Orhan I was de zoon van Osman I, de stichter van de Osmaanse dynastie. Orhan I gaat verder met het werk van zijn vader: hij breidt het Rijk verder uit. Aan het eind van Orhans leven bevat het rijk dat jaren later uitgroeid tot het Ottomaanse Rijk, heel noordwest Anatolië en is de eerste stap in Europa gezet.
Het rijk wordt niet alleen met wapens stukje bij beetje vergroot. Ook door het sluiten van politieke huwelijken vermeerdert Orhan zijn macht. Orhan wordt bijgestaan door zijn broer Alladin. Gedurende zijn bewind worden de Byzantijnse steden Nicomedia en Nicaea veroverd (1326 en 1330). Verder maakt hij een einde aan het emiraat Karasu. Hij neemt de hoofdstad Bergama in.
Hoewel Orhan aanvankelijk op voet van oorlog leeft met de Byzantijnen – hij verovert enkele van hun steden – wordt hij later hun bondgenoot. Voor de Byzantijnen is het belangrijk om op goede voet te staan met Orhan omdat ze intern te kampen hebben met burgeroorlog.
Gallipoli
Als door een aardbeving de stadsmuren van de Byzantijnse stad Gallipoli het begeven, neemt Süleyman Pasha de stad voor zijn vader Orhan I in. De Byzantijnse keizer Andronicus III protesteert, maar Orhan I trekt zich daar niets van aan. Hij houdt het schiereiland in bezit. waardoor het beginnende Ottomaanse Rijk zijn eerste grote stap in Europa zet.
Süleyman Pasha volgt Orhan I na diens dood niet op, omdat hij zelf tegen die tijd al overleden was door een val van een paard. Murat I – Orhans tweede zoon – volgt zijn vader daarom in 1359 op.