Wilhelm Keitel (1882-1946) tijdens de Tweede Wereldoorlog een speciale strafklasse ontwikkelen: Nacht und nebel. Verzetslieden werden in het geheim afgevoerd om vervolgens spoorloos in ‘nacht en nevel’ te verdwijnen.
Er waren twee aparte kampen voor de zogenoemde ‘NN-Häftlinge’: Natzweiler-Struthof in de Elzas en Groß-Rosen in Silezië. Gevangenen moesten hier zeer zwaar werken verrichten. Men was feitelijk ter dood veroordeeld, maar het vonnis werd niet direct voltrokken. De nazi’s hadden liever dat de gevangenen zich dood werkten. Daarom wordt ook wel gesproken van ‘doodstraf op termijn’.
Steengroeve
Beide concentratiekampen hadden een steengroeve waar gevangenen te werk werden gesteld. Velen bezweken onder de barbaarse arbeid. In Natzweiler werd rood graniet gewonnen dat architect Albert Speer wilde gebruiken voor Hitlers bouwwerken. Ex-Natzweiler Jaap van Mesdag vertelde in 2003 hoe het er in de steengroeve van het kamp aan toeging:
“We stonden dan tegen een rotswand die kaal was. Daar werden gaten in geboord waar springstof inging. Nadat het spul tot ontploffing was gebracht kreeg je te maken met losse rotsblokken en heel veel gruis en puin dat in de kiepkarren (lorries) – van die tapse karren – moest worden geladen. Als de karren vol waren, dan riep de voorman dat ze weg konden, ze werden aangeduwd en een halve kilometer verderop omgekiept. En dan begon het werk van voren af aan. Vanaf zeven uur, halfacht ’s ochtends tot aan de avond met een middagpauze van driekwartier.”
NN
Naar Natzweiler werden naar schatting 600 Nederlanders afgevoerd. Van hen overleefden er 280 de oorlog niet. In Groß-Rosen kwamen ook honderden Nederlanders om het leven. Ook in andere concentratiekampen zaten Nacht und nebel-gevangen. Zij waren doorgaans te herkennen aan de markering NN bij hun kampnummer of op de rug van hun kamptenue. Bekende Nederlandse ‘NN-Häftlinge’ zijn onder anderen Pim Boellaard, Herman Wiardi Beckman, Floris Bakels en Willem van Lanschot.
Nacht und nebel-gevangen kregen zeer weinig voedsel, mochten geen brieven schrijven of ontvangen en als men overleed werd de familie daar niet van op de hoogte gebracht. De familie wist doorgaans überhaupt niet waar hun naaste verbleef. Veel verzetsmensen uit Frankrijk, Luxemburg, Nederland en Noorwegen kwamen in de genoemde kampen op gruwelijke wijze om het leven.
Op Nationaal Ereveld Loenen is een monument te vinden ter nagedachtenis aan de Nederlanders die in Natzweiler om het leven kwamen.
Boek: Achttien Nederlanders en hun weg terug uit Nacht und Nebel
Bronnen â–¼
-https://www.anderetijden.nl/aflevering/112/Nacht-und-Nebel
-https://www.verzetsmuseum.org/dachau/gerrit-haer