Tijdens een excursie naar Auschwitz ziet Paul Glaser in een vitrine een koffer met daarop zijn eigen achternaam. Deze gebeurtenis zorgt er uiteindelijk voor dat hij besluit een boek te schrijven over zijn tante Roosje en een geheime familiegeschiedenis.
Een indringend verhaal over liefde, kameraadschap en doorzettingsvermogen. Maar ook een schokkend verhaal over het leven in de Japanse gevangenissen in Nederlands-Indië en de onderbelichte Bersiap-tijd daarna.