Rotterdam en de Eerste Wereldoorlog

4 minuten leestijd
Fotochroomafdruk van de Koningsbrug en de Maasbrug, ca. 1900
Fotochroomafdruk van de Koningsbrug en de Maasbrug, ca. 1900

In de reeks provinciale en regionale bundels over Nederland en de Eerste Wereldoorlog, geredigeerd door de Stichting Studiecentrum Eerste Wereldoorlog (SSEW), is weer een nieuw deel verschenen: Rotterdam en de Eerste Wereldoorlog (Uitgeverij Aspekt, 2016). Deze bundel staat onder redactie van Henk van der Linden, Edwin Ruis en Eric Wils. In de inmiddels indrukwekkende SSEW-reeks over Nederland tijdens de jaren 1914-1918 verschenen eerder delen over onder meer Amsterdam, Brabant, Zeeland en Gelderland.

Opbouw en thematiek

Pieter Jelles Troelstra (Geheugen van Nederland)
Pieter Jelles Troelstra (Geheugen van Nederland)
Zoals eerdere delen is ook deze uitgave over Rotterdam omvangrijk en compleet (met ruim 500 pagina’s), goed geïndexeerd, voorzien van uitgebreide literatuurverwijzingen en visueel aantrekkelijk door de talloze unieke foto’s die zijn opgenomen.

Opnieuw is gekozen voor een thematische indeling, wat zorgt voor overzichtelijkheid en samenhang. In totaal bevat Rotterdam en de Eerste Wereldoorlog 27 artikelen, die onderverdeeld zijn in de volgende thema’s: kustverdediging bij Hoek van Holland en Voorne-Putten, scheepvaart en handel, spionage, vluchtelingen en militairen, dagelijks leven en de sfeer rond de revolutiepoging in november 1918 alias de ‘vergissing van Troelstra‘.

Rotterdam: pro-Duits

In het Voorwoord doen de redacteuren gelijk een interessante constatering. Waar opiniemakers in Amsterdam tijdens de jaren 1914-1918 overwegend pro-Engels waren, getuige oorlogsbijdragen in De Telegraaf, was Rotterdam vanwege de havenconnecties met het Ruhrgebied eerder pro-Duits.

Dit blijkt ook uit de opinievorming in de Nieuwe Rotterdamsche Courant (NRC):

“De NRC was pro-Duits; twee van haar topfiguren hadden ook Duits geld aangenomen. De pro-Duitse gezindheid had te maken met het feit dat de Rotterdamse haven zeer verbonden was met het Duitse Ruhrgebied. (…) Dit speelde in de opstelling van de krant een grote rol. Bovendien was er het in 1868 hernieuwde Rijnvaartverdrag met Duitsland dat inhield ‘dat de Rijn vrij is voor alle schepen van alle naties voor vervoer van goederen en personen’. Dit intergouvernementeel verdrag bleef ook tijdens de oorlog van kracht.” (9,10)

Duidelijk was dus dat economische belangen een grote rol speelden bij de positiebepaling van de media in neutraal Nederland. Rotterdam was tijdens de oorlogsjaren verder een broeinest voor spionage en een belangrijke stad voor gevluchte Britse en Belgische militairen en Belgische burgervluchtelingen. In het najaar van 1914, na de Val van Antwerpen, arriveerden in Rotterdam liefst 23.000 Belgen. De stad was ten slotte ook een pleisterplaats voor smokkelaars en O.W.-ers (oorlogwinstmakers).

In deze bespreking licht ik twee bijdragen uit om een indruk te geven van de bundel.

Mariniers in Rotterdam

Jan Willem van Borselen gaat in zijn artikel in op een tot nu toe nog vrij onderbelicht thema: de mobilisatie van mariniers in Rotterdam. De algehele mobilisatie die de regering op 31 juli 1914 afkondigde, betrof ook de mariniers. De Rotterdamse mariniers, die gevestigd waren in de marinierskazerne aan het Oostplein in Rotterdam, waren allemaal beroepsmariniers. Al op 31 juli vertrokken de eerste detachementen mariniers uit Rotterdam, onder meer naar Amsterdam en Den Helder. De marinierskazerne in Rotterdam zelf kwam toen nagenoeg leeg te staan.

Waar gingen de mariniers heen en wat was hun taak? Jan Willem van Borselen schrijft:

“Veel van de uit Rotterdam vertrokken mariniers waren bestemd voor functies langs de kust. Zo vertrokken ze met name naar de Waddeneilanden (tot en met Schiermonnikoog) en de provincie Zeeland (ook langs de Schelde), waar ze op strategische locaties worden ingezet voor de kustverdediging. Een belangrijke marinetaak was het bewaken van kust, zeegaten en riviermonden, waartoe wachtposten werden bezet en patrouilles werden gelopen. Op al die kustlocaties vroeg de plotselinge huisvesting van mariniers plaatselijk wel de nodige improvisatie.” (122)

Terwijl de mariniers op hun oorlogsposten zaten, werd de marinierskazerne gebruikt voor de opvang van buitenlandse militairen, zeelieden en deserteurs. Volgens het geldende oorlogsrecht werden deze militairen geïnterneerd en mochten ze niet ontsnappen. Wat natuurlijk via Rotterdam met zijn haven wel gebeurde.

Russische vluchtelingen in Rotterdam

Interessant is, naast de bijdragen over scheepvaart en handel, spionage en het dagelijks leven tijdens de oorlogsjaren, het artikel over Russische vluchtelingen in Rotterdam, geschreven door Simon van Noort. Al eerder, in de jaren 1880, vluchtten veel uit Rusland afkomstige joden naar Nederland, nadat de zogenoemde Mei-wetten (1882) die operatief waren onder de Russische tsaren Alexander III en Nicolaas II, op brede schaal antisemitisme en pogroms uitlokten.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog ontvingen Rotterdam en ook Schiedam nieuwe Russische vluchtelingen, met name militairen die uit Duitse krijgsgevangenenkampen waren ontsnapt. De media volgende het aantal binnenkomende vluchtelingen op de voet:

“De Nederlandse kranten, zoals de NRC, bleven ondanks het grote aantal consequent melding maken van Russische vluchtelingen die aan de Nederlandse grens werden opgepikt door de politie of het gemobiliseerde Nederlandse leger. (…) De NRC creëerde zelfs een rubriek met de titel ‘Over de grens gekomen’, waarin verslag werd gedaan van het aantal vluchtelingen, welke nationaliteit zij hadden en waar zij over de grens waren gekomen.” (273,274)

Rotterdam en de Eerste Wereldoorlog
Rotterdam en de Eerste Wereldoorlog
Interessant is dat de auteur uitgebreid ingaat op de (geschiedenis van de) Nederlandse beeldvorming over Russen. Het bewind van de moderne tsaren Peter de Grote en Catharina de Grote, die westers georiënteerd waren, had de beeldvorming positief bijgestuurd. De Nederlandse opinievorming over Russen en Rusland tijdens de jaren 1914-1918 blijkt moeilijk afzonderlijk definieerbaar, aldus de auteur, maar er is wel een constante in aan te wijzen die al sinds de Oudheid heeft bestaan. Naast de positieve aspecten over Russische modernisering vanaf de zeventiende eeuw, werden de Russen altijd gezien als een ‘onbeschaafd volk’.

Het stereotype van onbeschaafdheid werd ook tijdens de oorlogsjaren 1914-1918 in Rotterdam bevestigd. Volgens de Rotterdamse media misdroegen de Russische vluchtelingen en deserteurs zich regelmatig en zorgden ze voor overlast. Onder meer de volgende zaken werden genoemd: onzedelijk gedrag, openbare dronkenschap, inbraken, vechtpartijen, zakkenrollen en geluidsoverlast.

Eind 1917 besloot de Nederlandse regering om lastige Russische en Poolse vluchtelingen onder te brengen in een speciaal deserteursdepot in het Noord-Hollandse Bergen:

“Eind augustus arriveerden de eerste Russen in het speciale interneringskamp in Bergen. Er was een apart deel voor hen gebouwd, dat al snel als het Russenkamp bekendstond. Daarnaast verwierf het ook bekendheid als het meest ellendige kamp in Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog.” (298)

Boek: Rotterdam en de Eerste Wereldoorlog – Henk van der Linden, Edwin Ruis en Eric Wils
Meer delen uit deze boekenserie

Bekijk dit boek bij:

Bekijk dit boek bij Historiek Geschiedenisboeken

0
Reageren?x
×