Het woord ‘provoceren’ is afgeleid van het Latijnse werkwoord provocare: uitdagen, ophitsen, tarten, uitlokken. Volgens het Centrum voor Leesonderzoek kent 99 procent van de Nederlanders en Vlamingen de betekenis van dit woord. Maar de achtergrond en herkomst van provoceren is hoogstwaarschijnlijk minder bekend.
Volgens de website www.etymologiebank.nl komt het woord provoceren in elk geval al sinds 1567 in de Nederlandse taal voor. Het woord is een samenstelling van de Latijnse woorden pro (voor) en vocare (roepen, oproepen, uitdagen). Over de (mogelijke) herkomst van het woord wordt buiten dit om niets vermeld.
Ondanks dit is er echter wel het een en ander bekend over het gebruik van het woord provoceren, en variaties daarop, in de geschiedenis. De bekendste voorbeelden komen uit de Romeinse Tijd en de culturele tegenrevolutie van de jaren 1960.
Provoceren bij de gladiatoren
Uit de tijd van de gladiatorengevechten in het Romeinse Rijk kennen we de provocator. Dit was een van de vele soorten gladiatoren die zijn tegenstander, eveneens een provocator, vanuit een onverwachte hoek plotseling aanviel.
De provocators droegen een lang rechthoekig schild, een borstpantser en een beenplaat op hun linkerbeen. Verder hadden ze een helm op en waren ze gewapend met een kort zwaard.
Provo
In de jaren 1960 stond het begrip provoceren, met name in de roerige Provojaren 1965-1967, in de Nederlandse media volop in de belangstelling. De Provojongeren probeerden doelbewust de autoriteiten (politie, politiek en kerk) en alles wat naar kapitalisme riekte, te provoceren en gaven ook een eigen pamflet, Provokatie, uit.
Op 28 juli 1965 introduceerden enkele leidende figuren van Provo – Luud Schimmelpenninck (de bedenker), Roel van Duijn, Robert Jasper Grootveld, Thom Jaspers en anderen – bij Het Lieverdje op het Spui in Amsterdam het Wittefietsenplan. Hun idee was dat witgeschilderde fietsen de auto’s in de stad moesten gaan vervangen. De fietsen hadden geen slot en mochten door passanten vrij worden gebruikt onder voorwaarde dat de fiets weer teruggeplaatst werd.
In het blaadje Provokatie (nr.5) lichtte Provo dit plan als volgt toe:
“Amsterdammers! De asfaltterreur van de gemotoriseerde bourgeoisie heeft lang genoeg geduurd. Dagelyks worden mensenoffers gebracht voor de nieuwste autoriteit waaraan het klootjesvolk zich heeft: de auto-autoriteit. De verstikkende koolmonoxide is zijn wierook, zijn beeltenis verpest in duizendvoud grachten en straten. Provo’s fietsenplan brengt bevryding van het auto-monster. (…) De witte fiets is een provokatie van het kapitalisties privé-bezit; want de witte fiets is anarchisties. (…) De witte fiets simboliseert eenvoud en hygiene tegenover de protserigheid en vuiligheid van de autoritaire auto. Immers een fiets is iets, maar byna niets!”
De rituelen van ‘rookmagiër’ Robert Jasper Grootveld op datzelfde Spui, bij het beeld Het Lieverdje, waren overigens net zo provocerend als dit Wittefietsenplan, met het provocerende taalgebruik zoals in het citaat hierboven te lezen is. Provo’s spelden woorden zoals je ze las en verstond, letterlijk dus, en hadden lak aan grammaatikaa.
Meer historische uitdrukkingen en gezegden
Boek: Gladiatoren. Volksvermaak in het Colosseum
Bronnen â–¼
-https://nl.wikipedia.org/wiki/Gladiator#Bijzondere_soorten_gladiatoren
-http://www.woorden.org/woord/provoceren
-http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/provoceren