De NSB – Twee werelden botsen, 1936-1940

Bespreking van het tweede deel van de geschiedenis van de Nationaal-Socialistische Beweging in Nederland
4 minuten leestijd
De 'Hagespraak der Bevrijding' van de NSB, op het partijterrein in Lunteren, 22 juni 1940
De 'Hagespraak der Bevrijding' van de NSB, op het partijterrein in Lunteren, 22 juni 1940

Langzaam, als een breed uitwaaierende symfonie van Gustav Mahler, ontvouwt zich de geschiedenis van de Nationaal-Socialistische Beweging in Nederland (NSB), zoals beschreven door Edwin Klijn en Robin te Slaa. In 2009 verscheen het 939 pagina’s tellende eerste deel (1931-1935) van hun Magnum Opus en nu verschijnt deel twee met een omvang van 999 pagina’s. Over de verschijningsdatum van het derde en laatste deel laten de auteurs zich ‘liever niet meer al te expliciet uit.’ Hopelijk duurt het niet lang voor dit derde deel zal verschijnen, want dit tweede deel smaakt naar meer.

Eerste deel van de NSB-trilogie: ‘Ontstaan en opkomst van de Nationaal-Socialistsiche Beweging 1931-1935’
Het eerste deel van de geschiedenis van de NSB vertelt het verhaal vanaf haar ontstaan in 1931 en de eerste jaren daaropvolgend. Na de nodige aanloopperikelen kreeg de NSB in de loop van 1934 de wind in de zeilen, maar het bleef bij een licht briesje. Het grootste succes waren de Statenverkiezingen van medio 1935, toen de NSB bijna 8 procent van de stemmen wist te verkrijgen. Van meet af aan kreeg zij forse tegenwind te verduren van de Nederlandse overheid, die de antidemocratische NSB als een gevaar beschouwde. Zo mochten ambtenaren en militairen geen lid van de beweging zijn, burgerwachten mochten geen NSB’ers als lid toelaten en ook werd het NSB’ers verboden om hun uniform op straat te dragen. De katholieke en protestantse kerken wendden zich in woord en daad van de NSB af en geboden hun gelovigen hetzelfde te doen.

Omdat de NSB van het begin af aan een idealistische beweging was die naar een totale hervorming streefde van politiek en samenleving, was er na al deze verboden voor haar geen weg terug. ‘Een ideaal verplicht!’ schreef de nationaalsocialist George Kettmann nog in 1949. Met de weg naar aanpassing afgesloten, restte de NSB niets anders dan in steeds extremer tempo door te marcheren.

Extremisering

In het tweede deel van de geschiedenis van de NSB, dat de jaren 1936-1940 behandelt, stellen de auteurs deze geleidelijke maar onmiskenbare extremisering van de NSB en haar leden centraal. Op twee gebieden werd die het duidelijkst, zo tonen Klijn en Te Slaa aan: het antisemitisme en de omarming van het Duitse racistische concept van Blut-und-Boden.

Mussert's eed van trouw aan Adolf Hitler, december 1941
Mussert’s eed van trouw aan Adolf Hitler, december 1941 (CC BY 3.0 – NIOD – wiki)
In de begintijd was de NSB niet (of nauwelijks) antisemitisch. Er waren zelfs vele Joden lid van de partij. Musserts beweging richtte zich op het fascisme zoals dat onder Mussolini in Italië aan de macht was gekomen en dit Italiaanse fascisme was niet gebouwd op antisemitisme. Maar nadat de NSB tegen een muur van verboden was opgelopen, bood Mussolini geen uitkomst meer. Mussert begon zich meer en meer te richten op het succesvolle en nabije Duitse nationaalsocialisme uit Hitlers koker. Eind 1935 stond te lezen in Volk en Vaderland, het weekblad van de NSB, dat de partij zich ‘onverbrekelijk verbonden’ voelde met de ontwikkelingen in nazi-Duitsland. Vanaf dat moment omarmde de NSB de rassenleer en het antisemitisme van de Duitse nazi’s. Klijn en Te Slaa laten gedetailleerd zien hoe dit proces verliep. Het leidde er ook toe dat NSB’ers meer en meer buiten de Nederlandse samenleving kwamen te staan. Hier ligt de voedingsbodem voor het negatieve beeld van de ‘foute NSB’er’ die Nederland verraden heeft.

De ontwikkelingsgang van een gematigde en op het Italiaanse fascisme gestoelde partij naar een volbloed antisemitische Nederlandse nazipartij leidde binnen de NSB tot een scheiding der geesten. Mussert en de zijnen wensten via de legale weg aan de macht te komen, terwijl een grote factie van de NSB, geleid door Rost van Tonningen, het gebruik van geweld niet schuwde. De spanningen die deze strijd opriep worden indringend weergegeven.

Wat in vroegere publicaties nog niet eerder zó krachtig werd neergezet, is Musserts vurige wens om onder Duitse leiding de regeringsmacht in Nederland in handen te krijgen. Loe de Jong verhaalde reeds in 1969 van Musserts verlangen om verregaand met Hitler-Duitsland te collaboreren, maar Klijn en Te Slaa maken nu voor het eerst duidelijk hoe Mussert tot dat standpunt was gekomen. Ook plaatsen zij diens handelen in de richtingenstrijd die zich binnen de NSB afgespeeld heeft.

Klijn en Te Slaa hebben met dit tweede deel een duidelijk beeld geschetst van de weg die de NSB onder Mussert had ingeslagen in de tweede helft van de jaren dertig van de vorige eeuw. Gebaseerd op indrukwekkend archiefonderzoek wordt nauwgezet, stap voor stap, inzichtelijk gemaakt wat de NSB wenste te bereiken, hoe de buitenwereld daarop reageerde en welke rol de partij speelde in het internationale nationaalsocialistische krachtenveld.

Zeer gedetailleerd

De wens van de auteurs om volledig te zijn, heeft echter als bijverschijnsel dat de detaillering van het verhaal overdadig wordt. Zo had, om een voorbeeld te noemen, de zeer uitgebreide bespreking van de voorgenomen grondwetswijziging in 1937 wel wat minder gedetailleerd gekund, net zoals het gebruik van bestaande literatuur kritischer aandacht had verdiend. Ook hierbij een voorbeeld. In mijn ogen doet het gewrongen aan om de dissertatie uit 1956 van Ivo Schöffer, Het nationaal-socialistische beeld van de geschiedenis der Nederlanden, op dezelfde hoogte te zien geplaatst als de studie The Lure of Fascism in Western Europe uit 2009 door Dietrich Orlow. Het eerste boek is een standaardwerk, het tweede zit vol fouten.

De NSB (deel 2)
De NSB (deel 2)
Samenvattend: deze studie van Klijn en Te Slaa is een instructief, gedegen en onderhoudend geschreven boekwerk en een waardig vervolg op het eerste deel uit 2009. Vrijwel alle gebeurtenissen uit de beschreven periode 1936-1940 waren in grote lijnen al bekend, maar Klijn en Te Slaa maken op basis van vele bronnen nu ook duidelijk hoe en waarom die gebeurtenissen plaatsvonden.

Tot slot doe ik beide auteurs een idee aan de hand. Misschien kunnen zij nadat over enkele jaren de drie voorziene delen zijn verschenen, daaruit een samenvattend en handzaam boekwerk van zo’n 300 pagina’s samenstellen. Want hoe doorwrocht ook, 3000 pagina’s voor één politieke partij is teveel van het goede.

~ Willem Huberts

Boek: De NSB – Deel 2: Twee werelden botsen, 1936-1940
Ook interessant: NSB (Nationaal-Socialistische Beweging) – Geschiedenis

Bekijk dit boek bij:

Bekijk dit boek bij Historiek Geschiedenisboeken

Willem Huberts (Utrecht, 1953) studeerde Nederlands. Op het terrein van de nationaalsocialistische Nederlandse letterkunde publiceerde hij veelvuldig in boek- en artikelvorm, hij schreef onder meer een biografie van de nationaalsocialistische schrijver/uitgever George Kettmann. Hij promoveerde op een onderzoek naar de relatie tussen het generieke en het Nederlandse fascisme. In 2019 verscheen Er moest iets nieuws gebeuren!, autobiografische terugblikken van zes fascisten en nationaalsocialisten, voorzien van een Inleiding. In 2022 verscheen Soli Deo, biografie van de fascistische priester Wouter Lutkie (1887-1968).

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×