Op Paaseiland is een tot nu toe onbekende moai gevonden. Het stenen beeld werd aangetroffen in een deels drooggevallen lagune op het Polynesisch eiland in de Grote Oceaan. De gevonden moai is 1,60 meter hoog en daarmee een stuk kleiner dan de meeste beelden op het eiland.
Paaseiland dankt zijn naam aan de Nederlandse ontdekkingsreiziger Jacob Roggeveen die het eiland in 1722 ontdekte. Omdat de zeevaarder het stukje land op paaszondag voor het eerst in zicht kreeg, doopte hij het Paasch-Eyland. Het eiland ligt ongeveer 3.700 kilometer ten westen van de kust van Chili en is vooral bekend vanwege de grote hoeveelheden stenen beelden die er te vinden zijn. Mensen plaatsten deze beelden met grote koppen ooit langs de kust, met de rug naar de oceaan.
De zogeheten moai zijn tussen de twaalfde en vijftiende eeuw gemaakt van zacht vulkanisch gesteente. Vermoedelijk gaat het om Polynesische voorouderbeelden van de Rapa Nui, de oorspronkelijke bewoners van het eiland. Op Paaseiland zijn meer dan duizend van dergelijke beelden te vinden. Ze hebben een gemiddelde hoogte van ongeveer vijf meter maar de grootste zijn maar liefst twintig meter hoog. Veel van de beelden zijn echter nooit voltooid.
Droogte
Het ‘nieuwe’ beeld is onlangs ontdekt door drie Chileense onderzoekers in een drooggevallen meer van de Rano Raraku-krater. Het is voor het eerst dat hier een beeld is gevonden. Er zijn vooralsnog geen plannen om de moai, die met de kop naar beneden tussen hoog riet werd aangetroffen, te verplaatsen. Wel willen de onderzoekers fondsen verzamelen zodat het beeld verder onderzocht kan worden.
De Rano Raraku-krater staat normaal gesproken vol met water. Sinds 2018 daalt het water echter waardoor verschillende delen droog zijn gevallen. De onderzoekers sluiten niet uit dat onder de huidige condities meer beelden gevonden zullen worden.