Bij het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden is de komende maanden de Romeinse muntschat te zien die vorig jaar in de omgeving van Buren werd gevonden.
De schat bestaat uit 162 munten. De oudste munt in de schat is er een van keizer Septimius Severus, geslagen tussen 196 en 198 na Christus. Het meest recente exemplaar is gemaakt in 248-249 na Christus, tijdens de regering van keizer Philippus I.
Gezamenlijk vertegenwoordigden ze volgens het RMO ongeveer twee maandlonen van een Romeinse soldaat. De munten zijn onlangs door De Nederlandsche Bank aangekocht voor de Nationale Numismatische Collectie.
Plunderaars
De vondst werd vorig jaar gedaan door twee amateurarcheologen. Ze vonden de zilveren denarii en antoniniani in de modder van een uitgebaggerde sloot bij het dorpje Buren, in Gelderland. Het RMO:
“De derde eeuw na Christus was een periode van grote politieke en sociale onrust en militaire problemen. De verdediging van de noordgrens van het Romeinse Rijk werd steeds zwakker. Bovendien hadden Romeinse grenstroepen te kampen met invallen van Germaanse plunderaars. Wellicht heeft de eigenaar van deze munten ze begraven om ze veilig te stellen.”
De muntschat is tot en met 29 maart 2015 te zien in de Tempelzaal van het RMO.