Ultrageheim was de ‘Norden Bombsight’ tijdens de Tweede Wereldoorlog. Volgens piloten van de Amerikaanse luchtmacht konden ze met deze Nederlandse uitvinding ‘een bom in een harington gooien.’
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was de ‘Norden bombsight’ na de atoombom Amerika’s geheimste wapen. Met het instrument konden bommenwerpers vanaf grote hoogte hun doel nauwkeurig bepalen. De invloed van onder meer hoogte, snelheid en wind maakte dit erg lastig. Uitvinder van het instrument was de Nederlandse ingenieur Carl Norden (1880-1965). Hij werd geboren in Nederlands-Indië en emigreerde in 1904 naar Amerika.
Norden ontwierp een soort analoge computer die een automatische piloot aanstuurde. Met behulp van spiegels, lenzen en camera’s bepaalde de Norden bombsight het doel en vuurde ook de bom af. Theoretisch kon een bommenwerper zo vanaf een hoogte van zeven kilometer een doel raken binnen een cirkel van dertig meter.
Volgens sommige piloten konden ze vanaf die hoogte zelfs ‘een bom in een harington gooien’. Uit liefde voor zijn nieuwe vaderland verkocht de bescheiden Norden het patent op zijn uitvinding voor 1 dollar aan de Amerikaanse overheid.
Top secret
Hoewel de doeltreffendheid van de ‘Norden bombsight’ later betwijfeld zou worden, was het instrument voor de Amerikaanse overheid ’top secret’. De fabrieken waar het geproduceerd werd, werden zwaar bewaakt. Voor en na iedere missie werd het instrument onder strenge bewaking in en uit het vliegtuig gehaald.
Vliegers moesten zweren desnoods met hun eigen leven te voorkomen dat het apparaat in vijandige handen viel. En Carl Norden zelf ging nooit op pad zonder twee bodyguards.