Oki en Doki bij de nikkers

Dingen veranderen, alleen duurt het soms even…
3 minuten leestijd
Oki en Doki bij de Nikkers
Oki en Doki bij de Nikkers

Door het tumult tijdens de Sinterklaas-intochten moest ik denken aan een verhaal over racisme in onze verhalenbundel. Hierin wordt duidelijk gemaakt dat zaken die vandaag de dag overduidelijk als racistisch worden ervaren, vroeger soms prima door de beugel konden en vaak helemaal niet racistisch bedoeld waren.

Een kleine zestig jaar geleden verscheen een vrolijk kinderboekje van de Nederlandse schoolleraar Henri Arnoldus, getiteld Oki en Doki bij de nikkers (1957). Henri Arnoldus, tevens geestelijk vader van Pietje Puk, was geen racist maar wie zijn boekje vandaag de dag leest, zal de wenkbrauwen zo nu en dan vermoedelijk wel fronsen. ‘Nikkers’ worden in het boekje neergezet als dom en als ze honger hadden dan aten ze blanke mensen op. De omslag van de eerste uitgave is duidelijk genoeg. Een typerend fragment uit het boekje:

Historische verhalen - Bundel Historiek
Historische verhalen – Bundel Historiek
De sloep komt met een schok tegen de wal aan. Flap tuimelt haast in het water. Oki en Doki springen uit de sloep. Flap gaat zijn baasje achterna. Oki loopt voorop. Hij draagt een geweer over zijn schouder, net als een echte jager. Doki stapt achter hem aan. Doki voelt zich niet helemaal prettig. Het is hier muisstil. Waar zijn de negers? Zitten die al in hun hutten? Slapen ze al? Nee de negers slapen niet.

“We hebben veel verdiend”, zegt het zwarte opperhoofd. “Jammer dat de blanke mensen niet op ons eiland komen anders…”
“Anders aten we ze op!” roepen de negers, die rond de hut van het opperhoofd zitten.
“Blanke mensen smaken fijn”, zegt het opperhoofd. Hij likt zijn lippen eens af.
Opeens kijkt het opperhoofd naar de zee.
“Zie ik het goed”, fluistert hij.
“Er ligt een boot dicht bij de kant. Aha!”

Alle negers kijken nu naar de zee. Als de maan zo helder schijnt, kun je alles goed zien. Er springen twee mannen uit de sloep. Twee mannen met een hond.

“Wat komen die doen?” vraagt het opperhoofd zacht.
“Wacht negers. We pakken ze en we nemen ze mee naar het bos.”

De negers weten wat er gaat gebeuren. Ze moeten die twee blanke mennen pakken en dan… Ja, ja, die boze negers weten het wel. Het zijn boze mannetjes.

Van ‘nikker’ naar ‘neger’

Wie vandaag de dag een kinderboekje uitbrengt met de titel Oki en Doki bij de nikkers kan rekenen op een storm aan kritiek… En met een dergelijke inhoud gaat geen enkele uitgever van kinderboeken nog akkoord. In 1957 keek men er echter niet zo van op. In de krantenarchieven zijn geen boze ingezonden brieven te vinden over het kinderboekje van Arnoldus.

Begin jaren zeventig was de tijdsgeest inmiddels enigszins veranderd. Er verschenen enkele publicaties over racistische teksten in kinder- en schoolboeken en over het algemeen was men het er wel over eens dat het woord ‘nikker’ echt niet meer kon. Als oplossing werd een nieuwe titel voor het boekje bedacht: Oki en Doki bij de negers. Daarmee was het probleem voor even opgelost. Maar niet voor eeuwig…

Oki en Doki bij de nikkers (1957), Oki en Doki bij de negers (1971) en Oki en Doki op een eiland (1982)
Oki en Doki bij de nikkers (1957), Oki en Doki bij de negers (1971) en Oki en Doki op een eiland (1982)

Tweede naamswijziging

Over het woord ‘neger’ is immers ook wel het een en ander te doen. Het leesboekje zou daarom opnieuw een andere naam krijgen. Deze tweede naamswijziging werd in 1982 doorgevoerd. Het kinderboek ging vanaf dat moment als Oki en Doki op een eiland over de toonbank. En de plaat met de ‘mensenetende nikkers’ werd vervangen door een neutralere afbeelding.

Moraal van het verhaal: dingen veranderen, alleen duurt het soms even. En soms bestaat pas na jaren consensus over de vraag of iets ‘racistisch’ is of niet.

Oorspronkelijk gepubliceerd op 23 november 2016

0
Reageren?x
×