Nederland geeft vandaag 288 cultuurhistorische objecten uit de Rijkscollectie terug aan Indonesië. De objecten, waaronder vier hindoe-boeddhistische beelden en 284 voorwerpen uit de zogenaamde Collectie Puputan Badung, zijn tijdens de Nederlandse overheersing van Indonesië “onterecht meegenomen naar Nederland”.
Volgens de regering is de teruggave een belangrijke stap in het herstel van historisch onrecht dat is veroorzaakt tijdens de koloniale periode. Minister Eppo Bruins (OCW) besloot tot teruggave van de objecten op advies van de Commissie Koloniale Collecties.
De teruggegeven objecten, die lange tijd onderdeel uitmaakten van de collectie van het Wereldmuseum in Amsterdam, hebben volgens het kabinet grote culturele waarde voor Indonesië. Het herkomstonderzoek toonde aan dat de werken onder dwang of door roof zijn verkregen. Een van de bekendste collectie voorwerpen die wordt teruggegeven is de Collectie Puputan Badung, die bestaat uit wapens, sieraden, munten en textiel. Deze werd buitgemaakt tijdens de oorlog tegen de vorstendommen Badung en Tabanan op Bali in 1906, waarbij vele voorwerpen naar Nederland werden overgebracht.
Ook worden vier hindoe-boeddhistische beelden van Bhairava, Nandi, Ganesha en Brahma uit Java teruggegeven. Deze beelden werden in de eerste helft van de negentiende eeuw naar Nederland overgebracht. Minister Bruins:
Het is de tweede keer dat we op basis van advies van de Commissie Koloniale Collecties objecten teruggeven die nooit in Nederland hadden moeten zijn. In de koloniale periode is er vaak sprake geweest van roof en andere vormen van onvrijwillig bezitsverlies van cultuurobjecten. Teruggave van deze objecten is materieel rechtsherstel.
De overdracht van de objecten vindt plaats in het Wereldmuseum in Amsterdam, in bijzijn van Hilmar Farid, de directeur-generaal cultuur van Indonesië, en vertegenwoordigers van de Indonesische repatriasi commissie. In de zomer van 2023 zijn ook al objecten teruggegeven, toen aan Indonesië en Sri Lanka. In de toekomst buigt de Commissie Koloniale Collecties zich over andere verzoeken van Nigeria, Sri Lanka, India en Indonesië.