De bijna vierduizend jaar oude sfinx van Hattusa is door Duitsland teruggestuurd naar Turkije. De twee landen hadden al lange tijd ruzie om het beeld.
Begin dit jaar dreigde Turkije nog geen Duitse archeologen meer toe te laten zolang de sfinx niet was teruggegeven. De sfinx werd in 1907 gevonden nadat de Duitse archeoloog Otto Puchstein de oude stadsmuren van Hattusa, de hoofdstad van het oude Hettische Rijk, had ontdekt. Er werden in totaal twee sfinxen gevonden. De vindplaats bevindt zich bij het huidige Bogazkale in Midden-Turkije. De ruïnes van deze stad – die haar bloeiperiode had tussen ongeveer 1500 en 1200 voor Christus – worden sinds 1834 opgegraven. De door archeoloog Puchstein gevonden sfinxen werden waarschijnlijk rond 1400 voor Christus gemaakt. De twee sculpturen verhuisden in 1915 voor restauratie naar Duitsland. Slechts één van de sfinxen werd na de restauratie echter teruggebracht naar Turkije.
De afgelopen decennia ruzieden Duitsland en Turkije geregeld over deze tweede sfinx. Volgens de directeur van de Stichting Pruisisch Kunstbezit, Hermann Parzinger, werden er ten tijde van de vondst door de archeologen afspraken gemaakt. Zo zou afgesproken zijn de vondsten te verdelen. Turkije bleef echter pleiten voor terugkeer van de sfinx naar het land van herkomst. Begin dit jaar stelde de Turkse cultuurminister Duitsland een ultimatum: als het beeld in juni nog niet in Turkije was teruggekeerd, zou zijn land de deuren sluiten voor Duitse archeologen.
Duitsland heeft de patstelling deze week doorbroken en het beeld dus teruggestuurd naar Turkije. Volgens de Duitse minister van Cultuur is er sprake van een “vrijwillig gebaar”. De sfinx van Hatussa is momenteel in het Archeologisch Museum van Istanbul te zien.