Uit nieuw onderzoek blijkt dat Rembrandt het doek van zijn wereldberoemde schilderij De Nachtwacht uit 1642 impregneerde met een loodhoudende olie, voordat hij de eerste grondlaag aanbracht. Aangenomen wordt dat de kunstenaar de laag aanbracht om de duurzaamheid van het schilderij te verbeteren.
De gebruikte methode werd in de zeventiende eeuw al beschreven, maar is nog nooit gevonden in de schilderijen van Rembrandt of zijn tijdgenoten. Volgens de onderzoekers toont dit aan dat Rembrandt inventief te werk ging en niet terugschrok voor het gebruik van nieuwe technieken.
Een vochtige plek
Rembrandt wist dat zijn schilderij een plek zou krijgen aan de binnenzijde van de (vochtige) buitenmuur van de grote zaal van de Kloveniersdoelen in Amsterdam, een schietbaan voor de schutterij. Er waren berichten dat onder vochtige omstandigheden de gebruikelijke methode om het doek te prepareren, met behulp van dierenlijm, niet voldeed. Een publicatie uit die tijd over schildertechnieken, geschreven door Théodore de Mayerne, beschrijft impregnatie met loodrijke olie als alternatief. Mogelijk inspireerde dit Rembrandt tot zijn ongebruikelijke impregnatieprocedure om de duurzaamheid van zijn meesterwerk te verbeteren.
De ontdekking is gedaan door medewerkers van Operatie Nachtwacht, een groot onderzoeks- en conserveringsproject naar de geschiedenis en techniek van het beroemde schuttersstuk. Een klein verffragment van het schilderij werd met behulp van röntgenfluorescentie en ptychografie onderzocht, om chemische verbindingen op submicroschaal in de onderste lagen van het doek te identificeren en te visualiseren. Daarbij stuitten de onderzoekers op een loodrijke laag onder de kwarts-klei grondlaag van het doek.
Halfronde kwaststreken
De loodlaag blijkt met grote halfronde kwaststreken te zijn aangebracht. Ook een afdruk van het oorspronkelijke spanraam waarop het doek werd gespannen toen de preparatielagen werden aangebracht, hebben de onderzoekers zichtbaar weten te maken.
De onderzoekers hebben hun bevindingen gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Science Advances.