Samen met het Nationaal Archief organiseerde het historisch Tijdschrift Holland afgelopen vrijdag in Den Haag een boeiend minisymposium over de ogenschijnlijk tegengestelde begrippen orde en wanorde. In het nieuwste nummer schrijven drie experts vanuit hun eigen specialisme over orde en wanorde in de Hollandse geschiedenis. Op het symposium lichtten de auteurs hun bijdrage toe.
Hollandse orde versus Friese wanorde
De eerste spreker was hoogleraar Middeleeuwse Schriftcultuur prof. dr. Marco Mostert van de Universiteit Utrecht. Hij vertelde over hoe de Egmondse abt Lubbert II probeerde te verhinderen dat zijn Westfriese pachters onderlinge geschillen zouden beslechten volgens hun eigen rechtspraak. Het conflict tussen Holland en Friesland ging daarmee niet alleen om territorium, maar ook over juridische en culturele verschillen. De Hollandse ridders hielden zich in het gevecht aan hun ridderlijke erecode. Maar de Westfriese boeren lieten geen middel onbeproefd in een venijnige guerrillastrijd om hun vrijheid. De orde van de een, is de wanorde van de ander. En dat was ook de centrale boodschap van het symposium. Orde en wandorde zijn vloeibare en subjectieve begrippen.
Het ontstaan van moderne orde

De opvatting van de Engelse Verlichtingsfilosoof John Locke dat de staat de burger ook tegen uitwassen van de staat zelf moet beschermen delft langzaam het onderspit. Een voorbeeld dat De Graaf aandroeg was dat van koning Willem I, die uit angst voor wanorde en revolutie een netwerk van informanten onderhield die bonapartisten en rooms-katholieken in de gaten hield.
Toch was het tot de uitvinding van de fotografie en vooral de dactyloscopie erg lastig om de ware identiteit van een burger vast te stellen. Tegenwoordig stelt de techniek de overheid in staat om het gehele lichaam van de burger in kaart te brengen, tot zijn of haar DNA aan toe. Iedere Nederlander staat volgens De Graaf dan ook in 500 tot 800 (!) databanken geregistreerd. En zo zijn we allemaal in zekere zin BN’er geworden.
De registratiedrang van de overheid wordt vooral gedreven door buitenlandse bedreigingen van de bestaande orde. Zo leidde de Eerste Wereldoorlog tot de invoer van het paspoort. Meer recent is daar 9/11 dat zorgde voor een enorme toename van registratie- en controledrang door de overheid.
Van knokken naar de-escaleren

De mobiele eenheden van de diverse politiekorpsen waren nauwelijks berekend op het harde geweld van de kraakbeweging. De agenten waren gewend om geweld met meer geweld te beantwoorden. De ordehandhaving liep daardoor uit op een grote wanordelijke knokpartij. Een nieuwe generatie politieofficieren introduceerde echter Amerikaanse technieken die waren gebaseerd op psychologisch onderzoek. Conflictbeheersing door de-escalatie en het leggen van verbindingen met ordeverstoorders bleken effectiever in het bewaren van de orde dan lekker erop los meppen.