De Russische schrijver Vasili Aksjonov is gisteren in Moskou overleden. Hij was in 1980 één van de laatste dissidenten die door de Sovjet-Unie in de ban werd gedaan.
Aksjonov werd vooral bekend met zijn eerste roman getiteld De collega’s (1960). De prozaschrijver kwam met een andere stijl dan gewoon binnen de Sovjet-Russische romanliteratuur. Zijn hoofdpersonen waren niet de gangbare positieve helden maar meer twijfelende mensen die niet bang waren hun onzekerheid en zwakte te tonen.
Vasili Aksjonov kwam op in de periode na Stalin’s dood. Een periode die wel bekend staat als de ‘dooiperiode’. In deze tijd was het makkelijker kritiek te uiten en hadden schrijvers meer vrijheid dan voorheen. Aksjonov liet zich inspireren door westerse schrijvers, met name door Ernest Hemingway.
In de jaren zeventig veranderde het klimaat en werd het werk van Aksjonov verboden. Zijn romans De Brandwond (1980) en Het Krimeiland (1981) konden hierdoor niet in de Sovjet-Unie worden uitgebracht. Na een poging buiten de censuur om de literaire almanak Metropol uit te geven, werd hij het land uitgezet.
Aksjonov verkaste naar de Verenigde Staten. Hier schreef hij zijn bekendste werk: Generaties van de winter. In dit boek beschrijft hij de lotgevallen van een doktersgezin uit de tijd van Stalin. In 1990 keerde de auteur terug naar Rusland.
Vasili Aksjonov overleed afgelopen maandag in Moskou na een lang ziekbed. De Russische premier Vladimir Poetin reageerde maandag op het overlijden van de schrijver. Volgens Poetin is de dood van Aksjonov een “een enorm en onvervangbaar verlies voor de Russische literatuur en cultuur”.