Dark
Light

‘Nieuw bewijs gevonden voor uitsterven dinosauriërs’

Auteur:
3 minuten leestijd
Willekeurige verbeelding van een meteoriet
Willekeurige verbeelding van een meteoriet (CC0 - Pixabay - AlexAntropov86)

Een internationaal onderzoeksteam, waaraan ook twee wetenschappers van de Universiteit Utrecht en de Vrije Universiteit Amsterdam onderdeel uitmaken, zegt nieuw bewijs te hebben gevonden dat een groot aantal dinosauriërsoorten miljoenen jaren geleden uitstierf door een meteorietinslag in Mexico.

Bij boringen in de zogeheten Chicxulub-inslagkrater, waar de meteoriet is neergekomen die de dino’s mogelijk deed uitsterven, vonden de wetenschappers in een kleilaag “abnormaal veel iridium”. Door de plek van het iridium in de kleilaag kunnen de onderzoekers uitrekenen wat er gebeurde in de dagen en jaren na de inslag van de meteoriet. De vondst van abnormaal veel iridium is volgens hen…

“…het laatste stukje bewijs dat nodig is om te kunnen aantonen dat de dinosauriërs door deze meteorietinslag zijn uitgestorven.”

Tekening van de inslag van de meteoriet
Tekening van de inslag van de meteoriet
Zo’n 66 miljoen jaar geleden stierven de dinosauriërs en veel andere land- en zeediersoorten uit. Onderzoekers Walter Alvarez en Jan Smit ontdekten in de jaren zeventig van de twintigste eeuw voor het eerst de reden achter deze massa-extinctie toen zij in Italië en Spanje hoge concentraties iridium vonden, een metaal dat weinig voorkomt in de aardkorst maar veel voorkomt in meteorieten. Het iridium bevond zich in een dun kleilaagje tussen de steenlagen die karakteristiek zijn voor het Krijt- en het Paleogeentijdperk.

Dat iridium gaf bewijs dat een meteoriet met een doorsnede van zo’n twaalf kilometer ergens op aarde was neergekomen, waardoor een grote stofwolk met onder andere iridium vrijkwam en later op aarde neerdaalde. Dat werd bevestigd toen wetenschappers in Mexico een 180 kilometer brede inslagkrater vonden, deels verstopt onder het Yucatan schiereiland. De Chicxulub-krater is destijds per ongeluk ontdekt doordat geofysici cirkelvormige afwijkingen vonden in het zwaartekrachtveld.

‘Onomstotelijk bewijs’

Wetenschappers denken nu de laatste link tussen die krater en het iridiumstof te hebben gevonden en daarmee het “onomstotelijk bewijs” te leveren dat juist deze meteorietinslag de massa-uitsterving aan het eind van het Krijt veroorzaakte. In 2016 boorden de onderzoekers vanaf zee in de binnenste heuvelring van de krater. Daarbij haalde men 835 meter boorkern naar boven. Uit die boorkern konden de wetenschappers zien wat er vlak voor, tijdens en vlak na de meteorietinslag is gebeurd. Dat het laagje met iridium in de krater intact is gebleven, is volgens de onderzoekers bijzonder, want in de dagen na de inslag stroomde de krater vol en woedden er tsunami’s door de krater en maanden erna kwamen er nog grote aardbevingen voor.

Niels de Winter, paleoklimatoloog van de Universiteit Utrecht:

“Dit is een unieke kans voor ons als geologen, meestal kunnen we uit de gesteenten alleen iets leren over processen die duizenden tot miljoenen jaren duren. Hoewel de directe gevolgen van de meteorietinslag relatief kort duurden, kostte het vervolgens waarschijnlijk duizenden jaren voordat het ecosysteem van deze zware klap herstelde, maar van de dinosauriërs kwamen alleen de vogels er bovenop.”

Door de laag met iridium konden de onderzoekers uitrekenen hoeveel tijd het leven op aarde er over deed om te herstellen van de massa-extinctie, en wat er gebeurde in de dagen en jaren na de ramp.

“We zagen in de boorkern dat in de eerste dag na de inslag zo’n 130 meter aan puin zich ophoopte. Het grootste deel daarvan is in de eerste uren meegesleurd met het water door het vollopen van de krater en de wilde tsunami’s die in de krater ontstonden. Dat is ontzettend snel.”

Het bovenste deel is een zestig centimeter dikke kleiige laag van al het opgeworpen modder dat uit het troebele water langzaam neerdaalde en het allerbovenste deel daarvan bevat relatief veel iridium uit het neerdwarrelende meteorietstof. Die laatste laag is, zij het in een veel dunnere laag, in boorkernen en ontsluitingen van gesteente uit andere delen van de wereld ook gevonden. De wetenschappers hebben over hun onderzoek gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Science Advances.

Boek: De opkomst en ondergang van de dinosaurus

×