Dark
Light

De kleine Johannes – Het sprookje van Frederik van Eeden

Auteur:
3 minuten leestijd
Uitgave van het tweede deel van 'De kleine Johannes' uit 1920
Uitgave van het tweede deel van 'De kleine Johannes' uit 1920 (CC BY-SA 4.0 - Mschapink - wiki)

De kleine Johannes is een beroemde vertelling van de Nederlandse schrijver, huisarts en psychiater Frederik van Eeden. Het eerste deel van het psychologische sprookje, over de verschillende levensfasen van de mens en de zoektocht naar geluk, verscheen in 1887. Het tweede en derde deel verschenen respectievelijk in 1905 en 1906.

Het beroemde verhaal, dat bedoeld is voor kinderen maar ook door volwassen altijd veel is gelezen, begint als volgt:

“Ik zal u iets van de kleine Johannes vertellen. het heeft veel van een sprookje, mijn verhaal, maar het is toch alles werkelijk zo gebeurd.”

Duitse vertaling van 'De kleine Johannes' uit 1906
Duitse vertaling van ‘De kleine Johannes’ uit 1906
Het werk behoort tot de klassiekers uit de Nederlandse literatuur en wordt nog altijd wel gelezen, ook door scholieren voor de boekenlijst. De populariteit van het meermaals vertaalde sprookje blijkt onder meer uit het feit dat bijvoorbeeld een boekhandel en een vrije school zijn vernoemd naar De kleine Johannes. En daarnaast dragen verschillende scholen en peuterspeelzalen de naam Windekind, een belangrijk figuur uit het boek. In 1970 verscheen verder een musical-bewerking, verzorgd door Lennaert en Astrid Nijgh.

Het is voor de moderne lezer niet altijd eenvoudig om gelijk te doorgronden waar het sprookje precies over gaat. Soms zijn daarvoor herlezingen nodig waarbij men niet zelden steeds weer nieuwe zaken ontdekt. Centraal figuur in het boekje is in ieder geval Johannes, een jongen met een rijke fantasie die samen met zijn vader, kat en hond opgroeit in een huisje vlakbij de natuur. Op een dag stapt het natuurminnende knaapje in een bootje dat hij vindt bij een meer. Hij valt in slaap en wanneer hij wakker wordt, ontmoet hij een libelle die verandert in een elfje genaamd Windekind. Dit wezentje verkleint Johannes en neemt hem vervolgens mee op reis de natuur in. De twee bezoeken hierna onder meer een konijnenhol waar ze kennismaken met allerlei dieren. Deze laten zich over het algemeen vrij negatief uit over de mens. Die wezens zijn maar lomp en dom en zijn vergeten om te kijken en te bewonderen.

Levensfasen

In de verschillende delen van het sprookje ontwikkelt Johannes zich en steeds spelen andere wezens een belangrijke rol in zijn leven. Na Windekind ontmoet hij bijvoorbeeld de figuren Wistik, Pluizer en Cijfer. Deze figuren staan allemaal symbool voor een verschillende fase uit de jeugd van de auteur zelf, die opgroeide in Haarlem in een groot huis met een paradijselijke tuin waar hij de natuur leerde liefhebben. De eerste fase van het boek, waarin Wistik een belangrijke rol speelt, staat voor het fantasierijke leven van het kind. Zonder al te veel vragen te stellen geniet het kind en staan de zintuigen helemaal open en wordt het leven ten volle geleefd. Gedurende het hele boek blijft Johannes terugverlangen naar Wistik, net zoals veel mensen met enige heimwee terug kunnen verlangen naar de onbezorgde en onbevangen jeugd. Wie jong is beseft niet dat dit paradijselijke leven snel verloren zal gaan, ook omdat men de nieuwsgierigheid niet kan bedwingen, begint met vragen, steeds meer weer wil weten en begint aan een pelgrimstocht op zoek naar geluk.

Bij Pluizer staat de onderzoekingsfase van de opgroeiende mens centraal en Cijfer staat dan weer voor de kennismaking met de materialistische wereld, de rol van religie en (kennismaking met) de dood, die in het boek gepersonifieerd wordt door een figuur genaamd Hein.

Frederik van Eeden rond 1900
Frederik van Eeden rond 1900
In het sprookje worden begrippen als liefde, geluk, verlangen, kennis en de dood als wezens opgevoerd, waarmee gesproken kan worden. Frederik van Eeden vestigde met het sprookje zijn naam als schrijver definitief. Van hem verscheen later onder meer ook nog de verfilmde roman Van de koele meren des doods. De auteur is tot slot ook bekend als de stichter van de socialistische leefgemeenschap Walden bij Bussum.

De kleine Johannes vertoont enkele parallellen met het boek Erik of het klein insectenboek van Godfried Bomans. Ook hierin gaat een jongetje op reis door de natuur en bezoekt hij, in miniatuur, allerlei (wijze) dieren.

×